Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van het Gasthuisfonds te Asperen, 1592 - 1965

2559 Archief van het Gasthuisfonds te Asperen, 1592 - 1965

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Inhoud en structuur
Bereik en inhoud
2559 Archief van het Gasthuisfonds te Asperen, 1592 - 1965
Inleiding
Inhoud en structuur
Bereik en inhoud
Het archief is verre van compleet.
Taken tot 1798:

Uit de eed die de gasthuismeesters moesten afleggen, concludeerde Beekman dat aan de behoeftigen ‘uitdelingen’ waren gedaan. Dat was volgens hem niet tot nauwelijks meer mogelijk door de ‘schaarsheid der teiden’. De inkomsten van het Gasthuisfonds werden aangewend voor de jaarlijkse lasten en onderhoud.
Alleen diegene die in Asperen ‘...jaar en dag had gewoond..’' kon in het Gasthuis komen of door het Gasthuis worden onderhouden. Men was wel aan regels gebonden, op straffe van verbanning uit de stad mocht men ‘...niet dobbelen, speelen met kaarten, of eenig ander onbehooreleik spel...’.

In latere tijden hebben uitdelingen weer plaatsgevonden. Vanaf 16 april 1786 hield het Gasthuis zich bezig met de bedeling van niet-ledematen. Voorheen werkten diaconie en het Gasthuis zamen. Een voorstel van de rentmeester van het Gasthuis om gezamenlijk een lijst voor de broodbedeling op te stellen, werd door diaconie en ouderlingen resoluut van de hand gewezen. De heer van Asperen, als oppergasthuismeester, was in 1787 wel bereid de diaconie de uitgaven over 1786 voor niet-ledematen te vergoeden, maar was verder ‘...geenszins voornemens zich met de Diakonie-reekening van dat Jaer eenigzins te bemoejen...’. * 
In 1798 besloot het stadbestuur van Asperen om met de Diaconie van de Hervormde Gemeente van Asperen een overeenkomst aan te gaan, waarbij laatstgenoemde partij de armenverzorging op zich nam. De armen werden in natura bedeeld, waarbij vanuit de Gasthuisgoederen de Diaconie financiële steun werd toegezegd.
Vanaf 1798
Jaarlijks diende de kerkenraad het gemeentebestuur de kerkenrekening toe te lichten, mede met het oog op de uitgaven gedaan voor de armenverzorging. Dit laatste gaf in de negentiende eeuw aanleiding tot een botsing tussen de kerkenraad en de gemeenteraad.

De rentmeester van het Gasthuis was belast met de administratie van de inkomsten en uitgaven. Dat deze taak niet altijd even gemakkelijk was, blijkt in 1790 uit het verzoek van de drost aan de Opper- en gasthuismeesters. De drost, in de functie van rentmeester, verzocht om de armenverzorging op een andere wijze uit te voeren. Hij was niet langer in staat deze taak alleen waar te nemen, mede gelet op de vele onaangenaamheden, en was verder niet bereid zich privé garant te stellen. De opper- en gasthuismeesters besloten in hun vergadering van 2 januari dan ook, elke eerste zaterdag van de maand, 's avonds om 6 uur zitting te houden in het stadhuis van Asperen, en waar een ieder een beroep kon doen op steunverlening. * 

De gasthuismeesters bleven belast met het onderhoud aan de huisjes. Toewijzing kon alleen met hun medeweten plaats vinden. Twee maal jaarlijks, tegen 1 april en tegen 1 december, werd de bedelingslijst opgesteld. In latere jaren is (ook) sprake van een wekelijkse lijst. In 1802 werd de overeenkomst aangepast. De bedeling zou voortaan in plaats van in natura in een wekelijks uit te keren geldbedrag plaatsvinden. *  In tijden van nood vonden toch bedelingen in natura plaats. Toen in 1845 de aardappeloogst volledig mislukte, nam de kerkenraad het besluit de uitkering in geld aanzienlijk te verminderen en daarentegen elk behoeftig huisgezin wekelijks van twee kop bonen en vier pond roggebrood te voorzien.
Erfgoedstuk

Kenmerken

Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
6
Opmerkingen:
Inventaris van het archief van het Gasthuisfonds te Asperen
Toegangstitel:
map Asperen en 2559 studiezaalpc
Categorie:
  • Zonder categorie