In haar vergadering op 29 december 1933 besloot de gemeenteraad van Deil de bewaarschool op te heffen. Bij het sluitend maken van de gemeentebegroting bleek dat de f 400,- te doteren door belangstellenden voor instandhouding van de school (nog) niet gewaarborgd waren. De burgemeester was er voorstander het besluit de school op te heffen en de onderwijzeres, mej. A.W. Arnold, op wachtgeld te zetten voorlopig uit te stellen. Wel was hij van mening dat nu ook de openbaar lagere school te Gellicum was opgeheven, het niet billijk was de inwoners van dit en de overige dorpen, uitgezonderd Deil, mee te laten betalen aan de bewaarschool. Door de gemeenteraad werd het uitstel afgewezen en besloten de school per 1 januari 1934 op te heffen tenzij belangstellenden met nieuwe voorstellen kwamen.

Op 6 januari 1934 liet de commissie tot het dekken van het tekort de gemeenteraad weten dat belanghebbende ouders, belangstellenden, juffrouw Arnold en de afdeling Beesd van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen voor de noodzakelijke f 400,- hadden gezorgd. De Maatschappij had ook in voorgaande jaren subsidies aan de gemeente Deil verstrekt om de school in stand te houden. De school telde destijds jaarlijks tussen de dertig en 35 leerlingen. De gemeenteraad van Deil kwam echter niet op haar besluit van 29 december 1933 terug en liet dit ook aan de betrokkenen weten. De volgende stap was echter de verkoop van school aan het voorlopige comité tot instandhouding van het Bewaarschoolgebouw als Vereenigingslokaal. Het gebouw huisvestte naast de bewaarschool ook diverse verenigingen als de muziekvereniging, de zangvereniging met kinderkoor, de christelijke jongelingsvereniging, de knapenvereniging en de christelijke meisjesvereniging. Bij verkoop van het gebouw als pakhuis kwamen deze verenigingen in problemen vandaar dat besloten werd tot verkoop aan het comité.

Dit comité werd opgevolgd door de Vereniging "Ons gebouw". Door de gemeente Deil werd vervolgens jaarlijks een subsidie aan de verenging verstrekt m de school in stand te houden zij het dat dat in met name in de beginjaren niet van harte ging. In 1960 is er sprake van dat de kleuterschool zou worden overgedragen aan de gemeente Deil. Det plan is echter niet uitgevoerd.

Vanaf 1964 werd de (voormalige) bewaarschool voortgezet door de Stichting Bijzondere Neutrale Kleuterschool Deil. Van de vijf bestuursleden werden er drie benoemd door de vereniging "Ons Gebouw" en twee door de ouders van de leerlingen. In 1967 werd het oude nog uit 1891 bestaande éénklassig schoolgebouw vervangen door een nieuw gebouw met twee klassen aan de Prins Willem Alexanderstraat 23.

In 1970 verzocht het stichtingsbestuur aan het gemeentebestuur van Deil of dat geneigd was de kleuterschool over te nemen. In de praktijk werd het stichtingsbestuur geconfronteerd met een aantal problemen als het nauwelijks kunnen vinden van goede bestuurders, het organisatorische en administratieve werk kwam grotendeels neer op de schouders van slechts enkele personen neer, het dure onderhoud van het gebouw en personeelsaangelegenheden. Daarnaast speelde ook mee dat de vereniging "Ons Gebouw" geen nieuw bestuurslid benoemde voor de aftredende voorzitter drs. C. Brakman. De vereniging had te kennen gegeven zich niet meer te willen bemoeien met de kleuterschool. Op dat moment speelde ook de vraag of de vereniging zich moest opheffen gelet op de ontwikkelingen rond het nieuw te bouwen dorpshuis Deil-Enspijk. De school telde toen twee leerkrachten en 78 kleuters. Op 25 augustus 1970 besloot de Deilse gemeenteraad tot de opheffing van de bijzondere kleuterschool en tegelijkertijd het in leven oprichten van een openbare kleuterschool. Per 1 augustus 1971 vond dit daadwerkelijk plaats.