3204 Archief van het gemeentebestuur van Zaltbommel, 1961 - 1979

3204
Archief van het gemeentebestuur van Zaltbommel, 1961 - 1979
Inleiding
Context
Institutionele geschiedenis / biografische gegevens archiefvormer
Taken 5)
3204 Archief van het gemeentebestuur van Zaltbommel, 1961 - 1979
Inleiding
Context
Institutionele geschiedenis / biografische gegevens archiefvormer
Taken 5)
laatste wijziging 13-08-2024
In de jaren zestig vond de industrialisatie verdere voortgang en nam de bedrijvigheid in de industriële sector sterk toe. Er bestond in het begin van de jaren zestig grote belangstelling voor het (oude)industrieterrein-oost. Aan de van Heemstraweg werd een 30 ha groot industrieterrein aangelegd.
In 1962 stelde de raad een krediet beschikbaar voor het maken van een schetsplan voor een nieuwe haven met industrieterrein nabij de Hurwenense Uiterwaarden. Uiteindelijk gingen deze plannen na bezwaar van de minister van Volkshuisvesting en Stedebouw niet door.
In 1962 stelde de raad een krediet beschikbaar voor het maken van een schetsplan voor een nieuwe haven met industrieterrein nabij de Hurwenense Uiterwaarden. Uiteindelijk gingen deze plannen na bezwaar van de minister van Volkshuisvesting en Stedebouw niet door.
Met name de realisatie van het industrieterrein-oost was voor de gemeente van groot belang. Hiervoor moest de gemeente verschillende grondaankopen doen. Dit betekende tevens dat een stap kon worden gezet in de richting van realisatie van de uitbreidingsplannen. Voor de gemeente was het namelijk van groot belang dat de in de uitbreidingsplannen gelegen gronden in haar bezit kwamen, zodat tot bouwrijp maken kon worden overgegaan.
In 1964 vonden een aantal stedebouwkundige plannen hun afsluiting. Door de raad werden het uitbreidingsplan in onderdelen en het uitbreidingsplan in hoofdzaak vastgesteld. Tezamen met het reeds goedgekeurde plan voor uitbreiding van het industrieterrein-oost beschikte de gemeente voor het eerst over plannen, binnen het kader waarvan de uitbreiding van de gemeente gedurende een aantal jaren kon plaats vinden.
In 1964 vonden een aantal stedebouwkundige plannen hun afsluiting. Door de raad werden het uitbreidingsplan in onderdelen en het uitbreidingsplan in hoofdzaak vastgesteld. Tezamen met het reeds goedgekeurde plan voor uitbreiding van het industrieterrein-oost beschikte de gemeente voor het eerst over plannen, binnen het kader waarvan de uitbreiding van de gemeente gedurende een aantal jaren kon plaats vinden.
De woningbouw vormde een groot probleem. Voor de groei van de gemeente was het noodzakelijk dat er een voldoende aantal woningen kwam. In 1963 werden er bijvoorbeeld 32 particuliere en 16 woningwetwoningen gebouwd. Het aantal woningzoekenden bedroeg in dat jaar 286. In de hierop volgende jaren werd het woningbouwprobleem steeds urgenter. Woningwetwoningen werden slechts spaarzaam toegewezen. Dat de woningbouw toch niet stagneerde was te danken aan het feit dat een betrekkelijk groot aantal premiewoningen in aanbouw kon worden genomen. In 1969 bedroeg het aantal woningzoekenden 435.
Door o.a. verhoging van het bouwtempo en het gereedkomen van diverse bestemmingsplannen voor de binnenstad en de buitengebieden kon het aantal gereed-gekomen woningen in de jaren zeventig stijgen.
Door o.a. verhoging van het bouwtempo en het gereedkomen van diverse bestemmingsplannen voor de binnenstad en de buitengebieden kon het aantal gereed-gekomen woningen in de jaren zeventig stijgen.
Met het doel om voor de gehele binnenstad een bestemmingsplan op te stellen werd een werkgroep gevormd. Het concept-structuurplan binnenstad werd in 1970 in diverse vergaderingen besproken. Tevens vonden er openbare bijeenkomsten voor alle inwoners over dit onderwerp plaats. Uiteindelijk kreeg het structuurplan de instemming van de raad. Vervolgens kon een aanvang worden gemaakt met de voorbereiding en vaststelling van de verschillende (deel)-bestemmingsplannen. In 1971 werd het bestemmingsplan Zandstraat e.o. vastgesteld. Dit plan opende de mogelijkheid om met de reconstructie een daadwerkelijk begin te maken. Later werden de bestemmingsplannen Kloosterstraat, Nonnenstraat, Oenselsepoort, Waterpoort en Boschstraat vastgesteld.
Behalve aan de sanerings- en reconstructieplannen van de binnenstad werd ook aandacht besteed aan het plan Spellewaard. Dit was een nieuwe woonwijk welke ten westen van de Steenweg was geprojecteerd. Na enige vertraging kon in de loop van 1975 begonnen worden met de bouw van de eerste woningen in dit plan.
Behalve aan de sanerings- en reconstructieplannen van de binnenstad werd ook aandacht besteed aan het plan Spellewaard. Dit was een nieuwe woonwijk welke ten westen van de Steenweg was geprojecteerd. Na enige vertraging kon in de loop van 1975 begonnen worden met de bouw van de eerste woningen in dit plan.
Op 31 december 1979 kende Zaltbommel 20 vigerende bestemmingsplannen. In voorbereiding was een bestemmingsplan voor het industrieterrein-west. In procedure waren het plan voor de stadswallen, voor het buitengebied-oost en -zuid en het industrieterrein-oost II.
Een ander aspect van de bebouwing van de binnenstad vormde de aanwezigheid van een relatief groot aantal panden welke uit hoofde van hun cultuur-historische betekenis op de monumentlijst voorkomen. In 1968 kreeg de raad de voorlopige monumentlijst ter beoordeling. Daarbij werd een deskundig advies ingewonnen van het architectenbureau van de Irs. Raue en Korman te Delft. Dit advies heeft ertoe geleid, dat de raad aan de minister voorstelde een aantal straten tot beschermd stadsgezicht te bestempelen. Een aantal individuele monumenten zou van de monumentenlijst kunnen worden afgevoerd. 6) In afwachting van de beslissing van de minister werd de studie ten aanzien van de rehabilitatie van de binnenstad voortgezet. Hierbij kwam men tot de overtuiging, dat - in tegenstelling tot de overwegingen, die tot het eerdergenoemde raadsbesluit hebben geleid - niet een deel van de binnenstad, maar het gehele oude stadsdeel de instelling van een beschermd stadsgezicht rechtvaardigde. Een en ander resulteerde in een raadsvoorstel waarbij aan de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk werd verzocht om de gehele binnenstad van Zaltbommel aan te wijzen als beschermd stadsgezicht en tevens tot rehabilitatie-gebied te verklaren. 7) Bovendien verklaarde de gemeente zich bereid om ten behoeve van het plan voor stadsvernieuwing gedurende een periode van achttien achtereenvolgende jaren de benodigde gelden beschikbaar te stellen voor het verlenen van subsidies voor de uitvoering van rehabilitatie van woningen en andere gebouwen. De uiteindelijke procedure bleek een aantal jaren in beslag te nemen. Bij beschikking van 21 december 1984 van de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur werd een gedeelte van de gemeente Zaltbommel aangewezen als beschermd stadsgezicht in de zin van artikel 20 van de Monumentenwet.
Het grootste restauratieproject dat in de zeventiger jaren werd aangepakt was de restauratie van de Sint-Maartenskerk en -toren. Op 22 september 1977 werd begonnen met de werkzaamheden. De totale restauratie zou uiteindelijk zo'n zeven jaar in beslag nemen. De restauratie werd uitgevoerd in opdracht van de voor dat doel opgerichte 'Stichting Sint Maarten'. In deze stichting had de stedelijke overheid als eigenaresse van de toren een drietal vertegenwoordigers. Een gelijk aantal plaatsen werd ingenomen door de kerkelijke overheid, bij wie de eigendom van de kerk berust, terwijl de gezamenlijke burgerij eveneens door drie leden was vertegenwoordigd.
Het grootste restauratieproject dat in de zeventiger jaren werd aangepakt was de restauratie van de Sint-Maartenskerk en -toren. Op 22 september 1977 werd begonnen met de werkzaamheden. De totale restauratie zou uiteindelijk zo'n zeven jaar in beslag nemen. De restauratie werd uitgevoerd in opdracht van de voor dat doel opgerichte 'Stichting Sint Maarten'. In deze stichting had de stedelijke overheid als eigenaresse van de toren een drietal vertegenwoordigers. Een gelijk aantal plaatsen werd ingenomen door de kerkelijke overheid, bij wie de eigendom van de kerk berust, terwijl de gezamenlijke burgerij eveneens door drie leden was vertegenwoordigd.
laatste wijziging 20-04-2025
5.746 beschreven archiefstukken
424 gedigitaliseerd
totaal 6.788 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 20-04-2025
5.746 beschreven archiefstukken
424 gedigitaliseerd
totaal 6.788 bestanden
Kenmerken
Status toegang:
Definitieve toegang / toegang afgerond
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Aan de openbaarheid zijn geen beperkingen gesteld. Inzage kan echter beperkt zijn als stukken gevoelige of bijzondere persoonsgegevens bevatten van - mogelijk - nog levende personen.
Omvang in meters:
51,4
Uitplaatsing:
Nee
Categorie:
Plaats(en):
laatste wijziging 20-04-2025
5.746 beschreven archiefstukken
424 gedigitaliseerd
totaal 6.788 bestanden