Bibliotheek

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1898-04-10; p. 5

Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1898-04-10; p. 5
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
5
Datum:
1898-04-10
Jaargang:
1898
Is onderdeel van:
— 6 —
en hoop nu, vol vertrouwen, dat de ring kan blijven waar hij is. Ik ben niet meer geheel dezelfde als vroeger, want, in die jaren, was uw wil mijn wet, en ik was altijd maar bezig te bedenken hoe ik je het best zou kunnen behagen; en nu heeft de Heer mij gevonden en Zijn wil is nu mijne wet geworden, ja, Hem te mogen behagen, dat zou mijne grootste blijdschap zijn. Maar, naar uwen brief te oordeelen, hoop ik en geloof ik, dat wij het op dat punt ééns zijn, en dan is alles goed. Ik ben niet meer in de fabriek. De verpleegster en de dokter dachten, dat het nachtwerk en de benauwle lucht in de fabriek mij te veel kwaad zouden doen, maar dat ik geheel zou kunnen herstellen als ik maar buiten was: en toen hebben ze mij een dienst bezorgd als knecht in een tehuis voor herstellende zieken. O, ik kan je niet beschrijven, hoe heerlijk het was, de teugels te grijpen en met een paar flinke paarden door de heldere frissche winterlucht te jagen. In het begin heb ik gegeten als een wolf en nu ben ik gezonder en sterker dan ooit. De directeur is een broeder van mijne lieve verpleegster en hij geeft mij ’s avonds nog wat les, ook in ’t rekenen en schrijven. Toen ik hier kwam, heb ik hem wel van je verteld, maar dat laatste heb ik alleen gedragen, zooals je wel zult kunnen begrijpen. En nu moet ik nog iets over de toekomst schrijven. Hier zijn de menschen anders dan bij ons: zij zijn niet zoo spoedig tevreden met wat zij bereikt hebben, maar men wil altijd verder gaan en de gaven en krachten die God geeft, zooveel mogelijk ontwikkelen. Mij dunkt, je hebt zelve ook wel zulk een aanleg. Wij, met ons beiden, zouden niet goed in dat aardige, kleine huis kunnen leven, zonder iets meer te doen dan alleen onze eigen kost te verdienen; zou je dat ook niet denken? Hoe zou je het vinden, als wij in ’t klein ook zulk een tehuis hadden voor menschen die rust en versterking noodig hebben? Tegen een matig kostgeld, konden wij die dan logeeren in de andere helft van het huis, dat wij anders zouden
hare brieven las, was het hem, alsof zijne liefde zelve gelouterd en verhoogd was. Maar ook in Marie’s hart, werd de liefde grooter en inniger, zij werd gevoed door de herinnering aan het verleden en door de vreugde over ’tgeen Niels nu was geworden. En dan, hoe heerlijk was het, al die plannen voor de toekomst te maken! Wat had Niels dat alles goed bedacht! beter kon het niet, en Mevrouw was het geheel met haar ééns. En toen de dokter er van hoorde, beloofde hij terstond, dat hij haar zóó vele zwakken en herstellenden uit het zie-kenhuis ( ziekenhuis ) zou zenden, dat haar man al heel spoedig zijn huis zou moeten vergrooten; hij had zelf wel gezien hoe goed Marie de kunst verstond om met zieken om te gaan. „Maar ik moet er ook een voordeeltje van hebben,” zeide de goede man lachend, „als ik u zulke goede kostgangers bezorg, moet ge ook van tijd tot tijd een van mijn beschermelingen, een arm kind of een bleek naaistertje voor niets opnemen.” „O, dat kan ik u gerust beloven,” zeide Marie vroolijk, „dat is juist iets dat mijn aanstaanden man zou bevallen.” Maar haar eigen, groote wensch was, dat hare lieve Mevrouw eens in haar huisje zou komen logeeren. Zestien maanden later lagen Marie en Niels Jensen samen geknield in dezelfde kleine kerk, waar Marie zoo vaak was geweest. Het was een werkdag en niemand was tegen-woordig ( tegenwoordig ) behalve de heer Holm met zijne vrouw en kinderen. De predikant gevoelde duidelijk, dat deze twee menschen in waarheid voor Gods aangezicht neder knielden en die over-tuiging ( overtuiging ) vervulde zijn eigen hart met nieuwe blijdschap en nieuwe kracht. Het was de derde maal dat hem door middel van Marie troost en opbeuring was toegevloeid, juist toen hij dat noodig had, maar dat wisten de engelen in den hemel alleen. In den tuin van het zoo vaak besproken kleine huis, had de smid een vlaggestok neergezet en vroolijk wapperde de kleine vlag over de bloeiende vruchtboomen, op het oogenblik dat Niels Jensen zij
Opgaaf van dagelijksche Bijbellezing gedurende de maand Juli.
Juli 1. Absaloms ontrouw2Sam. 15 : 1-13. » 2. Het voorbeeld van Chris ¬ tus. » 3. Eer uwen vader en uwe moeder. Eph. 6 : 1-4; Spr 17 : 6, 21, 25. Toewijtliug van onze talenten. Juli 4. Het geld Gode toegewijd. 1 Kron. 29 : 1—9. » 5. Arbeid in den dienst van God. Ex. 35 : 25, 26, 30-35. Rom. 14 : 7-9. » 6. Verstandelijke vermo ¬ gens, Hem toegewijd. Jes. 50 :4-11. » 7. Verwaarloosde talenten. Matth. 25 : 24-30. » 8. Een toegewijd leven. Handl. 26 : 4-19. » 9. De wil Hem toegewijd. Joh. 4 : 31-31. » 10. Al wat wij hebben of zijn, worde Hem toege-wijd. ( toegewijd. ) Hagg. 2 : 1-9. Mark. 12 : 29-31. Het Christendom. » 11. Een Godsdienst der ge-rechtigheid. ( gerechtigheid. ) Jes. 32:1, 13-18. » 12. Een Godsdienst der vrij-heid. ( vrijheid. ) Joh. 8: 31, 36. » 13. Een Godsdienst der liefde. 1 Oor. 13. 1 14. Een Godsdienst van vrede. Jes. 2 : 1-5. 9 15. Een Godsdienst van blijd-schap. ( blijdschap. ) Jes. 35 : 1-10. » 16. Een Godsdienst voor alle
menschen. 1 Tim. 2 :1-7. Juli 17. Het Christendom verge-leken ( vergeleken ) bij andere gods-diensten. ( godsdiensten. ) Handl. 17 : 22-31. Gelukkig huiselijk leven. Juli 18. Christus in ons huis. Mark. 1 : 29-34. » 19. De Bijbel in huis. Ex. 6 : 1-9. » 20. Godvruchtigheid in eigen huis. Ps. 101. » 21. Goddeloosheid in eigen huis. 1 Sam. 3 : 11-18. » 22. De omgang dei’ leden van één huis. Eph. 6:1-9. 9 23. Moeielijkheden in eigen kring. Matth. 10 : 34-39. » 24. Hoe men een gelukkig thuis verkrijgt. Job. 29 : 1-20; Deutr. 6:6-9. Begeerlijkheid. 9 25. Achans hebzucht. Jos. 7 : 19-26. 9 26. Achabs hebzucht. 1 Kon. 21 : 1-16. 9 27. Gehazi’s hebzucht. 2 Kon. 5 : 20-29. 9 28. Vrij van hebzucht zijn. Hebr. 13:1-6. 9 29. Zoekt eerst het konink-rijk ( koninkrijk ) Gods. Matth. 6 : 28-34. 9 30. Vergenoeging is een groot gewin. 1 Tim. 6:1, 2, 6-10. 9 31. De begeerlijkheid, een groot gevaar. Ex. 20:17. Luk. 12 : 13-21.
A. van Loon. — Tiel.
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer