Korte geschiedenis van het dorp Maurik
Geschiedenis
Door archeologische vondsten is bekend dat Maurik al in de Bronstijd in geringe mate bewoond was. Aan het begin van de jaartelling heeft op de Woerd bij Maurik een grote boerderij gestaan, die tegen het eind van de derde eeuw werd verlaten, vermoedelijk door de Frankische invallen. Ook andere vondsten hebben aangetoond dat Maurik in de Romeinse tijd bewoond was. Zo zijn er in Maurik een mijlpaal en romeinse munten gevonden. De meeste schrijvers nemen aan dat permanente bewoning in de Betuwe pas vanaf de 7de eeuw plaatsvond. De naam met de uitgang –ik (Maurik, Varik e.d.) zou onder meer op wijzen op bewoning vanaf de vroege middeleeuwen wijzen. In de negentiende eeuw waren er nog overblijfselen te zien van kastelen of burchten. Gedacht moet dan worden aan gedeelten van grachten en oude fundamenten.
In 1820 werd het herenhuis Otttestein gesloopt. Hiervan is nog de plaats waar de gracht is geweest zichtbaar. De overlevering zegt dat er in Maurik een onderaardse gang geweest is, die liep van de molen naar de Rijn.
Tot 1819 heeft in Maurik een kapelletje gestaan, dat waarschijnlijk erg oud was. Twee straatnamen verwijzen hier nog naar (de Kapelstraat en de Kapelse Opweg). In 1819 werd het door de toenmalige eigenaar de polder Maurik afgebroken. Op de plek werd de woning voor de veldschutter gezet.
Heerlijkheid
Maurik was een dagelijkse heerlijkheid, die bestond uit de polder van Maurik met uiterwaarden. In 1139 behoorde de heerlijkheid waarschijnlijk aan de heren Cuyck en Malsum. Daarna vinden we de volgende heren van Maurik: Otto, graaf van Bentheim, de graaf van Gelre en daarna heer Saffatijn van Malderick. Deze Saffatijn van Malderick bouwde zijn burcht bij de rivier. Hij sneuvelde in 1288 in de Slag bij Woeringen. Daarna was zijn zoon Gerhard van Malderick heer van Maurik, gevolgd door graaf Reinald en Johan van Bosichem, heer van Culemborg. De graaf van Culemborg verkocht in 1698 Maurik aan Albet van Deelen tot Sprankeren. Daarna is de heerlijkheid nog in handen geweest van de geslachten Delen en Mom en in de negentiende eeuw de heer Caen, heer van Hoekenburg. Deze was de laatste heer van Maurik. Hij bezat nog enkele restanten van heerlijke rechten, waaronder het tiendrecht. De heren van Maurik zouden vroeger gewoond hebben in de “Jonker Cuylenburgs hofstad’. Deze hofstede of het slot zou al in de vijftiende eeuw zijn verwoest.
De Hervormde kerk
De Sint Maartenskerk van de Hervormde gemeente was voor de hervorming de Rooms-Katholieke kerk. Het oudste deel van de kerk stamt uit de vijftiende eeuw. Tussen 1920 en 1924 werd de kerk gerestaureerd.
De Katholieke kerk
De oude katholieke kerk werd gebouwd in 1795 en werd in 1820 vernieuwd. Deze kerk is in 1949 vervangen door een nieuw kerkgebouw op de Bulkamp. De oude kerk heeft daarna dienst gedaan als koelhuis voor fruit.
Middelen van bestaan
In de negentiende eeuw vonden de meeste inwoners van Maurik hun bestaan in landbouw en de veeteelt. Ook de paardenfokkerij was een belangrijke bron van bestaan. Vanaf de negentiende eeuw boden ook de steenfabrieken veel werkgelegenheid. De eerste steenfabriek in Maurik werd door de heer van Wijck uit Culemborg geopend. Later kwam er een tweede fabriek en in 1901 zelfs een derde steenfabriek bij.
De bijnaam voor de Maurikse inwoners is ‘rietpikker’. Deze naam is afkomstig uit de tweede helft van de negentiende eeuw, toen er mannen vanuit Maurik lopend naar de omgeving van Amersfoort gingen om daar riet te pikken. Dat gepikte riet werd in Maurik geruild voor kruidenierswaren. In de twintigste eeuw heeft de Maurikse vestiging van Wehkamp voor werkgelegenheid gezorgd. Door de bouw van het industrieterrein bij Eck en Wiel is er de laatste jaren nieuwe bedrijvigheid ontstaan in de omgeving van Maurik. Verder werken veel inwoners in naburige plaatsen of bij de lokale fruit- en transportbedrijven.
Watersnood
Door de ligging van Maurik, tussen Rijn en Waal, heeft het dorp veel last gehad van watersnood en overstromingen. Het dorp is getroffen door dijkdoorbraken in 1557, 1574, 1575, 1616 en 1809. Vooral de ramp van 1809 trof Maurik zwaar: het hele dorp kwam onder water te staan. Hierbij kwamen twaalf mensen om het leven en werden vele huizen verwoest en de kerk beschadigd. Bij de hoge water in 1995, waarbij het rivierwater extreem hoge standen bereikte, moest het hele dorp geëvacueerd worden.
Eiland van Maurik
Door de bouw van de stuw in de Nederrijn bij Amerongen is de rivier die oorspronkelijk langs het dorp liep een paar honderd meter naar het noorden verlegd. Ter hoogte van Maurik ontstond een dode rivierarm. Het gebied ertussen wordt het Eiland van Maurik genoemd. Het is vooral watersport recreatiegebied en natuurgebied. Het recreatiepark biedt mogelijkheden tot varen, zeilen, surfen en andere vormen van watersport. Tevens is er een camping aanwezig. De resten van de bedrijvigheid van vroeger zijn hier in de vorm van drie vervallen steenfabrieken nog terug te vinden.