Korte geschiedenis van het dorp IJzendoorn
De gemeente IJzendoorn bestond van 1818 tot en met 1923 in de Neder-Betuwe. Het dorp IJzendoorn was vroeger een hoge heerlijkheid. Voor 1818 maakte het samen met Ochten en Echteld één gemeente. Tussen 1810 en 1811 heette deze gemeente Ochten, daarna gemeente Echteld.
De gemeente IJzendoorn dankte haar bestaan aan de familie Van Tuyll van Serooskerken, die eigenaar was van de heerlijke rechten.
Zelfstandigheid en bestuur
Na het vertrek van de Fransen in 1813 kregen lokale heren de mogelijkheid om hun heerlijkheid als zelfstandige gemeente te laten voortbestaan. Dit bracht soms extra kosten met zich mee.
In IJzendoorn was het dorp niet groot genoeg om zelfstandig het bestuur te betalen. Daarom moest de heer een extra bijdrage (quotum) betalen, bijna de helft van het totaal aan gemeentebelastingen. Van 1818 tot 1848 varieerde dit quotum van ongeveer 198 tot 244 gulden per jaar.
In ruil daarvoor had de heer invloed op het bestuur en de benoeming van dorpsfunctionarissen. Met de nieuwe grondwet van 1848 vervielen de heerlijke rechten en plichten.
Naam en wapen
De naam IJzendoorn werd voor het eerst genoemd rond 850-865 als Isaandra. Waarschijnlijk verwijst de naam naar een plaatselijke waterloop.
IJzendoorn voerde geen eigen gemeentewapen, maar op 7 oktober 1818 bevestigde de Hoge Raad van Adel het wapen van de heerlijkheid. Dit bestond uit een rood schild met drie blauwe banen waarop zilveren lampen stonden. Dit is het heraldische teken vair. De gemeente had geen officiële vlag, maar bij feestdagen werd waarschijnlijk de Nederlandse vlag gebruikt.
Landschap en archeologie
IJzendoorn lag langs een rivierarm tussen Opheusden en Kesteren. Ook liep er vroeger een rivierarm tussen IJzendoorn en Echteld, richting het Ommerenseveld. Toen de rivier verlandde, kwam er naast de oude bedding een weg in gebruik. Dit werd later de Keizerstraat, die deels langs de Wijenburgsestraat en Medelsestraat loopt.
Langs deze oude rivierloop ontstond een hoge oeverwal waar in de prehistorie al mensen woonden. Ten noorden van de Keizerstraat ligt ‘De Woerd’, een langwerpige hoogte met veel vondsten uit de IJzertijd en de Romeinse tijd. Hier zijn ook brokken tufsteen en fragmenten van Romeinse dakpannen gevonden.
Romeinse villa
Op deze plek stond waarschijnlijk in de Romeinse tijd een villa, een soort herenboerderij. Hier werden op grote schaal gewassen verbouwd, waarschijnlijk om de Romeinse militairen te voeden.