Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 39

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 39
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
39
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE O L IJ F T A K .
i
dank verschuldigd waren , en van wie hij verwachten mocht , dat zij op zijn beroep om bijstand de hun onder-hoorige ( onder-hoorige ) troepen ter zijner beschikking zouden stellen ; en hij was zelf besloten , te paard te stijgen en in het dreigend oogenblik door den indruk van zijn persoon en zijn welsprekend woord zich meester van den toestand te maken .
» Maar zoo verre zal het niet komen , /' sprak hij daarbij tot zich zelf ; " de algeraeene verslapping is te groot en het volk laat zich gewillig drijven door dien ' t voor-waarts ( voorwaarts ) stoot . Ik denk , dat de politie voldoende zal zijn — ' t hangt alles van Fouché af , en van dien ben ik zeker .» " Hij laat lang op zich wachten ,» voegde hij er bij , terwijl hij naar de pendule keek , en toen hij zich , bij het op - en ncêrslappen , weer omdraaide , was hij niet weinig verwonderd den verlangden minister van politie , ter sluiks luisterende en met zijn stekendeoogen hem bespiedende , reeds midden in de kamer voor zich te zien .
« O , de duivel !» riep hij half lachend uit . " Gij zijt zachtpotig als een kater , Fouchc . Men is voor u in zijn binnenveftrek niet veilig .»
" Men is met de politie belast ,'/ hernam Fouché met afgepaste beleefdheid . » Men moet zijn meester en begun-sticer ( begun-sticer ) bewijzen wat men kan .»
« Waarlijk , vriend , daartoe wil ik u van daag eene gansch andere gelegenheid geven . Doch eerst uw rapport , ' t kan mij heden bijzonder van nut zijn .»
Hij wierp zich in een fauteuil en bood den minister van politie een ander aan . Fouché nam plaats en haalde een papier te voorschijn . Daarop kuchte hij even en begon , terwijl hij een onderzockenden blik op Barras wier )), zijn rapport :
"' t Paleis du Luxembourg maakte heden nacht iwee malen de aandacht mijner agenten gaande . De eerste maal , daar zij om drie ure een rijtuig van de voorplaats zagen wegrijden waarin zich eene jonge en zeker ook heel schoone dame , geheei alleen , bevond . Het rijtuig sloeg den weg in naar den Seine-kant . . . ."
" Goed , goed ," viel de Bewindsman hier in ; " dat geheimzinnige nieuws kon ik u ook wel vertellen , wanneer ik dat noodig had geacht . Verder !"
De minister van politie sloot gluipend en meesmuilend de oogen en spitste de lippen ; daarop ging hij voort :
» Nog iets later verliet , diep in zijn mantel gehuld , een jonge krijgsman aan eene andere zijde ' t paleis . Hij ging in ' t huis der Chanteraine-straat ."
Fouchc zweeg . Hij geloofde dat die mededeeling wel geschikt was , de hoogste nieuwsgierigheid des Bewinds-mans ( Bewinds-mans ) op te wekken , en was niet weinig verwonderd dat hij er onverschillig onder bleef .
»' t Was ," zoo voegde hij er afgemeten bij , » de generaal Bonaparte . »
" Ja wel,e hervatte Barras met doordringende stem , "' t was generaal Bonaparte , die om elf ure de soiree van den Directeur Barras op eene zeer in ' t oogvallende en krenkende wijze verlaten had , daarna met zijne vrouw naar zijne woning en vervolgens te voet naar ' t paleis du Luxembourg gegaan was , om tot laat in den nacht een zeker heel gewichtig geheim onderhoud te hebben met den Directeur der Republiek , den zeer vroeden en ijdelen burger Sieyès ."
touche had met verbazing deze aanvulling van zijn eigen bericht uit den mond van Barras vernomen . Bij-kans ( Bijkans ) ongeloovig zag hij hem aan en stotterde haast :
» Hoe ? Gij weet dat alreeds ? Hoe ? Generaal Bona-parte ( Bonaparte ) is bij Sieyès geweest , die hem , oogenschijnlijk , zoo zeer haatte en overal ontweek ?»
" Ja , burger , minister van politie ,» gaf Barras ten antwoord . » Gij ziet dat een nieuws van daag wel het beste is , in zooverre het nieuw en belangrijk heeten kon .»
» Maar op mijn ziel !» riep de minister uit , " daton-derhoud ( datonderhoud ) in den nacht van dien generaal met dien Di-recteur ( Directeur ) "
" Levert niet anders op dan een gevaar voor de Re-publiek ( Republiek ) , Fouché ," zoo vulde Barras op een dreigenden en zeer krachtigen toon den volzin aan , zoodat de mi-nister ( minister ) ten hoogste getroffen was . « Zij smeden eene samenzwering , zeg ik u ,» zoo voer hij voort , terwijl hij
weder den vertrouvvelijken toon aansloeg , " tegen mij , tegen a , tegen de staatsregeling . Bonaparte wil niet al-leen ( alleen ) in ' t Staatsbewind , hij wil een consulaat , een dicta-torschap ( dictatorschap ) , hij wil voor ons een Cromwell worden . En daarvan weet de politie niets ? O , Fouché ! hoe heb ik mij bedrogen , toen ik u tot minister van politie heb aan-gesteld ( aangesteld ) !"
Fouché wist wel , dat die laatste woorden niet ern-stig ( ernstig ) gemeend waren ; doch het overige van de mededee-ling ( mededeeling ) en de wijze waarop hem die gedaan werd , bracht hem toch tot ernstig nadenken . Eerst na cenig verwijl antwoordde hij :
" Gelooft gij , werkelijk , burger-Directeur , dat de ge-neraal ( generaal ) tot een staatsgreep in staat is , teneinde zich door eene samenzwering ' t gezag in handen te spelen ?"
> i'/joo is ' t ontwijfelbaar , vriend . De generaal is een eerzuchtige die Sieyès vleit , en Sieyès is een morrende vos die hoopt den soldaat later toch te knap te zijn . Dat alles is echter voor mij niet de hoofdtaak , die mij verontrust . Onder eene krachtige regeering mag zulk eene samenwering tegen haar zelfs niet eens plaats grij-pen ( grijpen ) , geen wortel schieten . Zoo lang ik door ' s volks vertrouwen lid van de regeeriug ben , zal ik trachten haar voor zulke gevaren te behoeden , al moest ik een anderen staatsgreep daartegenover stellen ."
( Wordt oeroolgd .)
^ i>«)s«3^>ï3
Wat Parijs mij te « enken geeft .
De engel der menschheid , hoog tronend boven
alle gewesten der , aarde , had voor eene wijl verre buiten Europa eene rustplaats gezocht voor zijn voet .
Op de tinne eener moskee in Mecca heeft hij zich neergezet — het hoofd gebogen , de handen krampachtig saamgevouwen . Daar , bij niet-christenen ( niet-christenen ) , in het Oosten zoekt hij rust , terwijl zijn blik onafgewend naar het Westen blijft gericht .
Medelijden , afschuw , walging — ziedaar de indruk door de westerlingen op hem teweegge-bracht ( teweeggebracht ) — een traan ontvalt zijn oog , een kreet ontsnapt zijne borst .
Ibrahim , geloovig Muselman , hartstochtelijk bestrijder van ' s Christens leer , voor hein « eene dorre leer », heeft dien kreet opgevangen en plaatst zich meewarig aan ' s engels zijde .
« Goede geest van ' t menschdom , » — zoo spreekt hij tot den engel — « ook dienaar van Allah en den profeet , wat ontspint zich aan uw blik dat gij dus treurt .'»
En het antwoord luidt :
Mijne tong verstijft schier bij het pogen om u inwoorden te brengen , wat aan mijn oog ontsluierd ligt .
Satan , zijnhelschen kerker ontsprongen , waartbrandend en blakerend rond en om .
Der Christenen tempel is een puinhoop , eenvuurpoel — de Madonna met het Christuskind ligtter aarde , bespat met bloed en slijk , vertraptdoor den hoef van het brieschend strijdros .
Een jeugdig knaapje , zich vermeiend in zijnhemel , zijn speelgoed , wordt op eenmaal doorhet moordend lood de teêre hersenpan verplet .
— Eene jonge moeder , pas den bangen barensnood ontworsteld , ligt met doorvlijmde borst zieltogend naast haren zuigeling , die haar de wang streelt .
Knapen en maagden met rozen op de wangenen bruisend bloed in de aderen , vallen als aasvoor het krijschend heir der roofvogels .
Ouders wier kinderen en kinderen wier oudersdoor lood of staal werden weggevaagd als scha-delijk ( schadelijk ) gedierte des velds , doen in koor de lucht
weergalmen van een klaaggeschrei , dat merg enbeen doorvlijmt »
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer