Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 269

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 269
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
269
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE O L IJ F T A K .
eerst al veel gewonnen . Deze zou er Eliza nog heden over spreken , en bracht hem misschien morgen hare toestem-ming ( toestemming ) , die hem tot den gelukkigsten aller mannen maakte . Nu kon hij niet langer hier blijven ; hij moest alleen , geheel alleen ronddwalen , in de vrije natuur , om zijn geluk eens recht te gevoelen . Hij stond dus op en , na een hartelijk afscheid vanden majoor genomen te hebben , ging hij heen . Deze zag hem met een glimlach na , tot de boomen hem aan zijn oog onttrokken ; toen wreef hij vol genoegen zijne handen en riep vroolijk uit : " Hoe ge-lukkig ( gelukkig ) de vader , die eene schoone dochter bezit ! Zij kan hem nog terugschenken , wat het noodlot wegneemt ."
{ Wordt vervolgd .)
§£ i % mkt \ Jlüslin .
( Met eene gravure .)
-^»«&~§*-
Onder de vele toeristen , die jaarlijks van de geriefelijke reizen per stoomboot of spoortrein ge-bruik ( gebruik ) maken , om het schoone landschap te bezoeken , dat aan gene zijde van de Tweed ligt , zullen er weinigen zijn , die de hoofdstad van Schotland verlaten , zonder hulde te hebben gebracht aan het wijdvermaarde kasteel Roslin , en ' de daarbij behoorende kapel .
« Waarin'tgebeent van " Roslins fiere hoofden , In wapenpraal , en zonder doodkist , ligt ."
Die burcht vertoont thans niets meer dan bouwvallen , maar deze zijn schilderachtig ; de voorste daarvan bedekken een voorge-bergte ( voorgebergte ) , dat de Esk bestrijkt , en zijn naam schijnt te ontleenen aan de nabijheid van de rivier : Ross-Linnhe beteekent toch het voorgeberchte van de " Linn //, of den waterval .
Dit kasteel was de oude zetel-plaats ( zetelplaats ) der St . Clairs , een ge-slacht ( geslacht ) , dat een beroemden naam in het land heeft en talrijke goederen en titels , bezat : o . a . die van graven en hertogen . Gedu-rende ( Gedurende ) verscheiden geslachten , waren zij de Patronen en Groot-meesters ( Grootmeesters ) der vrijmetselaren in Schotland . Die eer werd hun op-gedragen ( opgedragen ) door Jacobus II , en tot nu onlangs , bleef die in de familie bewaard .
De berg , waarop de^ruïne staat , is van den tegen-overgestelden ( tegenovergestelden ) oever afgescheiden door eene diepe kloof , waarover een steenen gewelf of brug ligt . De oevers van de Esk in de nabijheid van Roslin zijn zeer afwis-selend ( afwisselend ) van hoogte , hoewel met zwaar bosch bezet .
Nog ontwaart men te midden van de bouwvallen een huis , dat het jaarcijfer 1622 voert ; men verhaalt , dat dit door Sir " William St . Clair , van Roslin , gesticht werd , nadat het veel oudere kasteel onbewoonbaar ge-worden ( geworden ) was .
De St . Clairs zijn van Normandische herkomst , daar lij afstammen van Willem van St . Clair , tweeden zoon van Waldermis van St . Clair , en Margaretha , dochter van Richard , hertog van Normandië .
Deze Willem van St . Clair was een van die Anglo-Normandièrs ( Anglo-Normandièrs ) , die , na de verovering , door de begiftiging met uitgestrekte goederen , uit Engeland naar Schotland • werden gelokt .
Van koning Malcolm ontving hij de landen en baronie van Roslin . Deze gronden werdendoor vrijgevigheid van opvolgende monarchen nog vermeerderd . De grootste uitbreiding ondergingen zij onder de volgende omstandig-heden ( omstandigheden ) . Koning Robert Bruce , die dikwerf op de " Pentland-heuvelen ( Pentland-heuvelen ) kwam jagen , had vaak een//wit hert " vervolgd , doch het was telkens aan zijne honden ontsnapt . De koning vroeg nu aan de omringende edelen of zij ook jachthonden hadden , bekwaam genoeg om " het dier " machtig te worden . Niemand antwoordde er , behalve Sir Willem St . Clair , die er zijn hoofd onder verwedde , dat zijne twee honden " Help " en " Hold // het dier er onder zouden hebben , voor zij de rivier op zekere hoogte zouden overgestoken zijn . De Koning nam dadelijk de weddingschap aan — ' t schijnt dus dat al in die oude tijden het wedden hier een volkstrek was — en zette het
DOOR HET TIJ ACHTERHAALD .
bosch van Pentland Moor tegen het leven van Sir William St . Clair in . Het dier werd spoedig opgejaagd , en Sir William liet zijne honden los . Zij waren weldra in volle drift , en hij vuurde ze met eigene stem aan . Doch , helaas ! daar ziet hij ' t hert het midden van de moerassige streek bereiken zonder dat het tegengehouden werd , en hij achtte zich verloren . Volgens het volksverhaal maakte zijn wanhoop hem tegelijk tot een godvreezend man en een dichter ; hij deed eene gelofte dat hij eene kapel ter eere van de H . Katharina zou oprichten , indien zij hem in dezen nood bijstond ; en hij riep uit :
uHelp , Heiige , wil mij redding geven Of dezen dag zal Roslin sneven f "
Op ' t eigen oogenblik deed " Hold " een vluggen sprong voorwaarts en hield ' t hert tegen , terwijl " Help ", ook aansnellende , ' t aan Sir William's zijde neerlag . De Koning kwam af van den heuvel , waarop hij de jacht aanschouwd
had , omhelsde Sir William , en begiftigde hem met uitgestrekte landen . Uit dankbaarheid voor zijne ont-snapping ( ontsnapping ) aan het dreigend levensgevaar , en ter erkenning van St . Katharina's tusschenkomst , bouwde Sir William de Kapel of liever Kerk , waarvan nog een overblijfsel bestaat . De heuvel , waarop de Koning van deze gedenkwaardige jacht getuige was , wordt nog de .-/ Konings-heuvel » en de plaats van de'jacht , wordt nog het " Ridder-veld " genoemd .
Deze Sir William St . Clair huwde met Elizabeth , dochter van Malcolm , graaf van Orkney . Van dezen tijd bleef dit geslacht een der luisterrijkste van Schotland , ' t Is " onzeker wanneer het kasteel Roslin gebouwd werd , doch hoogstwaarschijnlijk dagteekent het van ' t begin der twaalfde eeuw . Tijdens Jacobus de Tweede werd Sir William Hamilton deze burcht ter gevangenis aangewezen , omdat hij aan den opstand van graaf Douglas tegen zijn souverein deelgenomen had ; in 1554 werd het door dekrijgs-benden ( dekrijgs-benden ) van Hendrik VIII in kolen gelegd ; in 1650onderging het een weinig verschillend lot van de zijde der krijgsbenden van Cromwell , aangevoerd door generaal Monk . In den nacht van den 11 Dec . 1688 werd het door eene bandelooze menigte geplunderd , deels uit het land-volk ( landvolk ) , deels uit het grauw van Edinburg samengeschoold .
In 1171 werden de Orkney-eilanden ( Orkney-eilanden ) , waarover de St . Clairs eens van wege Haco , koning van Noorwegen , het gebied had-den ( hadden ) erlangd , onder de Sehotsche Kroon gebracht ; terwijl de titel van graaf van Orkney verwisseld werd voor dien van Caithness , die sedert aan de hoofdlijn van het geslacht tot den tegenwoor-digen ( tegenwoor-digen ) graaf overgedragen is , ter-wijl ( terwijl ) de goederen van Roslin aan den niet-adellijken ( niet-adellijken ) tak kwamen , die in 1778 in William St . Clair , Esq . , van Roslin een einde nam .
Het stadje Roslin , in Oost-Lothian ( Oost-Lothian ) , werd na Edinburg en Haddington genoemd en al spoe-dig ( spoedig ) , ten gevolge van ' l vele bezoek dat naar het kasteel stroomde , zeer bevolkt . De vorstelijke land-heer ( landheer ) hield een groote hofhouding ; o . a . leest men in de kronieken dat Willem St . Clair , de stichter der Kapel , aan zijne tafel door Lords , in goud en zilver bediend werd ; zijne zalen waren allerrijkst gestoffeerd . Het toppunt van bloei van dit geslacht was onder Jacobus I en II . De gemalin van gemelden Willem , Elizabeth van Douglas had een huis van vijf-en-zeventig , dames , van welke drie-en-vijftig dochters van edelen waren , allen gekleed in fluweel en zijde , met gouden ketens en andere sierselen ; haar rijstoet bestond uit twee-honderd ( tweehonderd ) edelen , en als zij ' s avonds naar haar verblijf te Edinburg ging , werden tachtig flikkerende toortsen voor haar uitgedragen .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer