Paaskoe

Korte geschiedenis van het dorp Echteld

Geschiedenis

De oudste vermelding van het dorp als Echtelte dateert uit 1178. Echteld was oudtijds een dagelijkse heerlijkheid in de Neder-Betuwe. Tussen 1811 en 1818 behoorde het samen met Ochten en IJzendoorn tot de gemeente Ochten. De gemeente Echteld bestond van 1818 tot 1923 uit het dorp Ochten, met het buurtschap Eldik en het dorp Echteld met de buurtschappen Ooij, Medel, het Sluisje, Den Akker en De Kikvors. De afsplitsing van IJzendoorn van de gemeente Echteld in 1818 was het resultaat van lobbywerk van de heer van IJzendoorn. Echteld en Ochten spraken af dat de gemeente de naam Echteld zou krijgen, maar dat de raadsvergaderingen in Ochten gehouden zouden worden. Daar woonde ook de burgemeester. Vanaf 1923 behoorde ook het dorp IJzendoorn tot de gemeente Echteld. Per januari 2002 fuseerde Echteld met de gemeenten Kesteren en Dodewaard. De nieuwe gemeente kreeg de werknaam "gemeente Kesteren". Deze naam werd per 1 april 2003 veranderd in "gemeente Neder-Betuwe". Medel werd aan Tiel toegevoegd.

In het dorp staat nog het kasteel van de heerlijkheid, genoemd naar de oudste heren Van Wijhe, 'de Wijenburg'. Al in 1271 is er sprake van een versterkt huis. Door het huwelijk van de jonkvrouw van Echteld met Jodaen van Wijhe kwam het bezit voor vijf eeuwen in handen van de  familie Van Wije. Daarna kwam het aan de Wassenaers en in de 19e eeuw de Van Balverens. Het kasteel is in 1956 overgedragen aan de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen, die zorgde dat het inmiddels vervallen kasteel gerestaureerd werd.  Tegenwoordig heeft het een horeca-functie.
 
De geschiedenis van de Hervormde kerk gaat terug tot de 11de eeuw. Het schip is uit de 11de eeuw, het koor uit de 14de eeuw. De toren was oorspronkelijk uit de 13de of 14de eeuw, maar is in 1835 ingestort bij een storm. Er werd daarna een kleinere toren opgebouwd. Tot 1384 was deze voormalige parochiekerk de moederkerk voor de buurschappen Medel, Ooij en IJzendoorn. De kerk had als kerkpatroon Sint Johannes de Doper. In de kerk bevinden zich twee grafmonumenten: een van Hendrik van Brienen uit 1663 en een van Reinoud van Wijhe uit 1657. Bij werkzaamheden in de kerk in  1959 kwamen delen van muurschilderingen tevoorschijn. Deze zijn in 1999 geheel blootgelegd en nu weer in de kerk zichtbaar. Het betreft voorstellingen van het Laatste Oordeel en van Sint Joris met de draak.