Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 49

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 49
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
49
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
@ SÏÏ*Ï*1STEIIEB WIIHUD Idll AUK BT11BII ,
Hoofdredacteur : Ds . S . L . ten Hove , te Hoorn .
Alle stukken en brieven franco aan de Uitgevers : GrEBR . Belinfante , te ' s Gravenhage .
Inzending van advertentiën uiterlijk vóór Vrijdag-middag ( Vrijdagmiddag ) 2 ure .
Verschijnt eiken Zondag .
EERSTE JAARGANG - J67 .- 12 FEBRUARI 1871 ,
Bureel : Tweede Wagenstraat , 100 . ' S GEAVENHAGE .
Abonnementsprijs per kwartaal : een gulden . Franco per post in alle deelen des Rijks , bij toezending
vooraf van een postwissel a ƒ 1 . — of 20 postzegels
a vijf cents . A«d vertentiën : Prijs per regel 15 ets . — Abonnement
250 rcg . 12 % et .; — 500 reg . 10 et .; — 1000 reg . 7 % et .
Verkrijgbaar bij alle boekbandelaren en postdirecteuren des Rijks . — Agenten in N . 0 . Indië : Buüining en_Wijt , te _ Batavia , en aan de Eaap de Goede Hoop : J . M . Belinfante , Kaapstad . — Met de aanneming en bezorging van Advertentiën in Duitschland , Oostenrijk en Zwitserland belasten zich de HH . Haasenstein *- -¥ o»MK ( o»MK ) , te Hamburg , Lubeck , Prancfort a/M ., Berlijn , Leipzig , Dresden , Breslau , Keulen , Stuttgart , Weenen , Praag , Bazel , Zurich , St . Gallen , Geneve en Lausanne . Voor België , Frankrijk , Engeland en Italië adresseere men zich bij G . L . Daube & Co ., 26 , Chaussée de Wavre , Ixelles-lez-Bruxelles .
DE ACHTTIENDE DSÜMAIKE .
HISTORISCHE ROMAN
VAN
SCHMIDT-WEISZENFELS .
IV .
BIJ DEN GENERAAL BONAPARTE . 9
j / feVn LS voortgejaagd hadden de paarden voor de Hvo/ln koets des ministers van politie geloopen en aller-CaMtS ( allerCaMtS ) wegen stonden de lieden aan de barrières stil en w ^*^^ zagen verwonderd en verschrikt het voortsnel-S^KQ^lende ( voortsnelS^KQ^lende ) rijtuig na . Daarbinnen martelde Fouché zich af , om maar eene geschikte gedachte te vinden ten einde zich uit den benarden toestand te helpen . Volgens zijne meening , ofschoon hij als minister van politie geen meening had moeten hebben , was aan ' t gelukken van zulk een wanhopige onderneming als Barras beraamd had , volstrekt niet te denken . Hij schatte Bonaparte's macht over de menschen niet alleen hooger , maar ook het aanzien en het doorzicht van den Directeur Sieyès . De gevangenneming van een dier beide mannen op het zeer weinig vertrouwen wekkende bevel van Barras zou onmisbaar den hevigsten tegenstand bij den Wetgevendcn Raad verwekken en het volk licht tot opstand doen overslaan . Aan den anderen kant was Pouché toch ta-melijk ( tamelijk ) oprecht Barras toegedaan , die^eieh jegens hem welwillend had betoond en wien hij , een gewezen sans-culotte ( sansculotte ) , zijn opkomst te danken had . Hij wilde zich op zijne wijze erkentelijk betoonen , en zooveel hij vermocht dien beschermer aan ' t hoofd der regeering behouden .
Nu was hij echter te scherpzinnig dan dat hij geen be-sef ( besef ) zou hebben gehad van de dingen die komen zouden en hij begreep dus zeer wel dat Bonaparte de man was , die in de naaste toekomst eene hoofdrol spelen zou . Het bij dezen al vooraf te bederven , scheen Pouché een zelfmoord ; hij dacht aan zijn tegenwoordig stand-punt ( standpunt ) en wilde niet weder in het niet terugzinken . Zijne eerzucht , zoowel als zijne eigenliefde en doorzicht , rieden hem , niet den dwazen vriend te spelen , die zich met de ondergaande heerschappij wil laten begraven , maar veeleer de naar boven strevende , nieuwe macht door voor-komendheid ( voorkomendheid ) en dienstvaardigheid aan zich te ver-plichten ( verplichten ) .
In dezen kring bewogen zich de gedachten des mi-nisters ( ministers ) , terwijl hij zijn onbesuisden rijtoer rond de bar-rières ( barrières ) deed . Nog onzeker wat hem te doen stond , werd hij ' t echter daarover met zich zelf eens , dat hij niet datgene doen moest wat Barras hem opgedragen had en welks uitvoering deze in dit oogenblik zeker van hem verwachtte . Hij liet het rijtuig langzamer rijden , en de Chanteraine-straat inslaan , ' t Meest geslepen meende hij te handelen wanneer hij bij generaal Bonaparte zelf ge-tuige ( getuige ) was van ' t voorspel van het tooneel , waarin hem eene zoo geduchte rol was toegedacht .
' t Was nog vroeg in den morgen en voor Bonaparte's woning heerschte eene rust , een zoo stil uitzicht , dat de minister hieruit veilig opmaken kon , dat nog niets van ' t geen in het paleis du Luxembourg besloten was , zijne uitwerking tot hier had doen gevoelen , ' t Kleine huis , dat den generaal sedert den veldtocht in Italië toebehoorde , was nog gesloten , maar de vlugge , altijd spiedende blik van Pouché ontdekte bij het uitstijgen dat het gedruisch van zijne rollende koets in de stille straat en het ophouden daarvan wel degelijk de aandacht der bewoners van ' t huis getrokken had . Aan een venster ontwaarde hij ' t lieftallige hoofd van Josephine , de gade des generaals , nog iv i haar ochtendgewaad , en aan ee
ander zag hij ' t doffe , bronzen gelaat van Bonaparte zelf . Onwillekeurig sidderde hij , toen hij , spoedig na zijn aankloppen , de huisdeur openen zag ; want hij wist niet , hoe hij op eene geschikte en eenigszins duidelijke wijs dit in ' t oogvallend morgenbezoek goedmaken zou bij den generaal , met wien hij in geen vriendschaps - nocr . ambtsbetrekkingen stond .
De bediende ontving hem met blijkbare verwondering in het voorhuis . Pouché liet zich aanmelden . Het duurde lang eer de bediende terugkwam , ' t geen den minister niet vreemd voorkwam , daar hij begreep , dat de generaal hem niet en négligé ontvangen wilde .
// De generaal verzoekt u binnen te komen ,// was het antwoerd dat de bediende bracht , en Pouché trad in de werkkamer van hem , dien hij als zijn gevangene beschouwen moest .
Niet weinig verrast was hij , toen hij bij den generaal nog een anderen heer vond , die zijn binnenkomen met nieuwsgierigheid en ongeduld scheen te hebben verbeid , terwijl Bonaparte hem koud , trotsch en met een door-dringenden ( doordringenden ) blik ontving . Deze stond met den rug aan ' t venster en had de armen over de borst gekruist ; hij was reeds geheel gekleed en had zijn gewone grijze overjas aan ; alleen droeg hij geen sjerp noch degen . De andere heer zat niet verre van hem af in een leuningstoel . Hij was reeds op den rijpen mannelijken leeftijd en de zwarle , zeer eenvoudige klceding , evenzeer als ' t geschoren gelaat , het gansche wezen , verried den priester . Eerzucht en staatkundige slimheid spraken duidelijk uit zijne trekken en de uitdrukking daarvan in dat oogenblik vielen den minister ook daarom nosr bijzonder in ' t oog , daar hem geen twijfel overbleef dat vóór zijn binnen-treden ( binnentreden ) een zeer gewichtig onderhoud moest hebben plaats gegrepen , dat nog niet geëindigd moest zijn . De abt Sieyès , lid van het Directoire — want hij was ' t — reeds zoo vroegtijdig bij den generaal Bonaparte op bezoek , nadat deze des nachts bij hem was geweest
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer