Woonoord Overbroek
In de jaren 30 van de vorige eeuw bouwde de Nederlandse regering kampen waarin werklozen konden verblijven als ze in die omgeving te werk waren gesteld. Een van die kampen lag vanaf 1941 aan de Nieuwe Dijk tussen Ochten en Kesteren. Er bivakkeerden mensen die moesten helpen bij het slopen van een deel van de Grebbelinie. In 1942 was het een doorgangskamp voor Joden naar kamp Westerbork. Later werden er leden van de Nederlandse Arbeidsdienst gehuisvest. Na de oorlog woonden er mensen die hun huis waren kwijtgeraakt. Het kamp werd in 1947 gerenoveerd en omgebouwd naar 22 woningen met keuken, woon- en slaapkamer. De washokken, toiletten en douches waren wel gezamenlijk.
Molukkers
In 1951 haalde de Nederlandse regering een groep voormalige KNIL-militairen en hun gezinnen naar Nederland. Het was de bedoeling dat zij hier tijdelijk zouden blijven en er was in Nederland grote woningnood, dus werden ze ondergebracht in voormalige kampen, kazernes en kloosters. Zo’n 22 Molukse gezinnen verbleven in kamp Overbroek, dat nu Woonoord Overbroek heette. Naast Overbroek waren er in Rivierenland andere kampen waar Molukkers werden ondergebracht, zoals 17 gezinnen circa Lingebrug in Opheusden, 56 gezinnen in Schutsluizen in Tiel (zie foto) en 13 in Elzenpasch in Drumpt.
Na een paar jaar werd duidelijk dat de situatie minder tijdelijk was dan was gedacht. De kampen werden steeds slechter en de bewoners van de kampen verhuisden (gedwongen) naar woningen in ‘Molukse wijken’. Kamp Overbroek werd in 1970 gesloopt. De Betuwelijn loopt nu door het gebied heen waar het kamp stond. Alleen een monument in de vorm van een grote hand langs de A15 bij Ochten herinnert er nog aan.