Beeldbank

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1897-03-11; p. 3
Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1897-03-11; p. 3
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
3
Datum:
1897-03-11
Jaargang:
1897
Is onderdeel van:
— 4 —
Correspondentie. Aan T. In dank uw bijdrage voor de Bondskas ontvangen ; uw schrij-ven ( schrijven ) kwam juist te laat voor ’t vorig Blaadje. Ik vond die bijeenkomst op 14- Juni even als gij heel gezellig; ik maak altijd graag kennis met mijn Bondsleden. Waarom op de blauwe kaart niets ingevuld is bij Art 4? Omdat men het nog niet eens was daarover, toen de kaarten gedrukt werden. Als er nieuwe gedrukt worden, zal ik dat veranderen. Aan N. te R. Als gij dit Blaadje ontvangt is de kaart van den M B. in uw bezit. Ik geef anders geen kaart in plaatsen waar eene afdee- ling bestaat: ik laat dat aan d'e besturende dames over. Met u, in dit bizonder geval, omdat ik zoo geheel op de hoogte ben, maakte ik eene uitzondering en zal dit aan Mevr. Havelaar, het hoofd uwer afdeeling, meedeelen. Ik heb erg met u te doen, maar ook de vaste overtuiging dat de Heer dit, nu althans, niet goed voor u vond. Ge zijt nog zoo jong, het gansche leven ligt nog voor u en — Hij heeft ook voor u meer dan dat wat gij hebt opgegeven. Wat ik voor u denk van ’t werk van zondagschoolonderwijzeres? Dit, dat ge het vooral niet moet begin-nen ( beginnen ) als tijdvervulling en afleiding voor uw teleurstelling. Daarvoor is dit werk te goed en te belangrijk. Is het echter ook waarlijk uw be-doeling ( bedoeling ) om hierin den Heer te dienen en gij voelt er u bekwaam toe, vervoeg u dan bij de zondagschool in uw wijk, of bij den Predikant bij wien ge uw belijdenis deedt, die zal u wel terecht helpen — Laat mij u nog dit zeggen, gij waart zoo vriendelijk mij alles uit onze corresp. van Febr. nog eens te herinneren; ik wist echter ook zonder dat nog alles van u af; ik heb een goed geheugen voor anderer nood en moeite. , Aan J. V. Tot particuliere brieven, indien niet noodig, heb ik geen tijd; als ik iemand helpen kan, dan altijd. Gij zijt niet erg ingenomen met den M Bond? Zoolang ge er zóó over denkt, moet ge ook nooit lid worden. Ik meen echter dat gij het doel niet begrijpt, en d
vooral omdat ik daar door op de hoogte kwam van uwe tegenwoor-dige ( tegenwoordige ) beschouwingen en denkwijs. Ik ben het geheel met u eens wat den Bond betreft en verblijd mij dat gij er zoo over denkt. Is ’t niet een jaar geleden dat ik u in ’t BI. schreef, nog zonder u te kennen »u moet ik óók hebben voor den Bond”? Uw plannetje om zeker iemand van onze kennis te helpen vind ik best; vooral omdat tehuis onze eerste plichten zijn, waar die zoo duidelijk zijn aangewezen als bij u. Wel liever, maar als ’t niet kan niet noodzakelijk vind ik, dat de anderen leden zijn, als ze maar sympathie hebben voor ons doel; wel-licht ( wellicht ) treden ze bij kennismaking toe. — Ja, van die Victoria ’s avonds in de Leidsche straat, dat zal heusch wel waar zijn ; jammer dat ik juist den anderen kant uitkeek ! Aan C. W. D. Dank voor uw brief; blij gij tot andere gedachten zijt gekomen en uw kaart behoudt. Gij zijt op den goeden weg, nu de vraag bij u is opgekomen: ligt bij mij ook de schuld, heb ik den Heiland ook te weinig lief? Die »zoogenaamd moderne” prediking, waarvan gij wel eens getuige zijt, verbeeldt zich ’t den mensch ge- makkelijk te maken door te zeggen dat onzen plicht doen, braaf oppas-sen ( oppassen ) en ieder helpen die onze hulp noodig heeft, ons bij God welgevallig maakt en men daarmee volstaan kan. De diepste behoefte van elk zich zelf kennend hart, zoowel als de diepste toon van het ontwaakt geweten, zegt duidelijker dan eenige theorie dat men er niet mee volstaat. Wat zal een mensch geven tot lossing zijner ziel? Eén is er die verlossen en dan ook volkomen bevredigen kan. Wij leeren Hem vinden door ons schuldgevoel heen. Aan J. Neen, daar komt heelemaal niets van in, dat ge om die reden de kaart terug zoudt zenden. De uitkomst bewijst dat mijn raad goed was in uw omgeving: werp geen paarlen voor de zwijnen! en omdat ge nu niet kunt spreken van Hem dien gij liefhebt, daarom zoudt ge den Bond willen verlaten? Maar dat is geheel in strijd
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer