Begin jaren dertig verkeerde de boomkwekerij in de gemeente Kesteren in een zware crisis. Om de problemen het hoofd te bieden werd op initiatief van kweker Jan van Doesburg besloten tot samenwerking tussen de nog sterk individueel optredende boomkwekers. Van Doesburg, raadslid te Kesteren, zocht ook bestuurlijke steun bij de gemeente. Dit resulteerde in de oprichting op 31 december 1932 van de 'Vereeniging van Boomkweekers gevestigd te Opheusden, genaamd 'Boomkwekersbelang'. Voorzitter en secretaris van de vereniging werden respectievelijk burgemeester T. Lodder en gemeentesecretaris A. Brakel.
De vereniging kende moeilijke eerste jaren. Het ledental bleef nog beperkt en de georganiseerde aktiviteiten hadden wisselend succes. In 1934 was het bijna zover gekomen dat Opheusden als boomteeltcentrum geheel moest verdwijnen. Teeltvergunningen zouden namelijk alleen nog aan kwekers verleend worden die alleen de boomkwekerij bedreven, terwijl in Opheusden gemengde bedrijven voorkwamen. De crisis kon echter bezworen worden.
Vanaf 1940 kreeg de vereniging steun door de oprichting van een Rijkstuinbouwconsulentschap in Kesteren. De belangen van de boomkwekers kregen van de rijkstuinbouwconsulent de nodige aandacht.
Na de Tweede Wereldoorlog begon de vereniging met de organisatie van veel aktiviteiten. Zij werd daarbij gesteund door diverse organisaties en bestuurders die nadrukkelijk aandacht vroegen voor de agrarische en sociaal-economische ontwikkeling van het rivierengebied. In 1975 is de vereniging omgezet in een nieuwe organisatie de 'Boomkwekersvereniging Kring Opheusden en Omgeving'.