Archieven

 

Uw zoekacties: Betuws(ch) Tuinbouwblad, 1969-01; p. 4

Betuws(ch) Tuinbouwblad

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Betuws(ch) Tuinbouwblad, 1969-01; p. 4
Naam tijdschrift:
Betuws(ch) Tuinbouwblad
Pagina:
4
Datum:
1969-01
Jaargang:
1969
Is onderdeel van:
4
FRUITTEELTDAG TE GELDERMALSEN
WIE OVERLEEFT DE KOMENDE
VIJF JAREN?
De heer Gijsberts nam als uitgangspunt de over- produktie van fruit in West-Europa. Belangrijk is te weten welke ontwikkeling in dit opzicht te ver-wachten ( verwachten ) is. De levenskansen van de fruitteelt wor-den ( worden ) bepaald door de factoren: klimaat, grond, lig-ging, ( ligging, ) kapitaal en arbeid. Deze factoren zijn in al-lerlei ( allerlei ) combinaties over de gehele wereld aanwe-zig. ( aanwezig. ) In Nederland nemen we een middenpositie in met grote verschillen per gebied. Opmerkelijk noemde de heer Gijsberts het verschijnsel dat er telers zijn die onder minder gunstige produktie- omstandigheden een goed resultaat weten te beha-len ( behalen ) en dat er onder zeer gunstige omstandigheden met verlies geproduceerd wordt. Klimaat, grond en vestigingsplaats zijn constante factoren. In de factoren arbeid en kapitaal komen de meeste veranderingen voor. Op langere termijn is daarover wel iets te zeggen. Kenmerkende verschillen zijn: bedrijfsgrootte, leeftijd van de beplantingen, rassen, produktie- en afzetkosten en het overheidsbeleid. Op korte termijn zijn juist de aanbodveranderin- gen doorslaggevend voor het prijspeil. Over de ontwikkeling van de fruitproduktie gaf de heer Gijsberts aan de hand van cijfers een dui-delijk ( duidelijk ) overzicht. De cijfers kunnen als volgt wor-den ( worden ) samengevat:
appelen x 1000 ton.
1964 1970 1975
Nederland België Bodensee Frankrijk Italië Spanje
517 450 500
81
180
210
29
80
150
ca. 1000
1900
2300
ca. 1800
2400
2500
295
400
540
3722 5410 6200
Verwacht wordt dat de produktiedaling door rooien onvoldoende is om de prijsdruk te ver-lichten. ( verlichten. )
Betreffende de appelproduktie buiten Europa zijn de volgende cijfers tekenend voor de situatie:
x 1000 ton.
1956/1960
1970
1972
1975
Ver. Staten
2300
3400

3500
Canada
300
487


Nieuw Zeeland 72
119
160

Australië
270
377
ca. 440

Argentinië
431

ca. 500

Zuid-Afrika
107

341
396
Door deze
produktietoename
zal de
druk op
het prijspeil van Europese bewaarappelen en vroe-ge ( vroege ) appelen de komende 4-5 jaren toenemen! De pereproduktie in de E.E.G. en Spanje zal in een periode van tien jaar (tot 1975) toenemen van 70.000 tot 180.000 ton. Niet te verwaarlozen is de produktietoename van druiven, perziken en citrusvruchten in West- Europa en het Middellandsezee-gebied.
Wie kan dit uithouden? De huidige moeilijkheden in de fruitteelt zijn niet het gevolg van de E.E.G. De produktietoe-name ( produktietoename ) is begonnen voordat de E.E.G. in werking trad. Hierop zijn van invloed geweest de gunstige bedrijfsresultaten die in sommige landen bereikt werden door protectionisme. En tenslotte in Zuid- Europa de toevloed van kapitaal van buiten de landbouw. Sprekend over de bedrijfsstruktuur zei de heer Gijsberts dat vooral de telers waarvan het bedrijf de laatste jaren technisch niet met de ontwikkeling iç meegegroeid (vernieuwing en modernisering) het moeilijk zullen krijgen. Dit is het grootste deel. (De heer Spoor ging daar nader op in). In Europa is 10-15% van de bedrijven waar fruit wordt geteeld van voldoende omvang voor een rendabele produktie. Binnen 5 tot 10 jaar komt uit die bedrijven 70-75% van de produktie. Van het zeer grote aantal bedrijven waar de fruitteelt geen hoofdzaak is zijn de ondernemers weinig gevoelig voor rooipremies of een appel- crisis. Dit is ten aanzien van de afzet een lastige groep. De derde groep: bedrijven met enkele ha fruit-teelt, ( fruitteelt, ) omvat in Nederland ca 30% van het aantal fruitteeltbedrijven. Deze groep krijgt het tot 1975 zeer moeilijk door de onrendabele produktie (be- drijsstruktuur en kwaliteit van het produkt). De leeftijdsopbouw van de fruitteelt bepaalt
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer