Bibliotheek

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1898-05-02; p. 2

Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1898-05-02; p. 2
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
2
Datum:
1898-05-02
Jaargang:
1898
Is onderdeel van:
— 3 —
4 - 2
5
ONZE BONDSAVONDEN.
w 4
$
Be Zenaua-Zending in Bïitsch Indiê.
vraagt de Heer zelf
October 1898.
Een stem uit de diakonessenwereld.
moogt kranken ver- maar eerst moet Ik
IB
*) Hare belangwekkende levensbeschrijving komt evenals die van de tweede Msr. Judson in vele zendingswerken voor.
voorrecht om de kranken in Zijn naam te verplegen en te verzorgen, werd dieper dan ooit door ons ge- ' voeld. Want immers aan Zijne discipelen, die Hij op aarde achterliet, gaf de Heer een taak: „dehongerigen te spijzigen, dorstigen te lesschen, naakten te kleeden, vreemdelingen te herbergen, kranken te bezoeken, tot gevangenen te komen.” De Heer maakte zich met die allen één, toen Hij zeide: »Voorwaar zeg Ik u, voor zooveel gij dit éénen van deze minste broeders gedaan hebt, zoo hebt gij dat Mij gedaan.” En nu jonge meisjes en vrouwen, die ook den Heer reeds als uw Heelmeester en Verlosser hebt leeren kennen, al is het pas bij aanvang, aan u doe ik een vraag: »Hoe staat gij tegenover die opdracht van uw Heer?” Gaat met die vraag eens in de eenzaamheid, als gij daar de gemeenschap zoekt met uwen Heiland, dan zult ge, ja dan moet ge Zijn stem vernemen: „Zooveel deed Ik voor u, wat doet gij voor Mij? Ik gaf Mij geheel voor een verloren wereld, waarom is uw hart nog zoo verdeeld, waarom kunt gij niet tot die geheele overgave komen? Mijn dienst maakt toch waarlijk zoo gelukkig en blij; met Mij komt gij nooit bedrogen uit, met de wereld altijd. Daarom vraag ik u nog eens: „Hoe staat gij tegen-over ( tegenover ) die opdracht? Weet gij wel dat er nog steeds dringende behoefte is aan diakonessen? Van alle kan-ten ( kanten ) komt de vraag tot de verschillende Diakonessen- Moederhuizen: „Zend ons toch een zuster,” en men staat soms machteloos „want” hét antwoord moet zoo vaak luiden: „Wij hebben geen krachten genoeg.” Is het goed beschouwd niet ontzettend, dat zoovele jonge ; vrouwen haar vrijen tijd aan alles en allerlei wijden, en er voor den dienst van den Heei" ach zoo weinig
ik mijne jonge leden wel een woord van opwekking willêp toevoegen. Allereerst wel haar de vraag voorleggen: Waarvofr komt gij samen? Wat is uw uitgangspunt, welk uw doel A ' Bondsleden? Daar komen wel eens klaagtonen tot mij A meer dan eene afdeeling van de leden zelven, over de weiniÄ opgewektheid die de samenkomsten kenmerkt. De avondjes dg. ! zichzelf zijn wel opgewekt en aangenaam — daarover klaaÄ: niemand, trouwens onze dames-bestuurderessen geven zich daa> | voor ook te veel moeite, maar — het moet zoo alles van éew kant komen. Ife. j
5 u g e z o 11 <1 e if. N°. 1. ANTWOORD WEDSTRIJD. Nog vóór dat ik het antwoord van Tante Jo gelezen had naar aanleiding van het schrijven van M. G. M. kwam de vraag in mij op: „Waar moet het heen met al onze huiselijke werkzaamheden wanneer onze dienende zusters ons zulke vra-gen ( vragen ) gaan stellen?” — Ik stem toe dat onze Ned. Meisjesbond een ruim arbeidsveld heeft, óók en vóóral voor onze dienst-boden, ( dienstboden, ) echter m. i. z. niet precies op de wijze die M. G. M.
„ J k de Heer ben uw Heelmeester,” dit mochten wij ƒ kort geleden hooren in een onzer kerkgebouwen bij de inwijding van het Ziekenhuis der Ned. Her-vormde ( Hervormde ) Diakonessen Inrichting te Amsterdam. Wij werden versterkt in onze overtuiging, dat onze Heer een zegen voor ziel en lichaam beide heeft, en het
het: „Ik wil mijn Heiland niet in algeheele overgave volgen, dit kan altijd nog wel; eerst moet ik wat ouder zijn, of eerst moet dit en dat bezwaar uit den weg zijn geruimd.” Daar tegenover staat de eisch van den Heer: „Verkoop al wat gij hebt en volg Mij. Wie vader of moeder liefheeft boven Mij is Mijns niet waardig.” Met andere woorden, gij moogt mede-arbeiden aan de uitbreiding van het Godsrijk; gij plegen, hulpbehoevenden bijstaan, uw geheele hart hebben. Daarom voor de derde maal aan u: „Wilt gij mij zóó volgen F' Men hoort de laatste maanden zooveel over de vrouw en de vrouwenbeweging spreken. Geve de Heer dat er eene beweging onder de ongehuwde vrouwen, voor zoover zij ledig aan de markt staan, moge komen, om zich geheel aan ’s Heeren dienst te geven, om de hand aan den ploeg geslagen, niet achterwaarts ziende, het leven te gaan wijden aan dien grooten Heelmeester, die ons dan verwaardigt om Hem aan Zijn groot werk te mogen helpen. De Heer geve dat spoedig vele ar-beidsters ( arbeidsters ) in Zijn wijngaard mogen uitgestooten worden. Ëen didkones uit het Moederhuis te Amsterdam, Prinsengracht 997.
bedoelt. Als zij in alle kalmte en rust haar schrijven nog eens nagaat, dan zal zij zelve toestemmen dat het niet gemak-kelijk ( gemakkelijk ) zal wezen tot stand te brengen wat zij vraagt: „cur-sussen ( „cursussen ) openen in allerlei nuttige dingen: lezen, schrijven, geschiedenis, letterkunde, enz. enz.” Ik stel de eenvoudige vraag: „wat ligt meer op onzen weg, als trouwe, dienende, nauwgezette dienstboden onze aangewezen taak te vervullen, óf, door het volgen en bijhouden van bovengenoemde lessen ons werk half en dus — met gedeelde toewijding te doen?” Willen wij waarlijk dienen door liefde, dan moeten wij begin-nen ( beginnen ) met twee zaken; ten eerste: leeren ons tevreden voelen op de ons aangewezen plaats; ten tweede: Het werk dat voor onze rekening ligt nauwkeurig en stipt te doen. Er hangt in een huisgezin dikwijls zooveel af van de trouw en toewijding eener dienstbode, en ik heb wel eens gedacht: wat moet het toch een heerlijk gevoel voor onze gedienstigen wezen dat zij iveten dat zooveel aan haar zorgen is toevertrouwd. Waarlijk, de taak der dienstbode beperkt zich niet alleen tot de gloei-ende ( gloeiende ) keuken, het koken, wasschen en strijken, maar gaat, wanneer zij er slechts de oogen voor geopend heeft, zoo heel veel verder. Denken wij allen maar eens terug aan het verhaal van de laatste maanden in „Onze Jonge Meisjes”, n.1. „Marie”, dat aller sympathie zoo ruimschoots genoot. Als wij het ons aan-gewezen ( aangewezen ) werk zóó opnemen als zij het deed, en toch waarlijk niet dan na zonder veel inwendigen strijd, zouden wij dan tijd hebben om b.v. een letterkundigen cursus te kunnen bijwonen ? Ik wil hiermede nu niet zeggen: „onze dienstboden hebben niet noodig al deze dingen te weten, zij hebben genoeg aan haar vrijen dag en avondje!” Volstrekt niet, ik zou zelfs wil-len ( willen ) voorstellen om ons b.v. tot eenige cursussen te bepalen: knippen en naaien; lezen, schrijven, rekenen, zang, en waar het
de witte muts, aan wasschen cursus in het zijn trouwens zich daarvoor gaarne willen die . „ _ ffaT^meeF ontwikkelde krachten in vrije uren aan haar die 7 * nende zusters, willen en mogen wijden, en ik weet, bijna zoude ik zeggen, ik ben er zeker van, dat M. G. M. niet lang op de vervulling van dezen wensch zal behoeven te wachten. Zoude mijn medebondslid M. G. M. echter haar vragen wel ernstig overdacht hebben, vóórdat zij ze neerschreef? Zoude zij wel goed op de hoogte zijn van verscheidene huisgezinnen? Is het niet in overijling geschreven waar zij beweert dat de jonge dames uren voor haar toilettafel doorbrengen? Er wor-den ( worden ) dan toch zeker geen zich ernstig noemende dames be-doeld, ( bedoeld, ) want die weten maar al te goed dat van de uren aan de toilettafel doorgebracht óók rekenschap zal worden gevraagd. En dan, hoeveel jonge dames doen dikwijls het werk der dienstbode, eensdeels om het haar gemakkelijk te maken, anderdeels omdat de opvattingen en stroomingen van onzen tijd onze dienende zusters wijsmaken dat zij evenveel rechten hebben als haar dames, vergetende dat de standen in de maatschappij onder Gods toelating zijn ontstaan. Waar M. G. M. ons met onze gedachten terugvoert naar den tijd van de „recht bemin- lijke tante” uit het boek van Wolff en Deken, daar denken wij onwillekeurig terug aan de dienstboden uit dien tijd en nog jaren daarna: de oude getrouwen met de nette cornet en des Zondags de zwartzijden japon. Maar h— de tijden zijn veranderd en mèt de oude trouw zijn óók de oude eenvoud en tevredenheid in lotsbedeelingen en levensbeschikkingen verdwenen. Wij leden van den Bond hebben, ik herhaal het nogmaals, plichten, dure plichten tegenover elkander. De jonge, beschaafde dochter des huizes, zoowel ais de dienstbode, moeten trachten te leeren in allen ootmoed en nederigheid des harten te dienen, maar dan moeten zij óók van elkander willen verdragen en aannemen, wanneer haar hare tekortkomingen worden voorgehoude.n. En hela
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer