Zangkoren in Rivierenland
Tussen 1870 en 1930 ontstonden in Nederland veel muziekgezelschappen, zoals orkesten en koren. Bijna elke plaats had wel een of meer koren met verschillende achtergronden. Het is niet zo gek dat we bij het RAR dus volop informatie kunnen vinden over koren.
De Korenbloem - Culemborg
Het eerste voorbeeld is het archief van het Culemborgse koor De Korenbloem [1404]. Rond de eeuwwisseling kwam drankmisbruik veel voor en waren er weinig ontspanningsmogelijkheden. De Algehele Nederlandse Geheel Onthouders Bond (ANGOB) propageerde daarom een alternatieve levensstijl voor de arbeiders- en middenklasse. Ze richtten in Culemborg in 1918 in geheelonthouderscafé De Toekomst het koor De Korenbloem op. Een koor bood de mogelijkheid om samen met anderen nieuwe zangstukken te oefenen; een mooie afleiding van de lange werkdagen.Van 1918 en 1944 werd er gerepeteerd in verschillende zalen, uiteindelijk in het Geheelonthouderscafé in de Herenstraat. Voor het einde van de Tweede Wereldoorlog waren de repetities in hotel De Klok aan de Varkensmarkt. Daar zouden ze circa 20 jaar plaatsvinden. Omdat de kooravonden zich niet meer in een alcoholvrije omgeving afspeelden, werd de band met de Geheelonthouders steeds losser.Looft den Heer - Echteld
De koren gaven voorstellingen en deden mee aan concoursen of organiseerden deze zelf, zoals de Christelijke Gemengde Zangvereniging ‘Looft den Heer’ uit Echteld. Deze vereniging organiseerde in 1952 een concours op het weiland bij het kasteel van Baron Verscheur. In het archief van Jean Adrien Houtkoper [0679], in die tijd burgemeester van Echteld, vinden we een uitnodiging om zitting te nemen in het erecomité, een voorwoord te schrijven en samen met zijn vrouw aanwezig te zijn. En de toezegging van de burgemeester dat hij 25 gulden zal overschrijven voor het kopen van de benodigde medailles en lauwertakken.
St. Caecilia - Zaltbommel
In de archieven van de parochie St. Martinus in Zaltbommel [3022] vinden we het mannenzangkoor St. Caecilia. Dit koor kent een bestaan in meerdere gedaanten. De oprichtingsdatum van het eerste koor is niet bekend. Dit koor werd in 1946 ontbonden. Drie maanden later was er een nieuw koor. Dit koor is in 1969 ontbonden, waarna in 1970 weer een nieuw initiatief volgde. Dat koor werd twee jaar later ontbonden. In 1978 volgde wederom een heroprichting als mannenkoor dat bij voorkeur Gregoriaans zingt. Ten slotte is dit koor in 2002 opgeheven. In dit archief zitten een paar prachtige stukken die we je zeker niet willen onthouden:Telegram met dankbetuiging namens de paus aan het zangkoor St. Caecilia in 1871. De telegram vermeldt niet waarvoor bedankt werd.Reglement 1909-1924Affiche met de 'Tien geboden van den kerkzanger' uitgegeven door de St. Gregoriusvereniging (?) 1930
De Lofstem - Spijk
Het laatste archief dat we onder de aandacht willen brengen is dat van de Christelijke gemengde Zangvereniging De Lofstem in Spijk [2563]. De vereniging werd op 8 maart 1946 (‘s avonds vanaf 7 uur) in de School met den Bijbel in Spijk opgericht. De op dat moment aanwezige 45 personen werden allen lid. De basis van het bestaan van de vereniging vormde ‘Gods onfeilbaar Woord, waarvan zij [de vereniging] erkent, dat de leer, die in het oude en nieuwe testament en in de drie formulieren van eenigheid begrepen zijn, de waarachtige en volkomen leer ter zaligheid is’. Haar doelstelling was zingen en dan met name christelijke liederen.
Lidmaatschap
Meisjes konden vanaf 15 jaar en jongens vanaf 16 jaar lid worden. De contributie werd vastgesteld op 20 cent per lid. De schoonmaakster kreeg 50 cent voor het vegen en stoffen van het lokaal na de repetitieavond. Aspirant leden moesten zich bij een bestuurslid aanmelden. Daarna werden ze op een vergadering voorgesteld en binnen 14 dagen toegelaten als er geen bezwaar was tegen hun gedrag. Je kon je lidmaatschap direct verliezen als je je binnen of buiten de vergadering onchristelijk gedroeg of zonder toegestane redenen vier achtereenvolgende keren verzuimde.Vergaderingen
De vergaderingen waren eens per maand en werden door de voorzitter geopend met psalmgezang, gebed en het lezen van een gedeelte uit Gods Woord en gesloten met een dankzegging. Alleen als je toestemming had van de voorzitter mocht je tijdens de vergaderingen het gebouw te verlaten. Alle besluiten werden met meerderheid van stemmen genomen.
Repetities
Wekelijks werd één keer gerepeteerd in een lokaal van de School met den Bijbel. Dat werd in eerste instantie op vrijdagavond om 8 uur, want de dirigent was zowel dinsdag- als woensdagavond verhinderd. Ondanks de slechte weersomstandigheden ‘...in stroomende regen...’ waren bijna alle leden opgekomen bij de eerste repetitie van 22 maart. De eerste paar keer werd een orgel geleend, maar vanaf 5 april had het koor een eigen orgel.
Activiteiten
Het koor deed geregeld mee aan zangconcoursen en won een aantal keer een eerste prijs. Er werden ook toneelstukken opgevoerd. Die waren meestal een combinatie van liederen en toneelstukken.Jaarlijks gingen ze gezamenlijk op reis. Direct bij de eerste verenigingsvergadering in 1946 werd besloten om een reiskas samen te stellen. Leden betaalden een dubbeltje bovenop de contributie om reizen mogelijk te maken. In juni besloot men tot een dagje uit. Het eerste plan was met de bus naar o.a. Austerlitz en Rhenen, maar omdat er geen bussen beschikbaar werden, werd het een uitje per boot naar Rotterdam. Later volgen er nog veel meer, zoals dit bezoekje aan de NCRV-studio in 1950.Meisjeskoor 'Van knop tot bloem'
Op de eerste verenigingsvergadering van 19 maart 1946 werd gevraagd om een meisjeskoor op te richten. Op 22 mei besloot men een kinderkoor als onderafdeling van de vereniging op te richten. De contributie was 10 cent per kind en 25 cent voor drie kinderen uit 1 gezin. De bestuursleden woonden beurtelings de repetities bij.
Opheffing
In 1946 werd bepaald dat de vereniging niet ontbonden kon worden zolang de leden bereid waren de uitgaven voor de repetitie-avonden te bekostigen. Werd de vereniging toch ontbonden, dan werden de goederen verkocht en kwam de opbrengst ten goede aan de Spijkse inwoners, zonder onderscheid van kerkgenootschap.
In de jaren zestig begon het ledengetal te verminderen. De voorzitter zegt in de jaarvergadering van 1962 dat dit ook voor andere verenigingen geldt en dat de radio en televisie hierbij een grote rol spelen. In de daaropvolgende jaren veranderde dit beeld niet echt.
In het jaarverslag over 1982-1983 merkte men op dat het ‘geen blij jaar is geweest…’ Doordat leden stoppen of overlijden, telt het koor te weinig bassen. Noodgedwongen voegde men de tenoren dan ook bij de bassen al ‘...was [het] dan ook een stemverlies dat niet op te vullen was...’ Men zong dan ook zonder tenorpartij, wel werd de hoop uitgesproken dat men in 1984 weer wat nieuwe nummers kon gaan leren.
Met ingang van 1 januari 1970 was het meisjeskoor ‘Van Knop tot Bloem’ al opgeheven. Wanneer ‘De Lofstem’ opgeheven is vooralsnog onbekend, in ieder geval na 1983.