Archieven

 

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1899-05-07; p. 3

Onze Jonge Meisjes

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1899-05-07; p. 3
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
3
Datum:
1899-05-07
Jaargang:
1899
Is onderdeel van:
De Nieuwe Bibliotheek voor Zondagschool en Huisgezin geeft haren leden gedurende een jaar het volgende: a. Iedere maand een boekje voor jongelieden, een zoogenaamd „maandboekje”. 1). Een scheurkalender. c. Drie ä vier grootere boeken. Het bovenstaande zal ongeveer een handelswaarde vertegenwÄr- digen van ƒ10.—, zoodat de leden van de Nieuwe Bibliotheek voor Zondagschool en Huisgezin voor de helft van het bedrag in het bezit komen van bovenstaande uitgaven. Ieder lid zal bovendien het recht hebben, zoolang de vóhr- raad der uitgegeven boeken strekt, steeds voor de helft Mn den handelsprijs die boeken te kunnen nabestellen. De uitgevers,™ Haarlem, Januari 1899. |)b ERVE / LoogJ |. Wij meenen onze lezeressen geen ondienst te doen met Mn inhoud van bovenstaande circulaire, die dezer dagen alonÄg verspreid, hier over te nemen. Voor velen toch was het nSjr niet recht duidelijk wat het verschil is tusschen de Bibliotheek van Z. en H. en de Nieuwe Bibliotheek. Uit bovenstaand’ blijkt dat H. W. S. haar eigen werk van vele jaren onver-anderd ( onveranderd ) voortzet, alleen bij een anderen Uitgever en in Set goede gezelschap van een tweede, aan onze lezeressen wel-bekend ( welbekend ) Redactielid. H. W. S. ABVERTENTIËN. Prijs tier Adverteiitiëii. Van 1—30 woorden vijftig cent; ieder lOtal of gedeelte van 10 woorden meer tien cents Advertenties worden alleen epgenomen bij vooruitbetaling aan de Redactrice. D e Protestantsche Vereeniging tot verpleging der melaatschen in Suriname heeft groote behoefte aan geldelijken steun, en vertrouwt dat allen, die zich het lot der arme melaatschen aantrekken, zooveel mogelijk tot dien steun zuljaj willen bijdragen. Alle giften zijn welkom en worden gaedKa in ontvangst genomen door Dr. E. LAURILLARD te Amster-dam ( Amsterdam ) en L. VAN REES te Hilversum, lid v. d. Ned. Meisjesbdy. Een BURGERMEISJE, Ger. G., 27 jaar, zoekt tegen Mèi een degel ijken werkkring, onverschilligheid. Informatiën uit tegenwoordige betrekking
Maar al te weinig schijnt men te besehen, dat wij van veel en velerlei gevaar en verleidingen en toestanden hooren en van vele persoonlijk ons bekende misbruiken en ziekelijke geestelijke overdrijving hooren die het ons tot plicht maken waarschuwende stemmen te doen hooren. Vele zijn de stroomingen dezes tijds die de geesten gevangen houden en beheerschen. Der Redactie van een Blad schijnt het echter niet geoorloofd te zijn een eigen meening daarover te hebben. De eene verwijt ons te nuchter of te kerkelijk, of te schriftuurlijk te zijn, de andere van te geestelijk en dus ongezond; een derde berispt ons omdat wij de buiten God gewortelde vrouwenbeweging van onzen tijd afkeuren en meenen onze jonge vrouwen in den weg van Gods inzettingen en geboden het geluk en de ware grootheid te moeten aanprijzen, terwijl een vierde wederom er aanstoot aan neemt dat wij onzen wiekslag te breed nemen en te velerlei gebied met onze jonge lezeressen betreden. Ongelukkigerwijs heeft eene Redactie, met name ook de onze, wèl een eigen meening en kan zij die niet wisselen en veranderen naar de meeningen der menschen, veranderlijk en onvast en verschillend als ze blijken te zijn, maar wenscht zij steeds ernstiger, nauwgezetter en dan ook rustiger te vragen naar Gods raad en wijsheid en licht. Vreemd genoeg verwachten allen die ons schrijven onder’ deze critici, althans van de Redactrice een persoonlijk antwoord; daargelaten dat dit met ons vele werk een onmogelijkheid is, is het ook niet juist gedacht Zij die ons schrijven over ons Blad, geven ons een antwoord over ’t daar geschrevene; het kan nooit omgekeerd de verplichting der Redactie zijn zich te rechtvaardigen of vrij te pleiten over wat zij gemeend heeft te moeten in druk zenden. Ten minste indien men gelooft aan onzen ernst bij ons werk. Aan de Middelburgsche Bondsafdeeling Een hartelijken handdruk aan u allen uit de verte; ik was met zoo groot genoegen in uw midden en geloof zeker dat de Heer bij ons samenzijn voor ons allen een z
Correspondentie.
*
Anonieme briefschrijfsters. Van tijd tot tijd worden Mevr. Wildeb; ar en de Redactrice lastig gevallen met anonieme brieven. Laat mij eé“s
voor al zeggen dat zulke brieven van nul en geener waarde zijn. Wie beleedigingen durft schrijven, maar niet durft onderteekenen, maakt zich zelf verachtelijk. Men boude het zich voor gezegd: ongeteekende belèedigende brieven schrijven is tijd verspillen, nutteloos papier bekladden
en schade toebrengen aan de eigen ziel. Aan oudere lezeressen die meenen wèl te doen met ons hare aanmer ¬
kingen en kritiek te doen hooren. Wij (al is de correspondentie mijn persoonlijke rubriek, toch durf ik hier wel ook namens de andere redactieleden spreken) wij wenschen volstrekt niet wijs te zijn bij ons zelven en houden gaarne rekening met gepaste kritiek die in den getest der liefde tot ons komt; d. w. z. wij overleggen ernstig of de aanmer-kingen ( aanmerkingen ) juist zijn en de kritiek ons iets verkeerds aanwijst. Daartegenover mogen wij verwachten dat men ons schrijven in dit Blad niet beschouwe als opstellen uit de leerkamer, d. i. geschreven om iets te schrijven, en dus in ons geval uit ijdelheid; evenmin als degenen die van eigen hoogte-standpürit willen afbreken en veroordeelen, en slechts met eigen inzicht te rade gaan in plaats van met de Wijsheid die van Boven is.
Aan L. J. Kent gij ’t spreekwoord »wie de schoen past trekke hem aan?” Een eigenaardig verschijnsel heeft zich voorgedaan met mijn vorige stukje: wie de schoen niet paste, trok hem aan! Vandaar dat b.v. gij en anderen aanstoot namen aan ’t geen niet tot u was gericht. Weet ge wat mij spijt? Dat ik den naam »Jeruel” heb genoemd, ik dacht daarbij niet aan de R.sche vereeniging waarvan ik niets bepaald verkeerds hoorde, ik had andere »stadsevangelisatiën” op het oog, waarvan ik treurige uitingen wist. Het doet mij leed dat ik u en andere goede Bondsleden daarmede gegriefd heb; het was niet mijne bedoeling, en ik had het kunnen vermijden door dien naam er niet bij te noemen. Overigens blijf ik dergenen »die de schoen wèl past” mijn »Alle uur in gevaar” ernstig ter overweging aanbevelen. Aan J, C. St. Dank voor uw vriendelijk schrijven, ik verwijs u naar het vorige antwoord aan L. J. Verder beloof ik u zooveel mogelijk vreemde woorden te vermijden »Kritiek” beteekent beoordeeling; cate-gorie ( categorie ) »klasse”; perfectionnisten heb ik zelve in het bewuste stukje verklaard. Wat uwe vraag omtrent den Zondag betreft, daarop is mijn antwoord: onze Heiland zelf heeft gezegd »de Sabbath is om den mensch, niet de mensch om den Sabbath”, zoo is het u dan geoorloofd in dezen weg wèl te doen. Gij begrijpt mij immers? Aan Sally. Hebt gij nog een maand geduld? H. W. S.
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer