Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 247

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 247
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
247
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
7
" Haar naam , Edward ? » — " La Villette . » — » Wat , gij waagt het , Mr . Lester , mij met zoo'n schepsel , met een gemeene danseres te vergelijken ? » zei ze hoogmoedig . Lester's gelaat werd gloeiend rood en zijn oogen verrieden ingehouden toorn . " Miss Seaton , zelfs van u kan ik het niet verdragen op die wijze over Villette te hooren spreken . Br is geen vrouw ter wereld , schooner en beter als Villette , de danseres .» — // Inderdaad , mijnheer , // zeide ze plagend ,'/ zij heeft een ' warmen verdediger in u gevonden . Men zou gaan veronderstellen dat ge de bevallige danseres bemint ; zal ze spoedig Mevr . Lester worden ?// — // God gaf dat ik haar vond ,// riep hij opge-wonden ( opgewonden ) , uit ,// dan was ze binnen een maand mijn vrouw , altoos als ze mij nemen wilde . // — // ' t Is goed dat ge dit laatste er bijvoegt , waarde neef , // antwoordde Undine half lachende , en toen plotseling haar toon veranderende , zei ze :// Wat geeft ge mij Edward , als ik Villette voor u vind ?» — « Gij Undine ? Onmogelijk !»— // Volstrekt niet onmogelijk , Lester ? Zie mij maar een goed aan ! // — Gij !... Hij wankelde en staroogde . Zij stond op , legde haar hand op zijn schouder , zooals zij vroeger meer gedaan had , zag hem oplettend aan en vroeg : // Edward , bemint ge mij ? // — » Villette ! Villette ! o God mag ik mijn oogen vertrou-wen ( vertrouwen ) ,// riep hij uit . — // Ongeloovige ! herkent gij dit aandenken ? // Zij strekte haar kleine witte hand uit , waaraan de welbekende gouden ring glinsterde . Hij twijfelde niet langer : de onzekerheid was geheel weggenomen , ' t ge-heim ( geheim ) was opgelost . Edward Lester was dien avond een gelukkig man .
// Villette , wilt ge mijn vrouw worden ?» vroeg hij eenige uren later , toen de schemering reeds gevallen was . — // Gij vergeet , Mr . Lester , dat ge van de grootmoedigheid uwer tante
N . **>* 3**D ££>&)
OP IDE . AJLIPIEIN "-
( Met eene gravure .) I
Op de Alpen slaat de Arend de machtige vleugels
Uiteen ; De sneeuwwitte kudde , uit de dalen gedreven , Zoekt , grazend in ' t groen , nieuwe krachten , nieuw leven , En de herder volgt zingend haar schreên .
Hij zingt van den morgen en ' t vonklende goud van
De zon ; Hij prijst het gebloemte en het kruid op de weide , In ' t liefelijk oord waar hij ' t lammetjen leidde , Toen zijn kudde zich laafde aan de bron .
Hij zingt van het licht , dat de kelken der bloemen
Ontplooit ; Van koelende dauw op de gloeiende wangen Der bergroos , die smacht om den lichtstraal te ontvangen , Wen haar purper met goud wordt bestrooid .
Hij zingt van het peillooze meer , waar de berggeest
In huist ; Omsloten door zwarte , onbeklimbare rotsen , Waartusschen de woedende wateren klotsen En de wind slechts door distelen suist .
Maar vroolijker zingt hij van ' t aardigste huisje uit
Het land : Daar woont de beminlijkste en vroomste der maagden Die immer een Zwitserschen jongling behaagden , En den herder het hart heeft ontbrand .
IAAE & EIT !
-=*-«&
lteminisse juvat .
(' t Herdenkfm is een lust .)
HoRATiuf .
Vijf-en-twintig jaren waren er verloopen , sedert Jan Euans WiLLEMS , de Dichter , de Taalkcnner , de echte Vlaming , te Gent , in 53jarigen ouderdom ontsliep , hij , de Man der Vlaamsche Beweging , die , — reeds in 1818 — even 25 jaren oud , met zijne krachtige verzen // Aan de Belgen ,// zich de sympathie van Noordnederland en de achting van zijne meer bepaald eigen landgenooten voor altoos verworven had .
Het naar zijnen Naam , in Oostvlaanderens schoone hoofdstad getitelde // Willemsgenootschap ,// met zijn dood ontstaan , vierde dus tevens zijn 25jarig Jubel , en besloot alzoo tot een plegtigen optogt naar ' s Dichters Graf , op den nabijgelegen Sint-Am ands-berg ( ands-berg ) , waartoe de dag van den 10 '. Jul ij werd bestemd . Ten half 3 ure in den namiddag , trok men er met honderden van beêvaartgangers heen : diiar werden , op zijne tombe , tallooze bloem - en immortellenkransen neer-gelegd ( neergelegd ) ; men voerde er treffende koorzangen uit , getuigende , boven zijn stof , van de onverganklijkheid zijner herinne-ring ( herinnering ) , terwijl menige roerende rede , toen uitgesproken , ten blijke strekte , dat de Muze der welsprekendheid immer den lofwaardigen man boven het sterven verheft .
Doch zijn Naamgenootschap deed méér nog dan zijn Graf te vereeren : het wildede Nederduitsehe Taal doen klinken , in melodiën , het Land der Belgen waard , en zoo kwamen er dan , op zijne roepstem , uit het Zuid en het Noord van de Nederlanden , daarvoor tot 21 Zang-koren ( Zangkoren ) toe , naar Gent , om er te kampen naar een 9tal Kroonen , op den Naam van Jan E rans Willf.ms , in de Landtaal , geijkt , en waarbij nog een elftal anderen was opgehangen voor 25 Maatschappijen van Karap-vechters ( Karap-vechters ) in eene aan Nederland vreemde spraak . Deze , te zamen , 20 Medaljes werden door onderscheiden Cor-poraties ( Corporaties ) en Particulieren voor de Eeestviering beschik-baar ( beschikbaar ) gesteld . Al de strijdlustige mededingers traden fier het worstelperk binnen , dat op Zondag , den 9 . en op Zondag , den 16 . Julij , 1871 , in de ruime Casino-zaal ( Casinozaal ) van het kunstlievende Gent , voor hen , met geest-drift ( geestdrift ) ontsloten was .
Acht Zangvereenigingen gingen uit de kleinere en grootere Gemeenten van ons Rijk naar België ter prijs-verovering ( prijs-verovering ) op , en vijf er van keerden , met lauweren beladen , uit het Zuiden naar het Noorden terug . Daar-onder ( Daaronder ) bekleedde de ' s Gravenhaagsche Maunen-zang-vereeniging-CECiLiA ( Maunen-zang-vereeniging-CECiLiA ) eene eerste plaats .
Ziehier een beknopt verslag van haren gang naar Gent , van haar wedervaren aldaar , en van hare terugkomstin de Residentie , vanwaar zij , onder bescherming van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Eredebjk der Neder-landen ( Nederlanden ) , op Zaturdag , den 15 . Julij , 1871 , des ochtends omstreeks 11 ure , langs de Rijnspoorwegbaan , met vier-en-veertig Zangers en vier Bestuursleden , moedig , op reis was gesaan .
*
De Vorstlijke Beschermheer en de Koninklijke Bruid van Wied bevonden zich , toevalligerwijze , — als tot een gelukkig voorteeken , — met Cecilia op denzelfden spoortrein , en vergezelde haar tot Gouda , vanwaar onze Verceniging naar Rotterdam den weg insloeg , die ons weldra bragt aan de boorden van de Maas , waar de Stoomer van den G r a n d-e e n t r a 1-b e 1 g e reeds wachtte , om het Gezelschap op te nemen , en langs de zonnige waterbaan over te voeren naar den Moerdijk .
De vermaarde Beeldhouwer De Cuyper , te Antwerpen , aan wiens Kunstenaarshand Cecilia haar voortreflijk Borstbeeld , als een ïeestgeschenk , bij het behalen van den tweeden Zaugprijs , juist een jaar verleden , te Rotterdam , verschuldigd was , begroette , met het Insigne der Ver-eeniging ( Ver-eeniging ) op de borst , ons Koor bij aankomst aldaar , tegen half 5 ure , op het stationsterrein , en begeleidde hartlijk de Vrienden naar de Schelde , waar de Spoor-trein ( Spoortrein ) van het Land van Waes ons toefde , aan de overzijde der rivier . — Die togt duurde ongeveer 2 uren , zoodat wij tegen half 9 ure in den avond " te Gent aankwamen , waar ons een bevriende leidsman en gids , de heer Désiré Spijers , wachtte , om ons heen te brengen naar het reeds lang vooraf te onzer ontvangst goed in gereed-heid ( gereedheid ) gebragte Hotel du Lion d'or , welks Eigenaar , de heer A . van der Linden-de-Vos ons minzaam opwachtte en herbergde in zijn degelijk Logement . — Ieder betrok nu onmiddelijk zijn nachtkwartier , om vervolgens , deel te komen nemen aan den disch , die ons in eene luchtig-ruime ( luchtig-ruime ) zaal , tegen 10 ure ' s avonds , was gespreid .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer