Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 406

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 406
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
406
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
6
DE OLIJFTAK .
• was thans geheel doodsch en stil geworden , als hing zijn bewoners een of andere ontzettende ramp boven het hoofd .
Eindelijk was de lang verwachte dag gekomen . Lief-derijke ( Liefderijke ) vrienden uit een ander land haddenden jongeling naar zijns vaders huis geleid . Hoe onstuimig klopte zijn hart toen de diepe bosschen voor zijne blikken op-daagden ( opdaagden ) ; het was hem of hij deze oorden reeds vroeger in een of anderen verrukkelijken droom aanschouwd had . In dienzelfden stond verbeidden , omgeven van hunne vrienden , de vader en de dochter den jongeling , met gemengde gewaarwordingen , die , naarmate het tijdstip des weerziens naderde , tot eene ware foltering stegen .
Daar staat hij tegenover zijn oom , aller oogen worden op hem gevestigd en richtten zicli vervolgens naar zijn oom , die zich deze blikken wel bewust is . Niet bij machte op te rijzen , blijft hij het gunstig uiterlijk en de edele gestalte aanstaren van den jongeling , die beschaamd en verlegen voor hem staat .
Een schoon gelaat , in tranen badend en door ont-roering ( ontroering ) hoog gekleurd , trok weldra'sjongmans aandacht . Het behoefde hem niet gezegd te worden dat hij zijne geliefde nicht aanschouwde , doch hij durfde haar niet te naderen , de pijnlijke stilte maakte hem besluiteloos .
In een ommezien had zij begrepen dat niemand anders dan haar trouwe neef voor haar stond . Hare blikken gingen van haars vaders gelaat naar het zijne . De natuur had onmiskenbaar op zijn schoone trekken den stempel des wettigen erfgenaams gedrukt . Op hem alleen hield het meisje nu haar blik gevestigd en , de inspraak van haar hart volgend , rees zij bedeesd van hare zitplaats op . Zij vatte hem vriendelijk bij de hand en leidde hem blozend naar haren zetel , welke nevens dien haars vaders stond en verliet daarop , om hare aandoening te verbergen , zonder een woord te uiten , het vertrek .
Deze eenvoudige daad , die zoo onmiskenbaar de teederheid van haar inborst verried , trof alle aanwe-zigen ( aanwezigen ) , terwijl het trotsche gemoed des vaders inwendig beefde toen hij den diepen indruk opmerkte , dien de handelwijs zijner dochter op allen maakte .
Zijne besluiteloosheid eindelijk overwinnende , heette hij hem koel en uit de verte welkom , waarna hij zich tot zijne rechtgeleerdo raadslieden wendde en zich gereed maakte om de bepleitingen der vrienden aan te hooren , die hem begeleid hadden van het oord , waar der familie het onheil overkomen was .
Een aantal dagen verliepen met moeitevolle nasporin-gen ( nasporin-gen ) , doch men had niets kunnen ontdekken om de aan-spraken ( aanspraken ) van den neef tegenover den oom meer gewicht bij te zetten , zoodat , naar ' t oordeel der vergaderde personen , de aangevoerde bewijzen in ' t belang van eerstgenoemde , te zwak en onbestemd waren om dezen in ' t bezit van het erfgoed te kunnen stellen . Nogtans trof een ieder de onmiskenbare gelijkenis des jongelings met de overige familieleden .
Dagelijks wandelde hij op het erfgoed rond , waar hij aanhoudend voorwerpen aantrof , die hij wist vroeger gezien te hebben ; toch wist hij maar al te wel dat de eigen overtuiging van zijn goed recht hem weinig baten kon . Er werden personen naar Ierland gezonden om te trachten meer inlichtingen te verkrijgen , en intusschen bleef hij de vriend en mede-bewoner des huizes .
Dikwijls ontmoetten , zeker niet altijd bij toeval , neef en nicht elkander , en telkens bleek het dan door allerlei herinneringen uit hunne kindsheid ten duidelijkste dat de aanspraken van den neef gegrond waren ; doch koude baatzuchtige harten hadden zij tot overtuiging te brengen , en de koele verwijtende toon waarop het pleiten der nicht door haar vader beantwoord werd , gaf maar al te zeer te kennen dat zij dit voortaan had na te laten . Zijn toorn was evenwel tegen zich zelven gekeerd : het zou hem toch inderdaad eene vreugde geweest zijn het kind zijns broeders aan zijn hart te drukken . Doch de mate van zedelijken moed , dien hij bezat , bezweek voor de be-geerte ( begeerte ) naar ' t behoud van rang en vermogen , die als't ware een bestanddeel van zijn leven uitmaakte .
Zoo was elk uitstel , door het eischen van meer over -
tuigende bewijzen veroorzaakt , hem welkom ; deze vol-doening ( voldoening ) ging niettemin met pijnlijke kwelling gepaard . De jongman toch — hij kon het zich niet ontveinzen — die met zulk een diepen eerbied tot hem opzag , terwijl hij zijne zaak in handen stelde van den man , wiens belangen daarmede geheel in strijd waren — die jongman moest wel het edelaardig kind zijns broeders wezen .
De zon scheen met zuidelijken gloed in het prach-tige ( prachtige ) salon , waar mijne plaats en die mijner viervoetige medegenooten waren aangewezen . De geschilderde ramen stonden open om de zoele zomerlucht , bezwangerd met weiriekenden bloemengeur binnen te laten : terwijl de vogels zacht tjilpend in de dichte schaduw van het statig geboomte een toevlucht zochten , tegen de bedwelmende zomerhitte . De blauwe lucht schitterde als amethist , en de kudde lag verspreid over de heuvelen , terwijl beneden in de groene dalen het zacht geklingel hunner schelletjes doordrong . De geheele natuur scheen zich in eene zoete rust te vermeien .
In mijne armen hield ik eene edele jeugdige gestalte omsloten ; onze jongman zat peinzend de portretten van zijne moeder en zijn vader te beschouwen , die tegen-over ( tegenover ) hem aan den wand hingen . Hij gevoelde het dat hij hun kind was , doch de gedachte aan zijn oom maakte hem somber . Diens stroeve houding kwelde en bedroefde hem , en in stilte bad hij dat hij naar aller genoegen bewijzen mocht de rechtmatige erfgenaam te zijn , niet ter wille van stoffelijk voordeel , maar opdat hij zich tegenover vader en dochter zulk eene afkomst waardig mocht betoonen .
Het beeld echter der dochter stond hem meer dan dat des vaders vcor oogen , de eerste toch had stilzwij-gend ( stilzwijgend ) hem herkend . Haar eersten handdruk zou hij niet licht vergeten , geen andere hand toch had zich ter zijner verwelkoming naar hem uitgestrekt , en hij zou zelfs wenschen in zijn streven te slagen , indien hij er niets anders door verwierf dan haar zijn nicht te kunnen noemen .
Zoo bleef hij voortpeinzen , totdat de drukkende middagzon hem in eene diepe sluimering vallen deed .
Nauwelijks had hij zijne oogen gesloten of daar trad eene vrouwelijke gedaante de kamer binnen . Het geliefde voorwerp zijner gedachten — zijner droomen wellicht — stond voor hem . Schuchter gleed haar oog over de gestalte van den slapende , doch weldra vestigde zij meer onder-zoekende ( onderzoekende ) blikken op zijne gelaatstrekken , zooals zij zich in zijn wakenden toestand wel niet zoo driest zou ver-oorloofd ( veroorloofd ) hebben . Haar ooe van hem afwendend , richtte zij het op de portretten . Haar boezem joeg op en neder , terwijl haar gelaat kleurde : de zachte koelte , die door t geopende raam naar binnen woei , had zijne donkere lokken verschoven en een diep litteeken opzijn voorhoofd ontbloot .
Een kreet was bijna haar lippen ontglipt , zij drukte haar handen aan haar boezem ; een onmiskenbaar bewijs voor zijne identiteit toch was door haar ontdekt ge-worden ( geworden ) . In zijne prille jeugd was hij , terwijl hij voor haar naar een vogelnest zocht , uit een boom gevallen en had daardoor , na den schier doodelijken val , het diepe lit-teeken ( litteeken ) behouden , dat thans zoo krachtig voor hem pleiten zou .
Zonder hem te wekken snelde zij het vertrek uit , terwijl een blijde , hoopvolle glimlach over haar gelaat zweefde .
Ik beken dat de minuten mij te lang schenen , want hare plotselinge bewegingen hadden mij niet weinig verbaasd , en ik twijfelde er geenszins aan dat zij een of ander kloek en edel besluit genomen had .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer