Visserscollege
In notariële akten duiken regelmatig de ‘verpachting van vischwater of visscherij’ en ‘Visscherscollegie’ op. Welke geschiedenis gaat hierachter schuil?
Rossum, 25 februari 1869 – RAR 3182-705-Rossum
Verpachting van visscherijen - "te Heerewaarden ten verzoeke van James Enslie te Rossum, Cornelis Marinus Kosters te Heerewaarden, als vertegenwoordigende burgemeester en wethouders van Heerewaarden, Albertus van Maanen en Gijsbert van Son, beiden te Heerewaarden als gecommitteerden van het Visscherscollegie.”
Heerewaarden
Riviervissers bestaan al zolang er rivieren bestaan. In alle dorpen langs de Maas en de Waal waren vissers actief. Op de plaats waar Maas en Waal bij elkaar komen, leefde één dorp volledig van de visserij: Heerewaarden.
Gemeenteplattegrond Heerewaarden, 1866 – RAR 3152-A100007 Atlas voormalig Streekarchief Bommelerwaard
Van oudsher was de Graaf of Hertog van Gelre eigenaar van de rivier. De hertog schenkt, verkoopt of beleent viswater aan kloosters, lokale adel of steden. Vissers zijn in dienst bij de rechthebbenden, of pachten het recht om te vissen. Ze vormen vissersgilden.
Visserscollege
Het Regionaal Archief Rivierenland heeft een archief over het Vissersgilde St. Pieter in Heerewaarden. Het oudste stuk in dit archief is een gildekaart (gildereglement) uit 1660. Hierin wordt verwezen naar eerdere reglementen uit 1602 en 1592.
Het Heerewaardense visrecht behoort toe aan de inwoners van Heerewaarden en strekt zich uit over de Maas en de Waal. Wat betreft de Maas over de hele breedte van de rivier van Lith tot Drie en voor de Waal van Zennewijnen [bij Tiel] tot Rossum.
Visrechten
Vanaf 1814 gaat het – in Franse tijd opgeheven – gilde verder als Visserscollege St. Pieter. Het visrecht is vanaf 1815 niet meer voorbehouden aan de gildebroeders. De Heerewaardense wateren worden in percelen verpacht aan de meestbiedende. De opbrengsten worden tijdens de teerdagen verdeeld onder de leden van het Visserscollege, zo’n 61 vissers.Kaart gemaakt in verband met de vastlegging van de visrechten in de Waal ter plekke, circa 1870 – RAR 3124-25 Archief van het Vissersgilde St. Pieter 1660-1924
Op 24 april 1869 besluit de gemeenteraad de visrechten over te nemen. In de akte opgemaakt te Rossum treedt dan de burgemeester op als verzoeker.James Enslie (1823-1894) – Burgemeester van Heerewaarden (1863-1881) (bron: wikipedia.nl)
Vissen
Het Visserscollege wordt omgevormd tot Instelling van St. Pieter, die tot doel heeft om armoede van de oud-gildebroeders te voorkomen. Op dat moment zijn er 51 leden. Ze vissen op trekvissen als zalm en steur, maar ook fint, elft en houting of op paling. De trekvissen zwemmen vanuit zee het hele jaar door de Waal/Rijn en de Maas om in hun geboortewateren, nabij de bronnen van de rivieren, kuit te schieten.
Aanvankelijk gebeurt het vangen van grote trekvissen als zalm en steur naast met netten, ook met spiezen, harpoenen en gevlochten fuiken. De netten worden met roeibootjes en zeilbootjes de rivier op gevaren en naar de wal getrokken door vijftien tot twintig mannen of met een paard.Netten met paarden aan land getrokken – Bron: Wikipedia
Waalschokkers
In de negentiende eeuw halen de Gelderse riviervissers (afgedankte) vissersboten uit de Zuiderzee, zogenoemde schokkers. Deze worden omgebouwd voor de riviervisserij en Waalschokkers genoemd.Waalschokker, Fragment Nieuwe Haven Tiel, 1950-1960 – RAR 0668- H7.19 Prentbriefkaartencollectie Tiel
Museumbootdeschokker.nl noemt de compagnons Jacob Sepers en Gerrit Teunis Udo; namen die ook voorkomen in diverse akten in ons project: “Voor zover we weten lieten de compagnons Jacob Sepers Janz en Gerrit Teunis Udo Dirkz in 1911 de eerste stalen schokker bouwen voor de ankerkuil visserij op de rivieren. Vanaf 1911 tot 1914 zijn er in Beneden Leeuwen, Druten, Nijmegen en Millingen een tiental schokkers gebouwd. Na de eerste wereldoorlog bestaan nog twee werven die schokkers bouwen: in Beneden Leeuwen van Eltink en de werf van Janssen in Druten. In 1923 heeft Heerewaarden een vloot van ruim veertig schokkers."
Overbevissing, kanalisatie en vervuiling van de rivieren zorgen dat het aantal beroepsvissers in de 20e eeuw snel terugloopt en dat het beroep uitsterft. In 1954 viste de laatste beroepsvisser in de wateren bij Heerewaarden.