Bibliotheek

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1897-03-08; p. 1
Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1897-03-08; p. 1
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
1
Datum:
1897-03-08
Jaargang:
1897
Is onderdeel van:
Mei 1897.
jaarg.
® © © © @ © © © © © © © © © ©I © © <® © © © © ©©©©©©©©©©© © »$ © © ©©©©©© ©_© ©_© © ©_© ©_©> ©_©_© ©_© © © © © @>@>
’s
© © ©_©_© ©©©©©©© ©©© © © © © ©©©©©©© © © © © © ©_© .^© ©_© © ©~© © © ©©© © © © © ©©©©©)©© © © © © ©'©':
MAANDBLAD n j UITGEGEVEN DOOR * 5 Kereeniffmg O o Redactrice: Mej. H. W. SPIERING te Tiel. Met medewerking van Mevr. WILDEBOER— pUITINGH en Mej. H. SWAVING.
ww npnnp?„?„v«vvvvvnvïtiwv vvnv„»n«'n f ww wwwowwvowwwowoooooooo f»® Alle stukken de Redactie betreffende, alsmede alle t f: ai w-nt TRiii k ül wüt lipfpliik k Pil wpllïiiflt brieven en vragen, in te zenden aan het adres van 1 Prijs per jaar 0.60. !*i Wdl dl Wdl 1S weilUllll. Mej. H. W. SPIERING te Tiel. g g DetteilKI Hal.
© © ©
© © © © © © ©
© © © © ©
© © © ©
© © ©
© © © © © ©
EEN KOHT LEVENSBERICHT. Ja en leven waarin niets voorvalt, dat schijnt wel, te oordeelen naar verschillende uitingen, het ergste te zijn, wat een jong meisje vreest en van zich wil afweren tot eiken prijs. Nu, ik heb nog genoeg energie en levensvuur in mij om volmondig mee in te stemmen: dat is ook zoo; een leven waarin niets voorvalt, ’t is om van te huiveren, de kille adem des doods waait u daaruit tegen. Een leven — elk leven is immers — naar de alg -meene opvatting — verkieselijk boven den dood. — Een leven waarin niets voorvalt, is vreeselijk. Alleen maar, ’t hangt er van af wat men cm. „voorval”, „iets bizöiiuers ' ,',ie'ts 'oeiaïigTÏjks'’ Vindt. Sta mij toe u een levensbericht voor te houden uit de Schrift, dus kort en zinrijk, zooals de Schrift altijd is. Toetsen wij onszei ven, ons persoonlijk leven aan dit levensbericht. De Stad Davids ligt in nachtelijk duister gehuld; slechts hier en daar werpt de ontsluierde maan hare bleeke stralen in de straten en ontdekt ons de gestalte van een man, die in de schaduw der huizen voortsluipt. Een misdadiger is het niet, die hier het daglicht schuwt; een aanzienlijk man is het, dat ziet men aan zijn opperkleed van fijn geweven stof, met den breed geranden zoom, waaraan de cedels der wet zijn gehecht. Een van de toongevers van Israël, een Overste der Joden; geen werker der duisternis dus, die het licht schuwde, maar een die door het duister heen naar het licht zocht. Het Licht der wereld had in Jerusalem Zijne stralen ver-spreid ( verspreid ) en iets van dien goddelijken glans had in zijne, onder wet en vormendienst gedrukte ziel geschenen. De Zone Gods had in Jerusalems Tempel Zijn machtwoord gesproken en kranken waren genezen op dat woord; nu hun-kerde ( hunkerde ) deze aanzienlijke naar de wereld naar genezing ook voor zijne kranke ziel. De Zoon des menschee had gesproken, zooals nooit een mensch voor dezen gesproken had, en daar had iets getrild in het hart van dezen man, iets dat hem onwederstaanbaar
de kreeze der Joden” (Joh. 7:13): „Is deze niet de Christus ?” Met onstuimig verlangen zien zij de terugkomst tegemoet van de tempeldienaren, uitgezonden om Hem te grijpen. — Zie, daar komen ze terug, de loondienaars, maar alleen, maar verslagen van geest, als degenen die hun meester ge-vonden ( gevonden ) hebben. , Waarom hebt gij Hem niet gebracht ?” dondert de priester- schrare hen tegen. En zij, de slaafsche werktuigen van deze mar nen, heffen eerbiedig maar vastberaden het hoofd op en starhelen: „Wij hebben niet gekund, niet gedurfd — nooit hee’t een mensch gesproken als deze mensch.” 'j wijfelachtig is het niet, hoe deze verklaring opgenomen wordt; met duivelsche woede roepen deze voorgangers huns vó.iti ueri uieiraien -sclianrpei toé”; „Zijt ook gijlieden verlëi« geworden, verleid door den Nazarener, dien oproermaker? Doet gij mede met de meening van dit domme volk, bewogen door eiken wind van leer? Hoe is het mogelijk, dat ook gij u hebt laten inpakken, terwijl wij, uwe meesters, de recht-matige ( rechtmatige ) beheerschers van uw geweten, Hem den nek toekeeren ? Dan behoort gij ook tot die schare der vervloekten, die de wet niet kent.” Voorwaar, ’t is niet twijfelachtig, met welke gevoelens men den Menschenzoon hier beschouwt. Wee degenen, die voor Hem partij trekken ! En toch — „nooit heeft een mensch alzoo gesproken gelijk deze mensch”, dat was de zielsgedachte geweest van den leeraar Israëls, die twee jaar geleden des nachts tot Jesus gekomen was. Van verre had hij Hem gadegeslagen, al dien tijd, in zijn hart bewaard al wat hij van Hem hoorde; ge-luisterd, ( geluisterd, ) maar met omsluierden blik, om de vreeze zijner ambts-broeders, ( ambtsbroeders, ) naar wat van die heilige lippen was gevloeid, staande in den Voorhof des Tempels, telkens wanneer de hooge feesten Zijns volks Hem naar de Stad Davids brachten. En thans vindt de verklaring der tempelwachters haar echo in zijne ziel; dezelfde snaren trillen wederom, zóó ster
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer