Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 233

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 233
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
233
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
TEISEB
1 $ E B I * A B f
£ s L S S
Hoofdredacteur : Ds . S . L . ten Hove , te Hoorn .
Alle stukken en brieven franco aan de Uitgevers : Gebr . Belineante , te ' s Gravenhage .
Inzending van advertentiën uiterlijk vóór Vrijdag-middag ( Vrijdagmiddag ) 2 ure .
Verschijnt eiken Zondag .
EERSTB JAARGA.\G . - J6 30.-24 JCLI 1871 .
Bureel : Tweede Wagenstraat , 100 . ' S GRAYENHAGE .
Abonnementsprijs per kwartaal : een gulden . Franco per post in alle deelen des Rijks , bij toezending
vooraf van een postwissel a y'l . — of 20 postzegels
a vijf cents . Ad verte ntiiin : Prijs per regel 15 ets . — Abonnement
250 reg . 12v a et .; — 500 reg . 10 et .; — 1000 reg . 7 f6 et .
Verkrijgbaar bij alle boekhandelaren en postdirecteuren des Rijks . — Agenten in N . 0 . Indië : Bruising en Wijt , te Batavia , en aan de Kaap de Goede Hoop : J-M ( JM ) .
DOOE ^
SLEECKX .
VIII .
pEEREN wij tot Bavo terug .
Door den indruk , welken M.Yelker's woorden op hem maakten , tot meer
, J>bezadigde gevoelens gebracht , begon j\;5 inderdaad de scheepstimmerman , na
ö de eerste stonden van ontroernis , over den stap na te denken , waartoe men hem en zijne makkers wilde overhalen , alsmede over de gevolgen , welke een huwelijk tus-schen ( tus-schen ) Bert en zijne Nathalia in sommige gevallen zoude na zich slepen . Het viel niet te ontkennen , dat Bert in vele dingen het spoor zijns vaders drukte en den overigen arbeiders zeker niet ten voorbeelde konde gesteld worden ; dat zijn gedrag soms on-eindig ( oneindig ) te wenschen liet en weleens den meester de grootste reden tot klagen had gegeven . Dat Kasper daarentegen , even braaf als bekwaam , te allen tijde ijverig en gewetensvol arbeidde ; dat hij , als werkman en als mensch , het ware even-beeld ( evenbeeld ) van den goeden Hendrik , onder meer dan eene betrekking de plaats van meesterknecht verdiende ; dat eindelijk zijne dochter honderdmaal meer kans had in eene echtvereeniging met hem tevreden-heid ( tevredenheid ) en geluk te vinden , konde hij zich evenmin ontveinzen ... En dan , de jonge
lieden beminden elkander . M . Velker had het gezegd ; en dat M . Velker niet in staat was eene onwaarheid te zeggen , zoomin als hij in staat was iemand , laat staan een ' zijner werklieden , te verongelijken , moest Bavo , ondanks zichzelven , ondanks de po-gingen ( pogingen ) van Bert , om ook hem in hunne oogen zwartte maken , alweder bekennen . .. Wat zoude hij doen ?.,. Hij had in zijn gesprek met den meester die wederzijdsche liefde zeer gering geschat ; thans , in koelen bloede , oordeelde hij er anders over . Zij scheen hem iets eerbiedwaardigs , iets heiligs , waarvan hij verplicht was , als goede vader , rekening te houden ; waarvan hij te meer rekening moest houden , daar hij zijner vrouw zaliger , zijner brave Ge-noveva ( Ge-noveva ) , op haar sterfbed gezworen had , trouw over het kind te waken en te zorgen , dat zij niet ongelukkig wierde door zijne schuld ... Wat het ongelijk betreft , hem , volgens Bert , door M . Velker aangedaan , hij voelde het haast niet meer . De ver-klaring ( verklaring ) , dat het vooral was in aanzien van zijne genegenheid voor Nathalia en om ook de verdiensten haars vader te beloonen , dat aan Kasper de voorkeur werd gegeven , ver-zoende ( verzoende ) , bij nadere overweging , hem meer en meer met het denkbeeld der benoe-ming ( benoeming ) van den jeugdigen meesterknecht . Hij was er niet verre meer van verwijderd zich die benoeming te laten welgevallen , den wenk zijns meesters te gehoorzamen en in het huwelijk van Kasper met Nathalia toe te stemmen , als zijn booze geest , in de gedaante van Bert , op nieuws in de woning verscheen :
« Welnu , waar blijft gij ? Waarom komt gij niet ?» sprak Donckers ' zoon misnoegd bij het binnentreden . « Het is niet fraai van u ons zoo lang te laten wachten . .. De baas
is immers al eene poos weg ? Wij zagen hem het Schipken voorbijkomen ... Wat talmt gij ?»
« Inderdaad ,... hij is ... weg ...,» sta-melde ( stamelde ) Bavo verlegen .
De bepeinzingen , waartoe de herinnerin-gen ( herinneringen ) uit het verleden hem hadden gevoerd , hadden hem de afgesproken samenkomst zoo geheel uit het oog doen verliezen , dat hij eerst nu er weder aan dacht , daar Bert er van sprak .
« Wat draalt gij om u bij ons te ver-voegen ( vervoegen ) ?» ging deze voort . « Gij kunt wel denken , dat wij op heete kolen zitten . .. Wij hebben u noodig , om verder alles te bespreken , te overleggen . ..»
« Gij hebt mij noodig . .. ? Mij dunkt , dat gij zonder mij . ..»
« Zonder u kunnen wij niet voort ,» onderbrak Bert tamelijk barsch . « Gij zijt degene , die bij het alles meest belang hebt ; want , als oudste werkman , hebt gij meest reden tot klagen ; en als gij u lauw toont , zullen ook de overigen het zijn , vermits de zaak ten slotte hen minder dan u aangaat . .. Gij moet dat verstaan ; en ik begrijp niet wat u belet uw woord te houden en naar het Schipken te komen , gelijk gij beloofdet . ..»
Bavo werd meer en meer verlegen . Wat , vóór M . Velkers komst , ten zijnent had plaats gehad , wat hij , op ' t aanraden van Bert , met de misnoegde makkers had be-sloten ( besloten ) , stond hem weer levendig voor den geest . Zijne overwegingen van daareven deden ' t hem echter in een ander daglicht zien . Hij was geheel omgekeerd en evenmin geneigd , om aan de werkstaking deel te nemen , als om zijn woord betreffende het huwelijk van den makker met zijne dochter gestand te doen . Nogtans durfde hij ' t voor alsnog niet bekennen .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer