Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 330

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 330
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
330
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
2
DE OLIJFTAK .
in hem op , even als het kwik in een thermometer , dien men in een warm bad plaatst .
// Juist wat ik u wilde voorstellen ,// zeide hij . // Goothe-ridge ( Goothe-ridge ) van de // Gekruisde Handen // is — voor zijn stand — een zeer achtenswaardig man . Laten we hem in ieder geval meenemen . Wees niet bevreesd , mevrouw Patrolungo . Wij zijn allen in Godes hand . ' t Is wel gelukkig voor u , dat ik juist thuis was . Wat zoudt ge zonder mij hebben moeten beginnen ? Kom , wees nu niet zoo bang . In geval er boosdoeners mochten zijn , heb ik een stok , zooals gij ziet . Ik ben niet groot , maar ik bezit een geweldige spierkracht . Ik ben , om zoo te zeggen , één spier en al . Voel maar eens !»
Dit zeggende strekte hij een van zijn korte armpjes uit , dat ongeveer half zoo . lang was als de mijne . Als ik niet veel te angstig was geweest om aan gekscheren te denken , zou ik zeker hebben gezegd dat het , met zulk een reuzenkracht aan mijne zijde , onnoodig was den herbergier lastig te vallen . Ik durf niet beweren dat mijnheer Pinch juist mijn gedachtenloop ried — ik kan alleen zeggen dat hij , zoodra wij de herberg in ' t gezicht kregen , op een drafje naar Gootheridge toeliep .
De herbergier kwam naar buiten en toen hij hoorde waarheen wij gingen , was hij dadelijk bereid ons te volgen .
// Neem uw geweer meê ,// zei mijnheer Pinch .
Gootheridge nam zijn geweer . Wij snelden naar het huis . // Was jufvrouw Gootheridge of uw dochter van daag op Bruinheuvel ?// vroeg ik .
// Ja , mevrouw — ze waren allebei op Bruinheuvel . Ze deden als gewoonlijk het werk — en gingen al een groot uur geleden naar huis .//
// Gebeurde er niets ongewoons terwijl ze daar waren ?//
// Ik heb er ten minste niets van gehoord , mevrouw .//
Ik dacht een oogenblik na , en waagde het nog eenige vragen aan Gootheridge te doen .
// Hebt ge hiervan avond ook vreemdelingen gezien ?// vroeg ik .
// Ja , mevrouw . Zoo wat een uur geleden kwamen twee
vreemdelingen mijn huis voorbij in een chais .//
// In welke richting ''// » V!ln den Kant van üngnton , in de nenting van
Bruinheuvel .//
// Hebt ge de mannen goed opgenomen ?//
// Neen , niet bijzonder , mevrouw . Ik was aan't werk .//
Een akelig voorgevoel rees bij mij op dat de twee vreemdelingen in de chais de twee mannen waren , die ik tegen den muur had zien staan . Ik sprak geen woord meer voor dat wij ' t huis bereikten .
Alles was stil . Het eenige ongewone wat wij zagen waren de duidelijke indruksels van wielen , die over het grasperk tegenover Bruinheuvel hadden gereden . De her-bergier ( herbergier ) zag ze ' teerst.//De ehais moet voor't huis hebben opgehouden , mijnheer ,// zeide hij tot den predikant .
De eerwaarde heer Finch leed ten tweeden male aan eene belemmering in de tong . Alles wat hij zeggen kon toen wij de deur der eenzame en stille woning naderden ■— en dat zeide hij zelfs met de grootste inspanning — was : // Laat ons toch voorzichtig zijn !//
De herbergier bereikte het eerst de deur . Ik volgde hem op den voet . De predikant — op een kleinen afstand — maakte de achterhoede uit , met de heuvels van de South Downs achter hem om er zich tegen terug te kunnen trekken . Gootheridge klopte stevig op de deur en riep : // Mijnheer Dubourg !// Geen antwoord , — de diepste stilte bleef heerschen . Ik kon dat wachten niet langer verduren . Ik duwde den herbergier op zijde en draaide het eerst het hengsel der ongesloten deur om .
// Laat mij ' t eerst naar binnen gaan , mevrouw,//sprak Gootheridge , terwijl hij mij op zijne beurt op zijde duwde . Ik volgde hem van nabij . Wij traden ' t huis binnen en riepen op nieuw . Nog geen antwoord . Wij traden de kleine zitkamer binnen aan den eenen kant van den gang en de eetkamer aan den overkant . Beiden waren ledig . Wij gingen verder naar achteren in ' t huis , waar de kamer was gelegen , die Oscar zijn werkplaats noemde . Toen wij de deur der werkplaats wilden openen , vonden wij dat zij gesloten was .
Wij klopten en riepen op nieuw . De akelige stilte bleef , even als vroeger , voortduren .
Ik stopte mijn vinger in ' t sleutelgat . De sleutel stak niet in het slot . Ik knielde en keek door ' t sleutelgat , om in ' t volgende oogenblik bleek en verwilderd van schrik op te springen .
// Breek de deur open !» gilde ik . » lk kan zijn hand op den grond zien liggen !//
De herbergier was even als de predikant klein van gestalte ; en de deur , even als alles op Bruinheuvel , was van ' t dikste hout en sterkste maaksel . Zonder gereed-schappen ( gereedschappen ) , zouden we alle drie te zamen niet sterk genoeg geweest zijn die te openen . In die moeielijke omstandigheid toonde de heer Finch — voor de eerste en ook voor de laatste maal — dat hij van eenig nut was .
// Wacht eens !// zeide hij . // Als de achtertuindeur open is , kunnen we er door het raam in .//
De herbergier noch " ik had aan het venster gedacht . Wij liepen achter ' t huis om , en zagen dat de sporen der wielen dezelfde richting uitgingen . De tuindeur stond wijd open ; wij liepen den kleinen tuin door . Het venster van de werkplaats — dat tot aan den grond opensloeg — bood ons , zooals de predikant had voorzien , eengemak-kelijken ( eengemak-kelijken ) toegang . Wij traden de kamer binnen .
Daar lag hij — de arme goede , ongelukkige Oscar — bewusteloos , in zijn bloed badend . Een slag aan de linkerzij van zijn hoofd , had hem waarschijnlijk op de plaats zelve neergeveld . De slag was geducht aangekomen . Of de schedel ook van een gespleten was , kon ik niet weten , zoover reikte mijn kennis van de heelkunde niet . Ik had eenige ondervinding opgedaan in de behandeling van gekwetsten , toen ik de heilige zaak der Vrijheid voorstond aan de zijde van mijn beroemden gemaal Patrolungo . Koud water , azijn , en linnen , voor zwachtels — dat was alles wat ik noodig had . Gootheridge vond den sleutel van de deur in een hoek van ' t vertrek geslingerd liggen . Hij haalde water en azijn , terwijl ik den trap opsnelde naar Oscar's slaapkamer , en mij van eenige handdoeken voorzag . Binnen eenige minuten had ik reeds een compres met koud water op de wond gelegd , en waschtc ik zijn gelaat met azijn en water . Hij was nog steeds bewusteloos ; maar hij leefde . De eerwaarde heer Finch — die van geen ' t minste nut ,
voor iemand was — voelde zich verplicht Oscar's pols te voelen . Hij deed dit alsof , onder de gegevenomstan-digheden ( gegevenomstandigheden ) , dit de eenige verdienstelijke daad was , die kon worden verricht . Hij trok een gezicht alsof niemand anders dan hij in staat was een pols te voelen . // Hoe gelukkig ,// zeide hij , terwijl hij den langzamen , fiauwen polsslag van den lijder voelde — « hoe gelukkig , dat ik juist thuis was . Wat zoudt ge zonder mij hebben moeten aanvangen ? //
Het eerste wat nu gedaan moest worden was den dokter te laten halen , en intusschen hulp in te roepen om Oscar naar boven te helpen dragen en in bed te leggen .
Gootheridge toonde zich bereid een paard te huren en naar den dokter te rijden . Wij kwamen overeen dat hij zijn vrouw en den broer van zijn vrouw naar mij toe zou sturen om te helpen . Toen dat was uitgemaakt , bleef er nog slechts ééne zwarigheid over , en die was hoe we mijnheer Finch op de beste wijze zouden loozen . Nu er geen vrees meer bestond dat we kwade lieden in het huis konden ontmoeten , ging het gehamer van de zware basstem van het kleine mannetje onafgebroken voort even als een machine die in den omtrek aan ' t werk was . Ik had weder eene ingeving — terwijl ik op den grond zat met Oscars hoofd op mijn schoot . Ik gaf mijn eer-waarden ( eerwaarden ) begeleider iets te doen .// Kijk eens rond in de kamer !// zeide ik ,// en zie of de kist met gouden en zilveren platen er nog is of niet .//
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer