Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 307

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 307
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
307
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
3
had gewerkt om achter de waarheid te komen . Hoe moest ,; ik ' t aanleggen met een man in zulk een toestand ? Ik besloot datgene te doen wat men noemt : // den stier bij de horens pakken ."
// Ik zie maar één persoon hier ,// zeide ik . // Een man die eervol vrijgesproken is van eene misdaad , die hij nooit in staat zou zijn geweest te begaan . Een man die mijne belangstelling verdient , die aanspraak mag maken op mijne genegenheid . Geef mij de hand , mijnheer Dubourg .//
Ik had hem op hartelijken warmen toon toegesproken en gaf hem een hartelijken , warmen handdruk . De arme teergevoelige , eenzame , vervolgde jonge man , liet zijn hoofd op mijn schouder zakken als een kind en begon bitter te schreien .
// Veracht mij niet !» zeide hij , zoodra hij weer in staat was te spreken . // Het maakt iemand neergeslagen als men er aan denkt , dat men op de bank der beschul-digden ( beschuldigden ) heeft gezeten , en dat honderden onmeêdoogende lieden u met afgrijzen hebben aangestaard — zonder dat gij het hebt verdiend . En buitendien , mevrouw , ben ik zoo eenzaam geweest , sedert mijn broeder mij verlaten heeft .//
Wij gingen op nieuw naast elkander zitten . Hij was het zonderlingste mengsel van tegenstrijdigheden dat ik ooit heb ontmoet . Als hij in een van die hartstochtelijke vlagen was , waarin hij zoo licht geraakte , dan zoudt gij gezegd hebben : het is een tijger . Wacht echter tot dat hij bedaard is en zijn gewoon zacht humeur heeft herkregen — dan z"udt gij met evenveel waarheid hebben gezegd : hij is een lam .
// Een ding verwondert mij echter , mijnheer Dubourg , ging ik voort . // Ik begrijp niet recht —//.
// Noem mij niet , mijnheer Dubourg ,// viel hij mij in de rede .// Daardoor herinnert ge mij aan het ongeval dat mij noodzaakte van naam te veranderen . Noem mij bij mijn doopnaam . Het is een vreemde naam . Maar naar uw tongval te oordeelen zijt gij ook een vreemde — en dus zult ge nog meer belang in mij stellen om mijn vreemden naam . Ik ben met den naam van Oscar gedoopt naar mijn moeders broeder : mijne moeder was ge-boortig ( geboortig ) uit Jersey . Noem mij Oscar . — Wat is't dat gij niet bjegrijpt ?//
// Ik begrijp niet ,// hervatte ik , dat uw broederuin uw tegenwoordigen toestand hier geheel alleen laat .//
Bij die woorden stond hij weder op ' t punt van uit te barsten .
// Geen woord tegen mijn broeder !// sprak hij op een toon van ontzag . // Mijn broeder is het edelste wezen dat God ooit op den aardbodem heeft geschapen ! Gij moest dat zelve toch inzien — gij weet immers wat hij bij ' t verhoor deed . Was die engel er niet geweest , ik zou op ' t schavot zijn gestorven . Ik blijf er bij dat hij geen mensch is ; hij is een engel !//
( Ik gaf toe dat zijn broeder een engel was . Die toe-stemming ( toestemming ) bracht hem onmiddellijk tot bedaren .)
// De menschen zeggen dat er geen verschil tusschen ons is , // vervolgde hij , terwijl hij zijn stoel gezellig dichter bij mij schoof . // O , de menschen zijn zoo oppervlakkig ! Wat ons uiterlijk betreft , ben ik ' t met hen eens , wij gelijken sprekend op elkander . ( Gij hebt toch gehoord dat wij tweelingen zijn ). Maar daarmee is ' t ook uit , ongelukkig genoeg voor mij . Nugent — ( zoo werd mijn broeder genoemd naar mijn vader ) — Nugent is een held ! Nugent is een beschermengel ! Ik zou bezweken zijn als hij niet voor mij had zorg gedragen . Ik had niemand anders dan hem . Wij zijn weezen ; en hebben geen broers of zusters . Nugent voelde de vernedering nog sterker dan ik — maar hij wist zich op te houden .
// De slag trof hem zwaarder dan mij ; ik zal u eens vertellen waarom . Nugent was al zoo goed op weg om onzen naam — den naam , dien wij genoodzaakt zijn geweest te verloochenen , — over de geheele wereld be-roemd ( beroemd ) te maken . Hij is een schilder , — een landschap-schilder ( landschap-schilder ) . Hebt gij nooit van hem gehoord ? Nu , dan zult ge spoedig van hem hooren . Waar denkt ge wel dat hij is heen gegaan ? Hij is naar de wildernissen van Amerika vertrokken , om nieuwe tooneelen voor zijn penseel op te sporen . Hij is van plan eene school voor landschapschilders op te richten . Op uitgebreide schaal !
ii Zoo uitgebreid als er nog geene is geweest ! De goede | jongen ! Wil ik u eens vertellen wat hij zeide , toen hij mij hier verliet ? Hij zeide edele woorden — zoo noem ik ze ten minste . ' Oscar ', zeide hij , ' ik ga onzen aangenomen naam beroemd maken . Gij zult met eere bekend zijn — gij zult beroemd zijn als de broeder van Nugent Dubourg '. Denkt gij nu dat ik zulk een loopbaan in den v/eg wilde staan ? Kon ik , na al hetgeen hij voor mij heeft opgeofferd , zulk een Man hier laten blijven — alleen om mij gezelschap te houden . Wat komt het er op aan of ik mij eenzaam gevoel ? Wie ben ik ? O , als gij eens hadt gezien hoe hij de vreeselijke algemeene bekendheid droeg , die wij na het verhoor moesten verduren ! Men gaapte hem aan , men wees hem na , in plaats van mij . Geen enkele klacht ontsnapte hem . Hij haaide er zijn schouders voor op . Ik geef geen oortje om de publieke opinie !' zeide hij . Welk een geestkracht , niet waar ? Wij trokken van de eene stad naar de andere , en altijd vonden wij er weer de photografen , en de nieuwsbladen , èn de heele ellendige geschiedenis (' roman in ' t werkelijke leven ,' zoo noemde men haar ) die iedereen reeds vooraf kende . Hij verloor den moed niet . ' Wij zullen nog wel een plekje vinden ( waren altijd zijn vertroostende woorden ) gij hebt er niets meê te maken , Oscar ; gij zijt veilig onder mijne hoede ; ik beloof u dat ik u juist in het toevluchtsoord zal brengen dat gij verlangt .' Hij was ' t die alle inlichtingen inwon en dit afgelegen plaatsje van Engeland uitvond waar gij woont . Ik dacht dat het al mooi was toen wij de heuvelen waren overgetrokken , maar daarmee was hij nog niet half tevreden . Wij raakten verdwaald . Ik begon zenuwachtig te worden . Hij stoorde er zich niet aan .' Ik ben bij u ,' zeide hij ; ' gij kunt altijd op mijn goed geluk vertrouwen . Let wel wat ik zeg ! Wij zullen stuiten op een dorp !' Gij zult mij nauwelijks gelooven — binnen tien minuten stuitten wij , juis
Een ding was in ieder geval duidelijk in dien anders ondoorgrondelijken jongen man : hij aanbad zijn tweeling-broeder ( tweelingbroeder ) .
Het zou mij even duidelijk zijn geweest dat mijnheer Nugent Dubourg verdiende dat men hem aanbad , als ik ' t hem had kunnen vergeven dat hij zijn broeder in een plaatsje als Dimchurch , geheel aan zijn lot had overgelaten . Ik was genoodzaakt mij den uitstekenden dienst te herinneren , dien hij bij ' t verhoor had bewezen , voor dat ik er toe kon besluiten mijn oordeel over hem ge-durende ( gedurende ) zijne afwezigheid op te schorten . Nadat ik die grootmoedige daad had verricht , nam ik de eerste gele-genheid ( gelegenheid ) te baat om van het onderwerp af te stappen . Het vervelendste gesprek dat ik ken is , als iemand u de deugden van een afwezig persoon opsomt — wanneer de afwezige u daarenboven nog geheel vreemd is .
// Is ' t waar ,// vroeg ik , « dat gij Bruinheuvel voor zes maanden hebt gehuurd ? Zijt ge inderdaad van plan u te Dimchurch te vestigen ?»
// Ja — als gij mijn geheim bewaart ,// gaf hij ten ant-woord ( antwoord ) . // De menschen hier weten niets van mij . Ik bid u vertel hun toch niet wie ik ben ! Als gij dat deedt zoudt ge mij van hier verdrijven .//
// Ik moet Miss Einch toch vertellen wie gij zijt ,// hernam ik .
// Neen ! neen ! neen !// riep hij driftig uit . // Ikkan de
! gedachte niet verdragen dat zij ' t zou weten . Ik ben zoo
vreeselijk vernederd . Wat zal ze wel van mij denken ?//
Daarop barstte hij in een stortvloed van onsamenhangende
volzinnen uit over Lucilla — vermengd met vernieuwde
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer