Johan Richard van Lidth de Jeude werd in 1754 geboren als eerste kind van Cornelis Christiaan en Sara Helmichia van Windsheijm. Hij trouwde in 1777 met Margaretha Lambertha van Eck, van wie hij in 1782 scheidde. Hij trouwde voor de tweede keer met Cornelia Margartha Johanna Blanken, met wie hij in Frankrijk drie kinderen kreeg. Ook van zijn tweede vrouw scheidde Johan Richard, waarna hij een relatie had met Hermina Elisabeth Josephe. Met haar kreeg hij één kind. Toen Hermina hem in de steek had gelaten, pleegde hij in 1803 in Münster zelfmoord. Johan Richard van Lidth de Jeude is, na rechten gestudeerd te hebben, secretaris van Tiel geweest, maar is vooral bekend geworden door zijn aciviteiten als patriot.Vanaf 1785 ontpopte hij zich in Tiel als een fel patriot; hij werd burgerhopman (commandant van het Tielse exercitiegenootschap). Later dat jaar werd hij lid van de Vaderlandsche Sociëteit voor Vrijheid, Gelijkheid en broederschap te Arnhem. In 1786 was hij als aanvoerder van het Tielse detachement betrokken bij de burgeroorlog tegen de prinsgezinden. Begin juli 1787 vluchtte Johan Richard uit Tiel na orangistische rellen. Na korte tijd in Amsterdam te hebben verbleven, moest hij in oktober -net als vele andere patriotten- naar België en later naar Noord-Frankrijk uitwijken, waar hij tot de val van de stadhouder in 1795 in ballingschap verbleef. Toen hij in juli 1795 terugkeerde in Tiel, werd hij direct lid van de magistraat. Later werd hij lid van het Comité van Algemene Zaken van het Bondgenootschap te Lande. In 1798 werd hij auditeur-militair van de krijgsraad te velde. Hij verbleef onder meer te Würzburg en Aschaffenburg.