Vanaf 1928 werd door de gemeente Geldermalsen getracht een eigen destructorbedrijf in het leven te roepen. De economische depressie voorkwam dat het eigen bedrijf van de grond kwam. Omdat wettelijke regelingen per 1 juni 1932 verplicht stelden dat gestorven en afgekeurde dieren vernietigd moest worden via destructie, sloot men een overeenkomst met het destructorbedrijf te Overschie de N.V. Gekro. In dezelfde periode werden landelijk grote centrale destructorbedrijven opgericht die economischer werkten dan een klein plaatselijk bedrijf, waardoor de noodzaak om het in eigen beheer te gaan doen niet langer meer bestond. Er werd een gemeenschappelijke regeling opgesteld waaraan naast Geldermalsen de gemeenten Buren, Deil, Echteld, Kesteren, Lienden en Ophemert deelnamen. Het jaar daarop bleek Ophemert al als uitgetreden te moeten worden beschouwd. Naast deze aangesloten gemeenten maakten ook de niet-aangesloten gemeenten Culemborg, Est en Opijnen, Everdingen, Gorinchem, Herwijnen, Hagestein, Tiel, Vreeswijk, Waardenburg en Wadenoyen tegen betaling gebruik van de geboden faciliteiten. Later trad Ophemert alsnog weer tot de gemeenschappelijke regeling toe. Het personeel van de De Vleeschkeuringsdienst "Geldermalsen c.a." voerde de algemene werkzaamheden uit.

In eerste instantie werd gebruik gemaakt van twee ophalers. De ophaler te Geldermalsen haalde met een vrachtauto van het bedrijf de kadavers in zijn directe omgeving op en sloeg ze op in een loods staande op een perceel grond gehuurd van de dorspolder Geldermalsen. De Ingense ophaler haalde kadavers met paard en wagen op en sloeg ze op bij zijn woonhuis. Vervolgens haalde zijn collega uit Geldermalsen de kadavers weer op om ze naar Gel-dermalsen te brengen. Vandaar uit zorgde de N.V. Gekro voor verder transport. In 1934 werd van K.G. van Varik een woning met schuur aan de Meersteeg gekocht en waar een loods werd gebouwd. Dit werd vervolgens het verzamelpunt voor alle kadavers.

Direct na de Tweede Wereldoorlog besloot men het destructorbedrijf met ingang van 31 december 1946 te liquideren. In de loop van de tijd waren alle technische werkzaamheden overgegaan naar de N.V. Gekro en was het bedrijf verworden tot een administratieve organisatie die zich alleen nog bezighield met het invorderen van de gemeentelijke bijdragen en de uitbetaling hiervan aan de N.V. Gekro. Met dit laatste bedrijf werd vervolgens een (gemeenschappelijke) overeenkomst afgesloten voor de destructiewerkzaamheden.