Bibliotheek

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1897-03-10; p. 1

Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1897-03-10; p. 1
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
1
Datum:
1897-03-10
Jaargang:
1897
Is onderdeel van:
Onze Jonge Meisjes
©
]©: ©©©©©© @©
Alle stukken de Redactie betreffende, alsmede alle <± i A1 .. . . brieven en vragen, in te zenden aan het adres van ï Prijs per iaar f ».60. * * * * * * * * * * * * * * * iS ; 31 V3t liefßliik 1S 611 Wellllidt. Mej. H. W. SPIERING te Tiel. ' £ bßäeilM flat.
MAANDBLAD Af9n fm „ , UITGEGEVEN DOOR " 8W ^Jes. Redactrice: Mej. H. W. SPIERING te Tiel. Met medewerking van Mevr. WILDEBOER-ijlITINGH en Mei. H. SWAVING
© © © © © © © © © @ ©
© © © © © @ ©
; © : © ; © © © © © © © © ©
GEESTELIJKE LEIDSLIEDEN. K De opening Uwer woorden geeft licht' Ps. 119 : 130. et is ten allen tijde voor hen die in den wijngaard des Heeren arbeiden een hartverkwikkende vreugde geweest te ervaren, dat het goede zaad in de harten der jeugd gestrooid vruchten voortbracht. Wanneer men bemerkt dat met ernst naar den weg des levens wordt gevraagd en de behoefte bij jonge menschen zich openbaart, om den Heer lief re hebben te volgen en te dienen, dan acht men zich bovenmate belo -nd voor elke geduldige krachtsinspanning, voor de moeite en zelfverloochening, die het gekost ueeft om met volharding e- göedö trouw het aanbevolen werS voort tb zétten, wetende dat de vrucht op dezen arbeid niet onmiddellijk is beloofd. „Een ander is het die zaait, en een ander die maait”; zoo staat immers geschreven? Mag men desniettegenstaande toch „Met gejuich ter goeder uur Zijn schoven dragen in de schuur” zoo is dat zeker een bizondere genade gave Gods, waarvoor men Hem van harte mag dankbaar zijn. Ja, gewis, van deze vrucht mag gezegd worden, dat zij boven alle beschrijving liefelijk, dat het loon inderdaad groot is. Is het voor elkeen die onderwijst steeds een oorzaak van blijdschap goede uitkomsten te verkrijgen, is het waarlijk een voorrecht tot de vorming en ontwikkeling der jeugd te hebben bijgedragen, deze dingen zijn a]le begrensd en ook van de kennis heet het: zij zal te niet gedaan worden. Gansch an-ders ( anders ) is het met het zaad, dät voor de eeuwigheid gezaaid, ook vruchten voortbracht. Wanneer die in haar volle ontplooiing zullen gezien worden in den dag des oogstes, zal ook daarvan getuigd worden: „de helft was mij niet aangezegd.” Derhalve, degene die zich van Gods wege weet geroepen te zijn tot deze schoone taak, ontving de aanstelling tot een treffelijk werk. Edoch — niet minder tot een moeielijk werk! Welk een last van verantwoording wordt daarmede op de schouders geladen. Van hoe groot gewicht is de vraag welk zaad men zaait op den akker des harten, of van
sticlr.en arbeiden, behalve nog degenen die in de verschillende levei skringen, door diepe wegen gegaan zijnde, nu ook mee-nen,, ( meenen,, ) dat diezelfde ervaringen voor ieder noodig zijn! Wij ontmoeten dus in alle rangen en standen der maatschappij m ade levens- en werkkringen geestelijke leidslieden. _ 7 jllen wij ons daarover verheugen? Zullen wij tot onze meisjes die niet langer gedachteloos door het leven g maar ernst maken met de levensvraag: „van waar ■ L jÖ en waar gaat gij heen,” den raad geven: stel u toLi Vnder de hoede en bewerking der geestelijke leidslieden a, °'- i iemand van hen op uw weg, of in uwe omgeving 01 U. t,? .9’ i n ^' en Z Ö beantwoorden aan boven genoemde eiscriëri, wij zouden niet anders kunnen of mogen doen. Maar helaas, dit is het geval niet! Van alle zijden toch komen klachten, ook tot ons, van ouders, belangstellenden of vrienden, die ten diepste betreuren dat hunne kinderen of bekenden zich onder geestelijke leiding hebben gesteld, waarvan geenszins het gevolg is dat de jeugdige schepseltjes tot het genot en de blijdschap des christelijken levens komen, maar, integendeel, de versregel op hen toepasselijk is: „steeds minder gelukkig’ steeds verder van God!” Is dat geen droeve toestand? En dat terwijl de geestelijke zegeningen zoo onuitputtelijk rijk en groot zijn, terwijl aan het heilbegeeng gemoed een Vrede beloofd is, die alle verstand te boven gaat, en wij, wat meer zegt, een Heiland hebben die met het volste recht zeggen kan: Komt allen tot Mij, die vennoeid en belast zijt, en Ik zal u ruste geven! Zouden wij niet wenschen dezulken te hulpe te komen ? O, gewis, daarom op hoop dat beiden, leidslieden en zij die geleid willen worden, een goeden raad niet zullen versmaden, zij het ons vergund dien te geven. Wilt gij invloed uitoefenen op de geestelijke vorming van jonge menschen, och, vraag u zelf dan met diepen ernst af of de Heer u riep tot deze taak en u daartoe bekwaamde. Is u wellicht een ander werk opgedragen, ruil h
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer