Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 1

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 1
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
1
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
@ I ï ï » I > I 8 T 1 E I ft B
rCBIilB f l@I ALLE 8
Hoofdredacteur : Ps . S . L . ten Hove , te Hoorn .
Alle stukken en brieven franco aan de Uitgevers : üebr . Belinfante , te ' s Gravenhage .
Inzending van advertentiën uiterlijk vóór Vrijdag-middag ( Vrijdagmiddag ) 2 ure .
Verschijnt eiken Zondag .
EERSTE MARGWG - fêl - - \ JAMI&RI 1871 ,
Bureel : Tweede Wagenstraat , 100 ' S GRAVENHAGE .
Abonnementsprijs per kwartaal : een gulden . Franco per post in alle deelen des Rijks , bij toezending
vooraf van een postwissel of poslzepels tot gelijk bedrag . Advertentiën : Prijs per regel 15 ets . — Abonnement
250 rcg . 12 % et .; — 500 reg.lo et .; — 1000 reg . 7%et .
idresseere men zich bij G . L . Daube & Co ., 26 , Chaussée de Wavre , Ixelies-lez-Bruxelles .
i
k !
gi'an fUn Jupr .
oO®t »
e ; olijftak is de titel van ons weekblad.—Niet : « Het Mkenloof ;» niet « De Laurierkrans ». Want wij gruwen van den 4 $ oorlog en willenden vrede , omdat wij den vooruitgang willen ; den vooruitgang der menschheid op dien weg , dien zij aan zich zelve verplicht is in te slaan . Men heeft gezegd : « Wat de rnensch wil , dat lean hij .» — Dat is niet waar . Wel dit andere : « Wat de mensch lean , dat moet hij .»— De som onzer vermogens is ' tkort begrip onzer verplichtingen . En onze vermogens zijn : rede . gevoel , geweten . Denkers ,, dichters , karakters moeten we zijn . En daarom zijn we voor den vrede .
Ons « eergevoel » juist komt er tegen op , dat een mensch zijn verstand en geduld gebruikt , om een ander een som gelds of een stuk land « af te vangen .-» Ons « eergevoel » komt er tegen op , dat een mensch « uit nationalen trots » doe , wat een tijger doet , om zijn honger te stillen ; dat een mensch zijn rede gebruike , om zich te onderscheiden in « de vernie - YwgH-kunst ( YwgHkunst ) » en ' t meesterschap te behalen in de « krygswetenschap .»
Niet daarom , meenen wij , krimpt een vrouw weg van de moederpijn opdat dit lichaam van haar zoon later in flarden geschoten of in stukken gehakt worde .
Niet daarom omvangt in edelmoedig vertrouwen een vrouw den man harer liefde opdat ze bruids-krans ( bruidskrans ) en trouwkleed ontijdig verwissele met het rouwgewaad . en na overdag zich «. afgebeuld » te hebben voor ' t gezin zonder kostwinner , ' s nachts nog opschrikke uit den korten slaap door den naren droom van de verscheurde leden , ' t pijnlijk doodsge-reutel ( doodsgereutel ) , en het door soldatenvoet en paardenhoefen kanonnehwiel verminkte lijk van hem , die , nooit , nooit meer zeggen zal « lieve vrouw » en de kinderen nimmer meer een kus zal geven .
Waaróm dacht zoo'n ziel dan ook'vóór haar trouwen niet aan « de servituten ,» waardoor die man bezwaard werd , aan « staatsbelang » en « volkseer » en
« eerste of tweede ban ;» en waarom sprak geen ander , sprak op ' t stadhuis en in de kerk niemant tot die lichtgeloovige van haar bloedige medemin-nares ( medeminnares ) , die oudere rechten heeft van « de monarchie » of « de republiek » ?
Schuilt hierin misschien overdrij ving ? O ! stem dan tenminste toe dat deze waanzin onschadelijk is en dat dit niet gezegd kan worden van de poëzie van den « krijgsroem » of de nuchterheid der « oor-logstaktiek ( oorlogstaktiek ) .'» Krijgsroem ! Ik las in 1866 van de blijde terugkomst der zegevierende Pruisen in Ber-lijn ( Berlijn ) ; schetterende krijgsmuziek , schaterende jubel-kreten ( jubelkreten ) , donderende vreugdeschoten , dreunende orgelgalmen , hoe zou dit alles , dacht ik , over-stemd ( overstemd ) zijn geworden als eens de duizendtallen van stervenden op Sadowa's slagveld hun doodskreten gepaard hadden aan ' t noodgegil der verminkten in de hospitalen en ' t klaaggeschrei der duizenden weduwen ! Is dan ' t aandoenlijk eenvoudig versje van Claudius niet waar :
" Och ! Menschenbloed Is veel te goed ! «
Maar de eenheid van Duitschland , maar de zegen-rijke ( zegenrijke ) gevolgen dezer staatkunde van ijzer en vuur , maar de nieuwe waarborgen daarin verkregen voor den vrede van Europa , voor een krachtiger volks-ontwikkeling ( volksontwikkeling ) . ...!
Vooreerst gelooven wij aan een zedelijke we-reldorde ( wereldorde ) , en achten wij dat niets de zedelijke laagheid wettigen kan van dezen stelregel : « het doel heiligt te middelen .» Verder herinneren we ons , dat Louvois , de minister van oorlog onder Lodewijk XIV , naar aanleiding van de kwestie of zeker raam uit het paleis recht of scheef was in-gezet ( ingezet ) , een ooi log wist te doen verklaren , om den koning af te leeren zich te veel met het inwen-dige ( inwendige ) van zijn paleis te bemoeien , ' t Zou niet vreemd zijn , als men later een oorlog had be-gonnen ( begonnen ) om ' t volk dit af te leeren — of ook om het tegen te houden in ' t onderzoek naar ' t scheeve of rechte van de huishouding van staat . Neen , geen bloedige overwinningen laten zich rechtvaardigen voor de vierschaar van rede , gevoei en geweten .— En daarom zijn wij tegen den oorlog .
De « Maatschappij tot bescherming der dieren » vroeg
dezer dagen ( Douwes Dekker vroeg het voor jaren reeds ) dat de slachterswinkels gesloten mochten worden voor de glurende blikken van jong en oud , omdat het zien der gapende w : onde en ' t hooren van ' tdoodsgereutel , nadeelig inwerkt op ' t echt merischelijk gevoel : het echt menschelijk gevoel verwildert het niet in den strijd , waarin de mensch zijn naaste slacht en slachten ziet ? Gij hebt het schavot afgebroken en indien ge al niet mede hebt gestemd tegen de doodstraf , hebt ge al-thans ( althans ) verlangd , dat zij niet meer in ' t openbaar zou plaatshebben — en gij zoudt voor den oorlog zijn ?
De misvattingen der staatkunde zijn ze niet even onherstelbaar , als de vergissingen der hoogste rechterlijke macht ? Is de heiligheid van ' t menschen-leven ( menschenleven ) dan een argument tegen ' t zwaard en de strop van den beul , en niet tegen ' t geweer en de bajonet van een aanvaller ? — Hoe nu ! gij ver-oordeelt ( veroordeelt ) het duel en maakt strafbepalingen tegen hem , die degen of pistool op ' t hart richt van zijn tegenpartij , en gij schrijft dankdagen uit en be-loont ( beloont ) met riddergoederen en eerekruisen en eervolle vermelding , hen die duelleeren ( duel en oorlog is een - en-' tzelfde ( entzelfde ) woord in ' t Latijn ) op groote schaal ?
Is er dan waarlijk een andere maatstaf van recht en zedelijkheid voor ' t volk als voor ' t individu ?
Erger u niet aan de nuchterheid dezer vraag . Wat dunkt u wel van de naïveteit der volgende verwondering ?
Voor eenige jaren beproefde een generaal in Nederlandschen dienst zich voor de nadeelige ge-volgen ( gevolgen ) eener door hem geschonden overeenkomst te vrijwaren door zijn tegenstander wel niet neer te schieten of overhoop te steken , ( daar was die man te min voor !) maar hem door vergif uit den weg te ruimen . Wegens « moord met voorbedach-ten ( voorbedachten ) rade » veroordeeld om gestraft te wwden met den koorde dat er de dood na volgt , sprak hij in zijn kerker teruggekeerd : „ Toen ik onder Napo-leon ( Napoleon ) streed , heb ik er bij dozijnen neergesabeld , en kreeg ridderorders ; en nu moet ik hangen , omdat ik er een heb uit den weg geruimd !»
Wij zijn tegen den oorlog ; wij willen den olijf-tak ( olijftak ) des vredes enten op den boom van ' t Neder-landsen ( Nederlandsen ) volksbestaan . ( Wordt vervolgd .)
k
J rs ^ rTf \ i
o ^
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer