Bibliotheek

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1897-03-09; p. 1
Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1897-03-09; p. 1
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
1
Datum:
1897-03-09
Jaargang:
1897
Is onderdeel van:
Juni 18"
© © © © © © © © © © © © © © © © © © ©~© © © © ©©©©©©©©© © ©^
Onze Jonge
MAANDBL
UITGEGEVEN DOOR
Voor de Buitenlandsche abonnées.
de
B 'dactri Met medewerking van Mevr. WILDEBOER— uüITINl
Wijd mijn handen, dat ze werken Wat, mijn Heiland, U behaagt! Wijd mijn voeten, dat ze wandlen Waar Uw liefdemacht mij schraagt. Wijd mijn stem, opdat ik andren Van Uw goedheid spreken mag; Wijd mijn have, wijd mijn gave, Laat m’ U dienen al den dag! Wat de wereld ook belove, Heer, Gij zijt mijn grootste schat: Laat m’ in Uw nabijheid blijven, Hodd Gij steeds mijn hand gevat ... Help mij, dat mijn licht moog schijnen Ook op andrer donkre p£|.an, Laat m’ in woord en daad belijden, Wat Gij hebt voor mij gedaan! ,i J. Dallinga.
Alle stukken de Redactie betreffende, alsmede alle || fingen in Westfalen, te Nassau, te Brussel, te Gent brieven en vragen, in te zenden aan bet adres van Prijs per jaar '0.60. i^en; te Batavia, Buitenzorg, Noord-Buitenzorg, Depok, Jlej. II. IV. SPIERIXG te Tiei. J Curasao, mij hare abonnementsgelden te willen lil —!■— . uii informatie is mij gebleken, dat de onkosten die 'eren per post komen, veel grooter zijn dan het d zelf, daarom zoude ik het gaarne toegezonden veel minder kostbaar is. Voor onze Oost geef ie contributiën te zenden aan Mej. J. James tuut Salemba, adres Mej. Steller; die zich rftrek der frankeerkosten met de overmaking ’’ ardoor alles voor ieder minder kostbaar wordt.
De Geest is het, die levend maakt. S ij kent allen de geschiedenis van het Pinksterfeest, mijne lezeressen? Ik bedoel de feiten, zooals ze ons staan op- geteekend in het Heilig Boek? — Ik meen hiervan zeker te mogen zijn en laat dus die geschiedenis in haar onderdeelen rusten. Twee vragen wil ik echter tot u richten naar aanleiding van ons Pinksterfeest, dat wederom aanstaande is. Allereerst deze — en ik doe ze om u de diepe beteekenis en de allerwerkelijkste werkelijkheid van den Heiligen Geest en Zijne werking in en voor ons leven te doen gevoelen: Gelooft gij dat de discipelen des Heeren door eenige men- schelijke verwachting, door eenige hope voor dit leven, door eenige kracht uit eigen bron geput, den kloeken, mannelijken, geen dood vreezenden moed kunnen hebben verkregen om op dien Pinksterdag, in dat Jerusalem, dat hare profeten doodde en steenigde wie tot haar kwamen met de boodschappen Gods, het Evangelie des kruises en der opstanding te prediken ? Gelooft gij, dat een Simon Bar-Jona door eigen verworven en gewonnen geestkracht van een verloochenaar een Petrus, een Rotsman is geworden, kon worden? Zijt gij het niet met mij eens, dat hier iets gansch bizonders, iets van buiten af tot hem komende heeft moeten plaatsgrijpen, om de elven, die in Gethsemané’s hof, in de ure dat hun liefde tot den Meester het hoogst gespannen had behooren te zijn, allen vloden, Hem verlatende; .— die op den dag der opstanding de deuren hunner opperzaal zoo krampachtig gegrendeld hielden, „om de vreeze der Joden”, om deze mannen te maken tot de getrouwe ge-tuigen, ( getuigen, ) die Jerusalem op den Pinkstermorgen deden ontroeren ? Waar wij zulke vruchten aanschouwen en zelve onder de be-ademing ( beademing ) van het Christendom levende — aan welks beademing geen mensch zich geheel kan onttrekken, al wil hij ook — de levende bewijzen zijn dat het werk des Geestes is voort-gezet ( voortgezet ) — daar moet het toch tot ons doordringen, dat de Heilige Geest een
Gei ist, want r ■ Daar is ni zeh'zaam zijn deze natuurlijk om lichtvaarde de ernstigsten o mair al te zee. oe ] s r i c ht ik tot onze Oost-Indische en West- wa.trheden, die v, s . ß at geldt c ] an 00 i t v00r Pretoria; de frankeer- b’-v_ wij zegg ; 00 p en O p ; zoodat feitelijk ieder Blaadje daar- woordig God, die voor no g geen 30 cent. Zouden onze zie, en wy cioen o p en et , bezwaar in hebben, in plaats van .ma ? r ons leven 1 jjalen? Misschien mag ik ook dat door gëV.cïit stonden; wij spreken woorden, wij houden gesprekken, die wij niet voor Zijn heilig oor zouden uitspreken; wij laten onze zondige, onze onedele, onreine, wereldschgezinde, verbit-terde, ( verbitterde, ) ontevreden, opstandige gedachten haren loop, terwijl de blos der onuitsprekelijke schaamte ons naar ’t hoofd zou stijgen, als Hij plotseling tot ons- sprak: Ik weet elk der dingen die in uwen geest opklimmen. Wij bewijzen hiermede met der daad niet te gelooven in Wien wij zeggen te gelooven: een alwetend, heilig God Zoo is het met het geloof in den Heiligen Geest; voor de meesten onzer is dat geloof een klank, anders niet; en de reden daarvan is: dat wij er niet aan willen, door dien Geest alles in ons te laten sterven, te laten rfoorfgaan, opdat het nieuwe leven, dat Hij alleen werkt en geeft, in ons kan geboren worden. De apostelen predikten ingevolge hunnen ontvangen lastbrief het Evangelie des kruises en der opstanding, van Hem die dood geweest was, gestorven was, en leefde. Willen wij wat anders dan onze Heer? O, ja zeker, wij willen het maar al te graag; wij willen het veel meer dan wij onszelven bekennen. „Het valt zoo zwaar, dat dagelijks sterven.” En toch, het moet. Indien wij leven willen, dan moet het. De Geest is het, die levend maakt. Waar wij voort willen spinnen op ons eigen verdorven, eigenlievend, eigenwillig leven, daar kan die Geest tot ons niet komen, en toch Hij, Hij is de beste Gave, die een mensch verlangen kan. Hij is de vervulling van de belofte van den ten hem
© © © © © © ©
© © © © © © © © ©
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer