Beeldbank

Uw zoekacties: Archief van het Fonds Hulpbetoon aan de arbeidende klasse in...
0801 Archief van het Fonds Hulpbetoon aan de arbeidende klasse in de buurtschap Meerten te Lienden, 1892 - 1997
Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
2.3. Bijlagen
2.4.1. Transcriptie van het testament van F.L.W. baron van Brakell
0801 Archief van het Fonds Hulpbetoon aan de arbeidende klasse in de buurtschap Meerten te Lienden, 1892 - 1997
2.3. Bijlagen
2.4.1.
Transcriptie van het testament van F.L.W. baron van Brakell
Ik ondergeteekende F.L.W. Baron van Brakell, wonende op den Huize den Eng onder Lienden, verklaar bij deze, bij uitersten wil te willen beschikken als volgt:
Ik benoem tot Executeur van mijnen uitersten wil Johan Gijsbert van Hemert, thans wonende te Lienden, welke daarvoor zal genieten de bij de wet bepaalde belooning. Hij zal in die betrekking alles kunnen en moeten verrigten wat de wet toestaat.
Ik legateer aan diegenen, welke bij mijn overlijden bevoegd zullen zijn als mijn wettige erfgenamen op te treden in eens de som van enz.
Ik legateer elk mijner dienstboden, tijdens bij mijn overlijden bij mij in dienst, voor elk jaar in mijn dienst doorgebragt twintig gulden, aan Frans van Dee en zijne huisvrouw geef ik levenslang het vruchtgebruik van het huis en land aan den Ommerschen Zandweg, aangekocht van den Heer van den Steen en bovendien jaarlijks eene uitkeering van twee honderd gulden.
Ik legateer aan W. van Dee, thans tuinman bij mij, zoo hij bij mijn overlijden nog in mijn dienst is in eens af de som van twee honderd gulden.
Ik legateer aan elk der vaste arbeiders, op mijn overlijden bij mij in het werk, de som van vijf en twintig gulden.
Zoo er verschil ontstond over het woord vast, moet zulks ten voordeele van den arbeider worden beslist.
Ik legateer daarenboven aan elke vaste arbeider, welke op mijn overlijden den ouderdom van zestig jaren zullen hebben bereikt, de som van vijf en twintig gulden; deze gift moet hun niet in geld worden uitgereikt, maar door de zorg van den Executeur besteed worden, om hunne woningen, zoo ze die in eigendom hebben, te herstellen, en anders aan kleeding en ligging. Ik verlang dat alle voormelde legaten vrij van successieregt zullen worden genoten. Alle voormelde legaten, met uitzondering echter van dat aan mijne erfgenamen besproken, moeten door de zorg van den Executeur uitgekeerd worden, binnen drie maanden na mijn overlijden.
Daar mijne goede beste vrouw vruchtgebruikster is, verzoek ik haar aan deze bepaling ten opzigte van de legaten aan de dienstboden, F. van Dee en huisvrouw, W. van Dee en de arbeiders hierboven vermeld te willen voldoen, en den Executeur in de gelegenheid te stellen die uit te betalen.
Alle mijne overige roerende en onroerende goederen zonder uitzondering zullen strekken tot een fonds onder den naam van Hulpbetoon aan de arbeidende klasse, waarvan de interessen en opkomsten zullen moeten worden aangewend en beheerd zooals hierna volgt:
Tot Administrateur van dezelve goederen benoem ik Johan Gijsbert van Hemert voornoemd. De benoemde zal uit den opbrengst eene jaarlijksche beloning genieten van zeven honderd gulden, en tot huisvesting de woning thans in gebruik bij F. van Dee.
Ik bepaal dat, bij overlijden van J.G.van Hemert, zijne zoons als administrateurs van gezegd fonds zullen optreden, en daartoe door deze door mij worden benoemd en ook altijd zijne opvolgers zullen zijn, indien hij voor zijn overlijden die betrekking reeds had aanvaard, met dien verstande, dat zijn oudste zoon, altijd in zijne plaats benoemde en ook zijn opvolger zijn zal, tredende bij overlijden of verhindering van den oudsten zoon steeds de daarop volgende in zijne plaats, mits zich aan geen ergerlijk levensgedrag of dronkenschap schuldig makende, en door de wet niet onbekwaam beschouwd wordende tot het beheer van goederen. Mogten zij als administrateurs reeds in werking zijn getreden, kunnen zij zoo hun gedrag hiertoe aanleiding geeft, ten allen tijde worden ontslagen.
Ik bepaal, dat indien J.G.van Hemert kwam te overlijden en zijn zoon, die volgens vorenstaande bepalingen zijn opvolger moet zijn onverhoopt nog minderjarig is, alsdan door den Kerkeraad van Lienden, waardoor ik bedoel Predikant, Ouderlingen, Armmeester en Kerkvoogden, bij eene geheime stemming zooals hierna vermeld, een tijdelijk administrateur zal worden benoemd, om tot de meerderjarigheid van gezegden opvolgenden zoon, als zoodanig werkzaam te zijn, indien een opvolgende zoon van J.G.van Hemert nog minderjarig mogt zijn. Den minderjarige moet, zoodra hij daartoe eenigszins bekwaam is, alle inlichtingen gegeven worden omtrent de administratie van het fonds en moet hij wekelijks een dag den tijdelijken administrateur behulpzaam zijn, opdat hij bij zijne meerderjarigheid met de administratie bekend zij; zoodra de laatste zoon van J.G.van Hemert als administrateur in werkelijke functie treedt, zal de benoeming van zijn opvolger plaats hebben door den Kerkeraad der Hervormde Gemeente van Lienden, dat is Predikant, Ouderlingen, Armmeesters en Kerkvoogden, moetende deze benoeming geschieden binnen veertien dagen na die in funktie treding en wel bij eene geheime stemming. Zoo de stemmen staken, beslist de Predikant.
Zoodanige benoeming zal voor ieder opvolgenden administrateur moeten plaats hebben, op de voorschreven wijze. De benoemde zal altijd ter goeder naam en faam moeten staan.
De opvolgende administrateurs moeten aleer in funktie te treden een behoorlijke borg stellen ten genoegen van voorschreven Kerkeraad en Kerkvoogden.
De administrateur vermag zelve geene boerderij of melkerij te houden; eene koe voor eigen gebruik wordt hem toegestaan.
De administrateur moet ieder jaar zijne rekening doen ten aanhoore van alle regthebbenden, welke daartoe na behoorlijke publicatie opkomen.
De rekening zal opgenomen worden door Kerkeraad en Kerkvoogden van Lienden.
Geene restanten mogen in rekening geleden worden, ten ware de administrateur al het mogelijke ter voorkoming heeft aangewend, en de schuldenaren in regten heeft vervolgd.
De rekening moet ieder jaar gedaan worden 15 maart.
De overblijvende onkosten bij verkoopingen en verpachtingen moeten door den administrateur verantwoord worden en bij elke verkooping of verpachting moet een lid des Kerkeraads tegenwoordig zijn. Na de opneming der rekening alsook na de benoeming van een opvolgenden administrateur als voorschreven, besluiten Kerkeraden en Kerkvoogden hunne vergadering met een vriendschappelijke maaltijd ten koste der stichting, waarvan echter de kosten niet meer dan vijf-en-twintig gulden mogen beloopen.
Ik wil verder dat de administrateur de goederen van gemeld fonds zal behandelen als volgt:
Het huis den Eng en tuin moet aan fatsoenlijke lieden worden verhuurd, en in bewoonbaren staat worden onderhouden.
De schuren en andere gebouwen kunnen met landerijen daarbij te geven voor jaren worden verpacht; alle landerijen moeten, met uitzondering der hierna op te gevene, welke aan arbeiders in gebruik worden afgestaan, op de gewone wijze verpacht worden.
De weiderijen mogen nimmer na den 24 Junij worden gehooid of gebosd; wordt hiertegen gehandeld, dan verbeurt de administrateur voor elken bunder twintig gulden, ten voordeele van het fonds.
De weilanden mogen niet later dan den 12den Mei worden ingeschaard, met een schaar per bunder, wanneer het bossen bij de verpachting is toegestaan.
Met het hakhout en boomen handelt hij naar welgevallen, ten meesten voordeele, hij zorgt dat alles goed wordt onderhouden, en de boomen uit het opgaande boschje zoo het alsdan nog bestaat, moeten worden verkocht, het land gerioold en door een nieuwen boomgaard vervangen, na een jaar vooraf met hakvruchten te zijn beteeld.
De boomvruchten moeten worden verkocht, en indien de administrateur oordeelt, dat het voordeeliger ware eener ouden boomgaard te rooijen, kan hij daartoe overgaan, mits op eene andere plaats een stuk van dezelfde grootte of grooter, worde ingepoot, alle verkoopingen en verpachtingen moeten publiek plaats hebben.
Het plantsoen en wandelingen moeten blijven zooals zij zijn, en goed schoongehouden worden, dat zoude mij zeer aangenaam zijn; vermeent echter de administrateur, in overeenstemming met twee leden van den kerkeraad door het lot aan te wijzen, dat zulks te kostbaar is, kunnen zij die wijzigingen brengen, welke zij het voordeeligst oordeelen, behalve dat het Eilandje, waar mijn graf op is, ten alle tijde blijft zooals het zich op dat ogenblik zal bevinden.
Het is mijne begeerte dat de zuivere inkomsten van gemeld fonds van Hulpbetoon volgender wijze zullen worden besteed.
Elk man of vrouw der arbeidende klasse of handwerkersstand in de buurtschap Meerten, die op mijn overlijden zestig jaren oud zijn of na mijn overlijden dien ouderdom bereiken, zullen door den administrateur jaarlijks hun leven lang door het lot 141/2 roeden bouwland, alsook aan ieder arbeiders- of handwerkersgezin aldaar, waarin zes kinderen in leven zijn, waarvan de oudste beneden 18 jaren is, tot vrij gebruik aangewezen worden.
Voorts zal aan elke kraamvrouw der arbeidende of handwerkersklasse aldaar wettig gehuwd door den administrateur worden uitgereikt gemaakt kindergoed ter waarde van zeven gulden.
Aan elk persoon uit den arbeidenden of handwerkersstand die volgens het getuigenis van twee Doctoren aan ongeneeslijke ziekte of kwaal lijdt, en daardoor onbekwaam is zijn brood te verdienen, zal door den administrateur wekelijks een gulden worden uitgereikt, verder aan ieder persoon uit de bovengemelde klasse in die buurt, na aflegging der belijdenis des gereformeerd geloofs voor vijf gulden onderkleederen worden uitgereikt.
De bestaande school zal het fonds moeten bekostigen en door hetzelve in stand worden gehouden, zoo hiertegen geene bezwaren bestaan.
Indien de zuivere opbrengst van het fonds niet toereikend mogt zijn, zal een en ander percentsgewijs moeten worden ingekort, de beloning van den eersten administrateur uitgezonderd. Mogt er overschieten, moet zulks ten name van het fonds ten voordeeligste worden belegd, na vooraf hiervan de wekelijksche bedeeling aan ongeneeslijke zieken te hebben verdubbeld, of zooveel vermeerderd, als de overschietende penningen gedoogen.
Het voorschreven in gebruik te geven land moet door de gebruikers ieder jaar met drie goede wagenvrachten beste mest op iedere 141/2 N.R. bemest worden; het land moet door hun goed bewerkt worden, en er mag in de hakvruchten nimmer onkruid boven het gewas staan; men zal alle produkten kunnen verbouwen, doch nimmer anders dan op reijen, die hiertegen handelt, verliest zijn aanspraak op alle voordeelen van het fonds.
Door de Buurtschap Meerten wordt door mij bedoeld de polder van dien naam, zooals die thans volgens het kadaster is ingedeeld, zijnde de sectien E en F der kadastrale gemeente Lienden, en onder arbeidende klasse worden die personen geteld, die 's jaarlijks minstens drie maanden bij anderen voor loon werkzaam zijn. Voorts dat die protestantsche arbeiders en handwerkers, welke ten dage van mijn overlijden in die Buurt woonachtig zijn, en hunne wettige afstammelingen, zoolang zij tot die klasse behooren en in de burgerlijke gemeente Lienden woonachtig blijven, tot de gezegde voordeelen zullen geregtigd zijn, en dus niet die welke later daar komen inwonen en met dien verstande, dat wanneer in het vervolg een regthebbende, hetzij mannelijk of vrouwelijk huwt met iemand buiten de buurtschap Meerten wonende, of die daar is komen wonen na mijn overlijden en dus niet tot het fonds gerechtigd zoodanige personen alle regten en aanspraken op het fonds zal verliezen zoo voor zich als zijne afstammelingen.
Ik draag aan den Executeur den last op om te zorgen, dat binnen één maand bij notariëele acte eene lijst worde geformeerd bevattende de namen der regthebbende op den dag van mijn overlijden in de Buurtschap Meerten woonachtig, welke lijst tot een onwedersprekelijk bewijs zal dienen, zullen de administrateurs zorg moeten dragen, dat iedere vijf jaren die lijst wordt herzien en daarin de noodige verandering wordt gebragt, door overlijden, verlies van aanspraak als regthebbende, door vertrek uit de Gemeente Lienden, als anderszins veroorzaakt.
Ik bepaal nog uitdrukkelijk, dat niemand de in deze vermelde voordeelen van het fonds zal kunnen genieten of daarop aanspraak maken, indien zij niet de gereformeerde belijdenis huns geloofs hebben afgelegd, en een kapittel uit den bijbel verstaanbaar kunnen lezen, namelijk zoo zij hun verstandelijke vermogens bezitten of lichaamsgebreken dit niet bepaald verhinderen, hieraan niet voldoende zoodanige bij het bereiken van vijf en twintigjarigen ouderdom van de lijst worden geschrapt; die echter, welke bij het opmaken der eerste lijst, ouder dan vijf en twintig jaren zijn, zullen evenwel daarop worden gebragt, zullen echter weder worden geschrapt en alle rechten verliezen, zoo zij in twee jaren daarna geene geloofsbelijdenis hebben afgelegd. Die bij het opmaken der eerste lijst onder de vijf en twintig jaren zijn en nog niet aan de voorschreven bepalingen hebben voldaan, zullen daarop worden gebragt doch weder geschrapt, zoo zij op het bereiken van den vijf en twintig jarigen ouderdom geene belijdenis hebben afgelegd en een kapittel uit den bijbel kunnen lezen.
Ten opzigte van den aanvang der gemelde voordeelen bepaal ik, dat die zullen ingaan een jaar na mijn overlijden, indien ik mijne vrouw overleef, en zoo deze mij overleeft, een jaar na haar overlijden.
Mogten er in vervolg van tijd in het uitvoeren dezer bepalingen zich onoverkomelijke zwarigheden opdoen, dan kan de kerkeraad en kerkvoogden met den administrateur hierin wijzigingen brengen, zooveel mogelijk echter in den geest der door mij gestelde bepalingen.
Ik verzoek dat alle administrateurs, welke tot de administratie van het door mij bij deze ingestelde fonds van Hulpbetoon aan de arbeidende klasse zullen geroepen worden, de door mij gemaakte bepalingen stiptelijk opvolgen, zoodanig dat het welzijn der arbeiders hierdoor wordt bevoordeeld en zulks met de nauwgezette eerlijkheid, zoodat men zich voor God en zijn geweten kunne verantwoorden.
Ik herroep alle vroegere testamenten en uiterste wilsbeschikkingen zonder uitzondering.
Aldus eigenhandig geschreven en geteekend,
(get) F. VAN BRAKELL.
Geregist. 14 Aug. 1800 vijf en zestig.

Kenmerken

Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Beperkt - zie inventaris
Omvang in meters:
3,50
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het Fonds Hulpbetoon aan de arbeidende klasse in de buurtschap Meerten te Lienden (1705) 1892-1997, E. Kok-Majewska