Bibliotheek

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1897-04-01; p. 5

Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1897-04-01; p. 5
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
5
Datum:
1897-04-01
Jaargang:
1897
Is onderdeel van:
— 6 —
den negers dikwijls getoond, terwijl hij hen dan tevens de levensgeschiedenis van den knaap vertelde, die getrouw was geweest in het kleine. Mijn lezeres, hebt gij reeds nagegaan, waarmede gij den Heiland uw dank kunt betalen? Hem, die voor u Zijn leven gaf? ! Naverteld uit het Zwitsersche Blad voor Jonge Meisjes.
-A. F G- O r) E ZR IJ-
Gij meent wel, deze regelen handelen over iets van de Oud- Testamentische geschiedenis; over het oude, afgodische Israël, dat zooveel ondervonden had van Gods trouw en toch telkens weder naar der heidenen voorbeeld zich afgoden oprichtte om naast of in plaats van Zijnen God te aanbidden? Gij meent wel dit is dus alleen bestemd voor onze Zondag- schoolonderwijzeressen, die wellicht met een nieuw inzicht over deze dingen haar voordeel kunnen doen ? Neen, mijne lezeres, ik bedoel mijne jonge lezeressen, wie ze ook zijn mogen, dit woord is een woord voor u in ’t bizon- der. Werd het wellicht in de pen gegeven ten bate van ééne, die ik in de Corr, van dit Blad reeds hierop wees, de bekend-heid ( bekendheid ) met velen uwer maakt mij toch een ernstig woord over eene zonde, die onder ons niet minder heerscht dan zij onder Israël gevonden werd, tot een duren plicht. Tijd en gelegenheid ontbreken mij om, zoo uitvoerig als ik wenschen zou, op dit onderwerp heden in te gaan, maar de bekendheid met de geestelijke stemmingen en stroomingen en ongezonde neigingen van velen uwer, dringen mij toch tot een paar regelen. Wat is afgoderij? Voor.Israël en de heidenwereld was liet iedere, ook de geringste overtreding van het tweede der tien geboden. Wij zijn christenen, niet waar? Naar geboorte, uit christen-ouders, ( christenouders, ) naar den ontvangen heiligen Doop, naar de gedane belijdenis. Zijn wij ook christenen naar het voorbeeld van Hem, die het ons zoo ernstig als de Wet en de Profeten, dus als het gansche Godswoord heeft voorgehouden, dat wij God moeten liefhebben met geheel het hart, met gansch de zieleen met alle krachten ? Wat is afgoderij voor ons, die ons zoo gaarne en vaak uit volle overtuiging christenen noemen, discipelinnen van den Heiland, dien wij meenen lief te hebben, en dien wij toch niet liefhebben, zoolang niet ons gansche hart, geheel en onverdeeld Hem toebehoort? Dit is afgoderij — en nemen wij dit wel ter harte — als wij een mensch, wie dan
Willen wij dat ook doen, meer dan te voren, ons hart stellen op onze wegen, dan wordt het ook recht voor God. Voor heden daarover genoeg; daarom eindig ik met eenige bekende regelen, die ik u allen op het hart wil binden: ’k Wil U ten eigendom verkiezen, ’k Gevoel toch, buiten U is geen. ’k Wil niet in ’t schepsel mij verliezen, Bij U is rust,, bij U alleen. Bij U is rust, bij U verblijden, Aan Ü wil ook mijn hart zich wijden. H. W. S. GRAANKORRELS.
Weest in geen ding bezorgd. Phil. 4: 6a. Zoo vermaant zonder meer de apostel. Dat wil niet zeggen: „Doet niets”, maar juist het tegendeel: „Doet wat gij moet, doet wat gij kunt; arbeidt, strijdt, weest trouw in ’t kleine en in ’t’ groote, voor het uit- en inwendige, maar weest niet bezorgd.” Wij willen onze zorgen, zoo dikwerf ze op ons terug-vallen, ( terugvallen, ) telkens weêr werpen op God, totdat zij eindelijk op Hem blijven.
Al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wèl luidt, zoo er eenige deugd is, en zoo er eenige lof is, bedenkt datzelve. Phil. 4 : 86. Strooi vandaag een enk’le bloem Op des naasten pad, Strijk hem van ’t bezorgd gelaat Enk’le rimpels glad. Lenig druk of droog een traan, Breng één enk’len zegen aan, Doe één woord van liefde hooren En uw dag is niet verloren. Overgenomen uit Pni'él.
Opgaaf van dagelijksche Bijbellezing gedurende de maand October.
Oct. 1. Leer mij uwen wil tedoen. Ps 142. Joh. 7:17-18. » 2. Niet zooals ik wil. Matth. 26 : 36-46. » 3 Hoe wij Gods wil tot onzen wil maken, en de zegenrijke gevolgen hier-van. ( hiervan. ) Phil. 2 : 1-13. Col. 1 : 9-13. Verdrukkingen. » 4. Baksteenen zonder strooi Ex. 5 : 1-14. » 5. Job 19:20-27. » 6. De Apostelen 1 Cor. 4 : 6-13. » 7 Blijmoedigheid onder de verdrukking. 2 Cor. 7 : 1 -16. Handl. 16 : 25. » 8. Uit groote verdrukking. Opb. 7 : 11-17. » 9. Vervolging lijden. 2 Tim. 2 : 1-13. » 10. Om Christus wil, moeten wij ook verdrukking kun-nen ( kunnen ) verdragen. Hebr. 12 : 1-13. Onze arbeid. » 11. Er bleef niets ongedaan. Jos. 11 : 15-23. » 12. Op uw woord. Luk. 5: 1-11. » 13. Doet wat Hij zegt. Joh. 2 : 1-11. » 14. Hemelsche roeping. Hdl. 26 : 12-20. » 15. Ach, welk een ontrouw ! Ex. 32 : 1-8.
Oct. 16. Heer, help mij! Matth. 14 : 22-33. » 17. Wat de Heer van ons vraagt. Ex- 19:1-8. Het belijden van Christus. » 18. Belijdenis van een’ zon ¬ daar. Luk. 18:9-14 » 19. Belijdenis voor de men ¬ schen. Matth. 10 : 32-39. » 20. Belijdenis van Petrus. Matth. 16 : 13-20. » 21. Verloochening van Petr. Matth. 26 : 69-75. » 22. Hoe Petrus zijnen Heer weder belijdt. Handl. 2 : 14-37. » 23. Welke gevolgen de belij ¬ denis van Christus kan hebben. Mark. 13 : 3-13. Matth. 5 : 9-16. » 24. Waarom en hoe wij Christus moeten belijden. Joh. 12 : 35-43. Rom. 10 : 8-11.
Vertrouwen op den Heer. » 25. Op Zijne hulp. Hebr. 13 : 5-8, 21. » 26. Op Zijne vertroostingen. 2 Cor. 1 : 1-7. » 27. Bij alles wat ons ont ¬ moet. 2 Cor. 2 : 8-14. » 28. Als wij gebrek vreezen. Phil. 4 : 14-23. » 29. Op Zijne verlossing. Col. 1 : 9-23. » 30. Volkomen vertrouwen op Christus. 1 Tim.1 :1-17.
Me d ede e ling.
Compleete 3e de Redactrice.
jaargangen
ä 30 cent, nog verkrijgbaar bij
A. van Loon. — Tiel.
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer