Korte geschiedenis van het dorp Zoelen
In Zoelen zijn sporen gevonden van bewoning uit de 2e eeuw na Christus en vanaf de Karolingische tijd.
Herkomst van de naam
De oudste vermelding van Zoelen als woonplaats staat in een 14e-eeuwse kopie van een oorkonde uit 1139. Een eerdere vermelding uit 1046 wordt waarschijnlijk als vervalsing beschouwd. De naam Zoelen is afgeleid van een verdwenen riviertje, “De Soel”. De oudste vermelding van dit riviertje is terug te vinden in een 13e-eeuwse kopie van een oorkonde uit 788-789 van het klooster te Echternach (Luxemburg): "..in pago Batuense super fluvio Solina". De naam verwijst waarschijnlijk naar de monding van dit riviertje in de omgeving van het dorp.
Heerlijkheid en bestuur
Vanaf 1506 was Zoelen een dagelijkse heerlijkheid. Tijdens het Ancien Régime maakte het dorp deel uit van het Ambt Neder-Betuwe, als zogenaamd panderambt samen met Avezaath. Tot in de 18e eeuw bestond er een rechtbank die jaarlijks bijeenkwam “op de Dam op de eerste donderdag na veertien nachten na Pasen”. Van 1811 tot 1977 was Zoelen een zelfstandige gemeente. Sinds 1978 behoort het dorp tot de gemeente Buren.
Kasteel Huis Soelen
Ten westen van het dorp ligt het kasteel Huis Soelen. Al in de 12e eeuw stond er een huis op deze plek. Dit kasteel en het omliggende landgoed waren onder andere eigendom van Dirck Vijgh, een belangrijke middeleeuwse edelman. Huis Soelen heeft door de eeuwen heen een belangrijke rol gespeeld in de lokale geschiedenis.
Dorpsvorm
Zoelen is een lintdorp zonder een duidelijke dorpskern. De bebouwing strekt zich uit langs de hoofdwegen, kenmerkend voor het dorp zoals het zich door de eeuwen heen heeft ontwikkeld.