Bruchem
Bruchem is een dorp in de gemeente Zaltbommel
Herkomst naam
De plaatsnaam Bruchem is samengesteld uit twee woorden: 'bruc' en 'hem'. 'Bruc' komt van het woord 'broek', dat drassig bebost stuk land betekent. 'Hem' is een afgeleide van het woord 'heim' en heeft de betekenis van woonplaats. Wat zegt het Aardrijkskundig woordenboek van Van der Aa over Bruchem?
Gemeentelijke indeling
1811 - 1998 gemeente Kerkwijk
Korte geschiedenis van Bruchem
De eerste vermelding van Bruchem dateert van vóór 960. In de 12e eeuw werd het Huis te Bruchem gesticht door het geslacht De Cock van Bruchem. Deze familie bleef tot begin 15e eeuw in bezit van zowel het kasteel als de heerlijkheden Bruchem en Kerkwijk. Vanaf 1410 kwam het kasteel in handen van de familie Van Berchem. Theodora de Cock van Bruchem, gehuwd met Johan van Berchem, werd in dat jaar met het kasteel beleend. De Van Berchems bezaten niet alleen het landgoed met het huis, maar ook de lage heerlijkheden Bruchem en Kerkwijk en de molens in deze dorpen. In 1610 werd de heerlijkheid Kerkwijk afgesplitst van Bruchem. Na de familie Van Berchem kwam het kasteel in bezit van de familie Van Hamale.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog speelde Bruchem een rol in de verdediging van de regio. Er werd een veldschans aangelegd om de doorgang naar Zaltbommel af te snijden. Deze verschansing is te zien op een schilderij van het beleg van Zaltbommel in 1574. In de Franse tijd, van 1811 tot 1 januari 1818, was Bruchem de naam van de gemeente Kerkwijk. Op 1 januari 1999 werd de gemeente opgeheven en bij Zaltbommel gevoegd. Het kasteel Bruchem, ook bekend als Huis te Bruchem, is in de loop der tijd verdwenen. Het kasteelterrein wordt tegenwoordig aangeduid met de naam 'De Singel'. Een afbeelding uit 1791 door Franciscus Andreas Milatz geeft ons een laatste blik op hoe het kasteel er ooit uitzag