Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 156

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 156
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
156
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
4
DE OLIJFTAK .
en dat er geen vooruitzicht voor u is het langs den gerech-telijken ( gerech-telijken ) weg te erlangen . //
« Dat heb ik reeds gehoord . Het is een schandelijk bedrog ,'/ sprak zij , terwijl zij met gefronst voorhoofd naar den grond keek , // maar ik had geen andere uitspraak verwacht . Laat ons niet meer denken aan hetgeen niet te veranderen valt ; en dus geen woord meer over die ellendige zaak . // En met een opgeruimden blik sloeg zij de oogen op en sprak op blij moedigen toon : " Ik ben gezond , ik werk met lust en ik bezit een talent , dat mij zoo even eene som heeft ingebracht , waarvan wij verscheidene maanden lang onbezorgd kunnen leven . Hoe lang zal ' t duren of ik heb weer een nieuwe schilderij afgewerkt ! Wie moed heeft kan zich door de wereld helpen , in welke omstandigheden hij zich ook moge bevinden . En dus geen droevig gelaat meer , beste tante ! U zult bij mij geen gebrek lijden , zoo lang ik nog mijn handen roeren kan . //
Lachend omhelsde zij de vrouw , die naast haar stond en haar met een mengeling van nieuwsgierigheid en on-tevredenheid ( ontevredenheid ) aankeek .
» Is ' t mij vergund uw schilderij te zien ?" vroeg Ernst , die zich voelde aangedaan toen hij zag met hoeveel moed het ouderlooze meisje haar lot droeg .
" Vergunnen ! Het zal mij genoegen doen als gij het ziet , want gij hebt verstand van het schoonc ; wie het in den eenen vorm begrijpt , vat het ook in den anderen wel . Gij houdt van muziek , en dus zult gij ook mijn schil-derij ( schilderij ) weten te waardeeren . "
" Hoe weet gij dat ik uw spel bewonder ?"
» Hoe ? Ik las het in uw trekken ! "
» Maar niet alleen aan den Rijn heeft zij zooveel in-druk ( indruk ) op mij gemaakt ; ik luister er iederen avond naar en verlang reeds gedurende den dag naar het schemer-uurtje ( schemer-uurtje ) waarop uw muziek weerklinkt ."
'/ Dat is de derde vreugde vari dezen dag ! Dus speel ik niet voor mij-alleen ! Maar waarom zit gij zoo een-zaam ( eenzaam ) in uw kamer , in plaats van verstrooiing te zoeken in de genoegens der stad , zooals ' t met uw leeftijd overeenkomt ? «
// Ik ben niet gezellig van aard ,// hernam Ernst ont-wijkend ( ontwijkend ) .
'/ Dan prijs ik des te meer den inval van tante » — eensklaps bleef zij steken en bedacht zich een oogen-blik ( oogen-blik ) — // of liever het gelukkige toeval , dat ons door den mond van den eersten besten ondergeschikten amb-tenaar ( ambtenaar ) in ' t regeeringsgebouw naar u verwees , toen wij daar naar een kundig rechtsgeleerde vroegen . Maar ik verpraat mijn tijd ! De zon neigt reeds ten ondergang en weldra zou ' t te donker worden om de schilderij te bekijken . Kom gauw mede !»
Zij opende de deur en voor hen stond de schilderij waarop een helder licht viel . Het was een groot bosch-gezicht ( bosch-gezicht ) , of liever een woud , waardoor zich , van den voorgrond uitgaande , een weg met nauwelijks nog zicht-bare ( zichtbare ) , met mos begroeide wagensporen kronkelde . Op den achtergrond , alwaar een tweede weg den eersten kruiste , werden de boomen grooter en wierpen op dit punt som-bere ( sombere ) geheimzinnige schaduwen .
Links schemerde door de struiken en biezen het gladde , zwartachtige water van een kleinen vijver , waarop in een vochtigen nevel gehuld een dwaallicht zweefde . Rechts , onder de breede takken van een reusachtigen donkeren beukenboom , op een met bruin mos begroeiden lagen heuvel , verhief zich een houten , half vergaan kruis . Een koude matte streep van ' t maanlicht viel door de takken op het kruis en bescheen spookachtig het gras en ' t mos op den heuvel . Boven het bosch hingen grillige , nevel-achtige ( nevelachtige ) wolkgevaarten op een vaalgrijzen , bleeken grond .
De schilderes sloeg den jongen man in gespannen aandacht gade .
// Het is een prachtige schilderij , » zeide hij bij zich-zelven ( zich-zelven ) .
// Ik zou wel eens willen weten of gij daarbij iets gevoelt ? //
« Een rilling ," antwoordde hij en bekeek het nog-maals ( nogmaals ) .
" In de diepte van dit bosch moeten zich spookgestal -
ten ophouden . Niemand zou het tot rustplaats verkiezen . Aan den heuvel met het kruis moet een geheim ver-bonden ( verbonden ) zijn , zelfs de maan schijnt er angstig op neer te zien .»
" Ik weet genoeg ! Gij hebt den zin verstaan ; ik heb teruggegeven wat ik wenschte . De blauwe bloem op den bemosten heuvel aan den voet van het kruis kan men bij den maneschijn niet onderscheiden ."
" Ik zie haar niet . //
» Die moet men er bij denken . //
Ernst keek van de schilderij naar het meisje . » Ik be-grijp ( begrijp ) niet wat gij met het bloempje bedoelt . //
// Nu , natuurlijk ! Het zou ook te veel gevergd zijn , als gij ook dat nog zoudt gevoelen ! Ik moet u zeggen , wat mij de gedachte tot die schilderij aan de hand gaf . Het waren de volgende regelen :
// Aan den kruisweg wordt begraven Die zich ' t leven zelf ontrukt : Daar wast thans een blauw gebloemte , ' s Zondaars grafbloem , nooit geplukt !
// Aan den kruisweg stond ' k , en zuchtte , Huivringwekkend was de nacht ; Bij het weemlend maneschijnsel Trilde ' s Zondaars grafbloem zacht !"
Een rilling beving hem bij den toon harerstem ; hij was zoo verschillend van de uitdrukking die haar anders eigen was . Met wijd geopende oogen scheen zij in haar verbeelding met afgrijzen de plaats voor zich te zien ; ieder spoor van levenslust was van haar gelaat verdwenen en bij de woorden : // Aan den kruisweg stond ' k en zuchtte ,// hield zij even op om zelve een opkomende zucht te onderdrukken .
" Aan die weinige woorden heb ik mijn schilderij te dan-ken ( danken ) ;» zeide zij , " er staat nog veel tusschen de regels wat de dichter niet met woorden wilde uitdrukken . Ook gij weet hoe die gelezen moeten worden ,// vervolgde zij terwijl ) zij met peinzenden blik naar den jongen man opzag .
// Ik weet het , « hernam hij met een treurigen glim-lach ( glimlach ) , // en ik begrijp alleen niet hoe gij dat weet !"
" Hoe zou ik anders met u over zulke dingen praten . Ik ben gelukkig dat ik het kan , want die vrouw daar heeft geen gevoel voor ' t schoone ," sprak zij , op de tante doelend , die zich naar de voorkamer verwijderd had .
// Ik hoor dat gij eene wees zijt en hier in de stad geen vrienden hebt ."
" En hoe verlaten !" riep zij met de uitdrukking der diepste smart . Doch reeds in het volgende oogenblik helderde haar gelaat op en zij ging blijmoedig en leven-dig ( levendig ) voort : " Hoe kom ik van daag toch aan dien toon ? Ik gevoel immers dat ik in u een vriend zal vinden ! Hoe vreemd , ' t is mij alsof ik u al jaren lang had ge-kend ( gekend ) . Ik hoop dat ge ons meermalen zult komen opzoe-ken ( opzoeken ) — als gij ten minste niets beters hebt te verzuimen ."
» Ook ik ben hier vreemd en ik onttrek niemand mijne vriendschap , door ze u toe te zeggen .»
De tante verscheen aan de deur van het atelier en zeide : » Er is een man gekomen om de schilderij af te halen . //
" Zoo gauw reeds ? //
// Ja , en dan moet ge immers nog boodschappen gaan doen . // Ernst hield deze opmerking voor een wenk en zeide de beide vrouwen vaarwel . Beiden reikten hem de hand als aan een vertrouwden vriend en het kwam hem niet in ' t hoofd zich daarover te verwonderen , want alles ging zoo natuurlijk toe alsof het niet anders kon zijn .
Toen hij zich weder in zijn eenzame kamer bevond en een boek had opgevat om te lezen , overviel hem een nieuwe , diepe smart . Vreemde menschen , met wie hij door een toeval vluchtig in aanraking was gebracht , boden hem haar vertrouwen , hare vriendschap aan ; — het eene hart , waarin zijn geheele wereld lag opgesloten , had zich koel van hem afgewend . Dat vreemde meisje met haar blik vol deelneming en gloed trok hem uit zijn smartelijke mijmerijen met zich voort in het rijk van poëzie en kunst , doch met de geestdrift voor die beiden
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer