Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 238

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 238
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
238
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
6
DE OLIJFTAK .
voort wil snellen , en al glimlachend iedereen toe te lonken , als ' t hem op school naar zijn zin gaat . Te Edinburg daarentegen en overal elders in Schotland , zou niets zoo natuurlijk schijnen , dan dadelijk te denken dat men ook een Schot is . Wat op de bergeD ais in de steden , onder alle kleederdrachten en op alle leeftijden , door honderd verscheidenheden van stand , trekken en karakter henen in Schotland den boven-toon ( boventoon ) houdt , en wat men misschien niet opmerken zou , zoo men niet uit Engeland kwam , — maar wat toch in het geheugen blijft , als een bijzonder kenteeken van dezen volksstam in tegenstelling met zijne naburen , — dat zijn de vrije aanvallige manieren van allen : dat is eene onge-dwongene ( onge-dwongene ) spraakzaamheid , eene algemeene gewoonte van elkander recht als meDsch , als gelijken gulgoed te behandelen , eene eerste aandrift van plotselinge ver-broedering ( verbroedering ) , die allen schroom doet verdwijnen , en den onbekende te gemoet gaat , om een « mensch « te ontdekken ; zoodat men wel zou kunnen zeggen : « Geene natie heeft eene zoo groote , innige kracht van welwillendheid ,» gelijk Sidney-Smith ( Sidney-Smith ) zich uitdrukte , die langen tijd te Edinburg geves-tigd ( gevestigd ) , en een goed beoordeelaar was van die hoedanigheid , die bij hemzelven met uitgelaten boert gepaard ging . Daarom spreekt men dau ook dat kind/ie Scotch ( vriendelijke Schotsen ) zoo gemakkelijk uit ; die twee woorden zijn er slechts één , en daar het eene het andere uitdrukt , is het woord vriendelijk een spreekwoord geworden , vooral wat Schotsen is . De volkstaal vloeit over van welluidende eigenaardigheden , uitdrukkingen vol teederheid , die zelfs aan krijgszangen , aan liederen die de uitdrukking zijn van staatkundige hartstochten , zulk eene bijzondere zoetvloei-endheid ( zoetvloeiendheid ) leenen . Daar zijn in Schotland geen preten-denten ( pretendenten ) meer , maar
Ja zusters , hij zal , hij zal keeren ,
Trouw zwoeren we aan wie voor hem strijdt , Geen andren zij immer het harte
Der dochters van ' t bergland gewijd-Een ( gewijd-Een ) vogeltje kwam voor ons venster ,
Het floot er zoo zacht en zoo rein , En « wee mij ! om onzen prins Charlie ,»
Zoo floot het zijn droef referein .
En toen ik dat vogeltje hoorde ,
Toen wierp ik mijn lokkrans ter neer ,
Toen sprongen mijn tranen in de oogen , Want ' k minde prins Charlie zoo zeer .
En ' k sprak : /' lief , lief vogeltje zeg mij ,
« Van waar toch dat moedige lied ? « Zijn ' t woorden die iemand u leerde ,
« Of klanken van rouw en verdriet ?»
» « O neen , o neen , neen ,»» zong de vogel , « K De wind is zoo koud en zoo ruw ,
» * lk vlieg in den regen sinds d'oehtend , «« Ach , wee mij , prins Charlie , om u.mr
a « De heuvlen , waar hij moest gebieden , ' « Herkennen den vreemdeling niet ,
» « De nood grijnst alomme hem tegen , » « Gevaren alom wat hij ziet .»
» « Toen dreigde mij ' t harte te breken
n "' t Werd nacht en zijn dek was een pij , » « Zijn peluw een struik op de hoogte ,
« « Wee mij om prins Charlie , wee mij !»#
Welk eene innige gehechtheid aan het koniugschap spreekt uit deze regelen . De Schotsche volkspoësie is vol van die zachte liefelijkheid , van dat innemende meege-voel ( meegevoel ) . Doch schijut u de tegenstelling onaannemelijk van een zoo verknocht volk , met dat lange verleden vol binnenlandsche worsteling , waarvan ik vroeger sprak ? Ik zal beproeven u een antwoord te geven . Het volks-karakter ( volkskarakter ) openbaart zich eerst op een zekeren trap van be-schaving ( beschaving ) , gelijk het karakter van den mensch op een zekeren trap van opvoeding . Het is eene geheel valsche stelling dat de menschen , ' t zij afzonderlijk , ' t zij vergaderd genomen , des te meer hunnen waren aard doen kennen , naar-mate ( naarmate ) zij minder werk van zich-zelven hebben gemaakt of minder invloed op anderen hebben uitgeoefend . Het was eene noodlottige dwaling van J . J . Rousseau dit te gelooven , en nog noodlottiger dat hij dit dwaalbegrip in andere gemoederen zaaide , die het hebben opgenomen zonder het te bemerken , en er de kiemen van ontwik-kelen ( ontwikkelen ) , zonder te beseffen waar de wortels er zich van bevinden . De onbeschaafde toestand is noch voor volke-ren ( volkeren ) noch voor enkele personen de natuurstaat , evenmin als de ruwe delfstof de delfstof zelve is . Lang moeten de volkeren zwoegen , eer hun zielsleven zich openbaart . Sommigen geraken er eerder , anderen later , toch al naar-mate ( naarmate ) van omstandigheden ; en tot zij er toe komen , kan hun diepst gevoel vreemd afdwalen en de tegenstrijdigste uitwerkselen teweegbrengen , gelijk eene bron zouder uitwatering , eenjonderaardsch moeras vormt , totdat zij een klare stroom langs de oppervlakte van den bodem wordt .
Is het te verwonderen dat een stam in het verre en bergachtige Schotland , aan het einde der wereld dicht bij de noordpool gevestigd , van zijne eenige naburen ge-scheiden ( gescheiden ) door onafgebroken vijandschap , en door hen onophoudelijk naar hunne woeste en kale rotsen terug-gedrongen ( teruggedrongen ) , die Rome zelve niet beproefd had te genaken ; — van het vasteland gescheiden door eene gevaarlijke zee en door een stam , die noch met het vasteland noch m et Schotland bevriend wa s ; — niet enkel van anderen afgezonderd , maar zelfs door zijne eigene bergen indeelen en onderdeelen gesplitst ;— dat een zachtaardige volksstam , in dergelijke omstandigheden geplaatst , langeu tijd slechts barbaarsche zeden heeft gekend , en nog lang sporen en o verblijfselen van barbaarschheid , te midden van zijn voor-uitgang ( vooruitgang ) , heeft behouden ? Baart het u verwondering , wanneer gij in een roman een hart voor de liefde ge-schapen ( geschapen ) ziet inkrimpen , wanneer het sedert zijne vroegste jeugd door alles wordt teruggestooten ; verbitteren , als alles het beleedigt ; verbrijzelen , als het enkel ontberingen kent ; volstrekt onbewust van zich zelf blijven en vreeselijk veranderen , wanneer niets het in staat stelt , zijne geheime aandrilt te gehoorzamen V En wanneer het eenmaal de gelegenheid tot beminnen heeft gevonden , verwondert gij u dan dat het nog langen tijd sporen van wantrouwen en ruwheid vertoont ? Of mijn geheugen bedriegt mij zeer , of gij hebt dien roman van een hart , kampende met verkeerde gewoonten , om zijn oorspronkelijkenaard te herwinnen , gij hebt dien roman gelezen , gij hebt hem schoon en waar gevonden : het is Mauprat , door Mevr . Sand . Zoo is ook de geschiedenis van den stam der Schotten een andere roman van eene verdrukte kindschheid en eene stormachtige jeugd , waarin men ziet , dat een volk , evenals een enkel mensch , zoodra hij niet weet wat met zijne natuurlijke aandrift te begin
baar en werkzaam in onze rustige tijden , waar de « cliënten » hoe langer hoe minder tot hunne beschermers de toevlucht behoeven te nemen , en deze wederkeerig minder op hunne beschermelingen behoeven te steunen . Voorzeker de oude geschiedenis van Schotland zou thans afzichtelijk schijnen , indien men inde zeden der barbaarsche tijden de trekken van den stam zelven meende te zien . Zij treft integendeel en is aantrekkelijk , omdat men in eene beperkte ruimte de onbestemde woelingen aanschouwt van een volksstam , wien slechts de beschaving ontbrak , om zich te vertoonen zooals hij waarlijk is , namelijk om een woord te gebruiken dat te onbepaald zou zijn , ware het niet de korte samenvatting van al het vooraf-gaande ( voorafgaande ) , — « een innig gevoelende stam .»
Walter Scott drukt geheel zijn vaderland , zijn Schot-land ( Schotland ) uit ; Lord Byron , Engeland . In die twee groote geniën van lateren , van onzen tijd , die dezelfde taal schreven , spiegelden zich de trekken van den Schot en van den Brit juist af : het gulle , natuurlijke , mededeelzame van den een , het fiere , hooghartige , in-zich zelf gekeerde van der ander ; het vasthoudende aan begrippen en gebruiken , het heimwee van Schotland van den een ; het bewege-lijke ( bewegelijke ) , persoonlijke , weerbarstige van den ander : in ' t oog loopende contrasten , die bij den een gelijkmoedigheid van toon , liefelijkheid van gevoel verklaren , en onvolg-bare ( onvolg-bare ) , stoute schoonheid bij groote gebreken in den ander . De schrijver zet deze vergelijking eenigszins voort , en vervolgt aldus :
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer