Korte geschiedenis van het dorp Aalst (Betuwe)
Aalst is een oude buurschap in de Betuwe met een rijke geschiedenis. De eerste vermelding van Aalst dateert uit 814/815, toen het Halosta werd genoemd. In een akte uit die tijd schonk een Frank genaamd Baldericus grond uit Halosta aan een Benedictijner klooster.
Aalst maakte deel uit van het kerspel Lienden, samen met Meerten en De Marsch. Hoewel het tot het kerspel behoorde, viel Aalst niet onder de heerlijkheid Lienden, maar onder het ambt van de Nederbetuwe. Het bestuur van Aalst bestond uit buurmeesters, die al in 1466 in bronnen worden genoemd. De dijkgraaf van de Nederbetuwe schouwde regelmatig de dijk bij Aalst met zijn heemraden.
Bezit en Kasteel
In de 15e en 16e eeuw was Aalst in bezit van de familie van Aalst. Later ging het bezit over naar de families Torck en van Lynden. Aalst had ooit een kasteel, waarschijnlijk gebouwd door Boudewijn de tweede, heer van Heusden. De laatste resten van dit kasteel werden in 1875 gesloopt.
Gemeentelijke Ontwikkelingen
In 1811 werd Aalst onderdeel van de gemeente Lienden (toen mairie genoemd). Na een herindeling in 1818 bleef Aalst bij Lienden. Op 1 januari 1999 ging de gemeente Lienden op in de gemeente Buren.
Middelen van Bestaan en Recente Ontwikkelingen
De bevolking van Aalst hield zich voornamelijk bezig met akkerbouw en veeteelt. In 1830 telde Aalst 150 inwoners. Tegenwoordig kent Aalst geen winkels meer, maar in het verleden was er een snoepwinkeltje. In de buurt van Aalst ligt camping Lede en Oudewaard, die jaarlijks veel toeristen trekt.