0895 Archief van de Vrijmetselaarsloge La Candeur te Culemborg, 1784 - 1808
0895
Archief van de Vrijmetselaarsloge La Candeur te Culemborg, 1784 - 1808
Inventaris
1. Inleiding
1.1. Algemeen
0895 Archief van de Vrijmetselaarsloge La Candeur te Culemborg, 1784 - 1808
1. Inleiding
1.1.
Algemeen
laatste wijziging 10-04-2017
De oudste vrijmetselaarsloges ontstonden in het 18e eeuwse Engeland uit de middeleeuwse bouworganisaties die de grote Gotische kathedralen, abdijen en kastelen hebben gebouwd.
De voornaamste medewerkers daaraan waren georganiseerd in "lodges", in Nederland te vergelijken met gilden. In de loop der eeuwen kregen ook buitenstaanders, die zich bij de doelstellingen betrokken voelden, toegang tot deze gilden. In de zeventiende eeuw werd het daadwerkelijk in materiële zin bouwen steeds minder belangrijk en werd op den duur geheel verlaten. Daarvoor in de plaats kwam, met hantering van dezelfde oude normen en tradities, het bouwen aan de geest van zichzelf en aan de mensheid in het algemeen.
De oudste logebijeenkomst van vrijmetselaars in Nederland, is voor zover bekend in 1731 in den Haag gehouden. Ruim twintig jaar later waren er elf loges in Nederland en voelde men de behoefte tot betere samenwerking, omdat tot dan toe voor het instellen van een loge men zich altijd tot Engeland moest wenden. Om zelf oprichtingsbevoegdheid te verkrijgen, werd op 26 december 1756, eveneens in den Haag een vergadering belegd van de vertegenwoordigers van de toen bestaande loges. Zij richtten toen "De groote Loge der Zeeven Vereenigde Nederlanden" op, welke later en tot op heden ging heten "Orde van vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden".
De doelstelling van de vrijmetselarij en de vrijmetselaar is in zijn algemeenheid als volgt omschreven:
"Een vrijmetselaar...(is)een man, die tracht zijn plicht te doen ten opzichte van zichzelf, zijn naaste, zijn God, deemoedig kennende zijn eigen gebreken en tekortkomingen, in oprechte verdraagzaamheid zin naaste liefhebbende en onverdroten arbeidende ter ere van de Opperbouwmeester des Heelals".
"Een vrijmetselaar...(is)een man, die tracht zijn plicht te doen ten opzichte van zichzelf, zijn naaste, zijn God, deemoedig kennende zijn eigen gebreken en tekortkomingen, in oprechte verdraagzaamheid zin naaste liefhebbende en onverdroten arbeidende ter ere van de Opperbouwmeester des Heelals".
laatste wijziging 10-04-2017
15 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1784 - 1808
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
onbeperkt
Omvang in meters:
0,12
Toegangstitel:
W. Veerman, Inventaris van het archief van de Vrijmetselaarsloge La Candeur te Culemborg, 1784 - 1808
Categorie:
laatste wijziging 10-04-2017
15 beschreven archiefstukken