Archieven

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1899-05-05; p. 6

Mijn Studiezaal (inloggen)

Onze Jonge Meisjes

1 records

OJM_1899 Onze Jonge Meisjes

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Regionaal Archief Rivierenland

Onze Jonge Meisjes, 1899-05-05; p. 6

Naam tijdschrift:

Onze Jonge Meisjes

Pagina:

Datum:

1899-05-05

Jaargang:

1899

Is onderdeel van:

18990505 -

<1— 8 —
door er op te wijzen, dat zijns vaders vloek krachteloos langs de doorboorde zegenende handen des Heilands neder zou glijden; Benjamin begaf zich met een diep leed in het hart huiswaarts. Eenige weken later kwam er een rechterlijk schrijven aan zijn adres met de mededeeling, dat er eene aanklacht tegen hem was ingediend, wegens onrechtmatige toeeigening van de erfenis des ouden Nathans. Benjamins vader had nauwelijks genoeg om van te leven en was dus niet in staat om processen te voeren, doch weldra bemerkte de zoon dat er eene sterke macht achter hem stond. Het testament van den ouden mars-kramer ( marskramer ) was evenwel zoo duidelijk en bondig gemaakt, dat zelfs alle schatten Israëls het niet vermochten om te stooten. Het was den zoon, alsof er een dolksteek door zijn hart ging, toen hij in de gerechtszaal tegenover zijnen vader moest staan. Hij bood een vast, ruim jaargeld aan, wanneer zijn vader van de gerechtelijke vervolging der zaak af wilde zien. Toen het lager- zoowel als het hooggerechtshof te zijnen gunste hadden beslist, bood hij wederom dezelfde som aan, die even-wel ( evenwel ) werd geweigerd. Later werd deze rijkelijke ondersteuning, welke door bemiddeling van den Berensburger predikant hare bestemming bereikte, weder aangenomen, nadat zij éénmaal af was gewezen. Doch de milde gever ontving nooit een woord van dank. Aan den avond van den dag, waarop Benjamin het proces tegen zijnen vader in de laatste instantie had gewonnen, werden de beide groote spiegelruiten van zijnen winkel ingegooid; hij is echter met tranen in de oogen naar zijnen predikant gegaan om hem zijne jaarlijksche bijdrage voor de zending onder Israël te brengen; deze bijdrage is meer dan tweemaal zoo groot geweest als die van de vorige jaren. Hij heeft zelfs ook eenen langen brief aan zijnen vader geschreven; veel kinderliefde heeft hem dien gedicteerd en vele welgemeende woorden hebben er in gestaan, doch over den brief heeft hij nooit meer iets gehoord. Wel heeft h
het kruis Hem aanschouwde? Of hij Israëls Koning op den drempel tusschen tijd en eeuwigheid beleden, den Adventstijd erkend, en door de macht des Advents Jeruzalem’s poorten ook voor zich geopend gezien heeft? Wie zal het zeggen ? Hij alleen weet het, Wiens oog in tijd en eeuwigheid kan doordringen. De Joden hebben weeklachten aangeheven en veel rouw-misbaar ( rouwmisbaar ) gemaakt over den man van hun volk. Ook de heide-boer ( heideboer ) en zijne beide zonen hebben hem naar zijne laatste rust-plaats ( rustplaats ) geleid; deze drie zagen er uit als gezegenden des Heeren. Vlak achter de baar schreed Benjamin voort. Hij had zijn uiterlijk met al de Joden gemeen, die in grooten getale waren opgekomen. Ja, zooals zij zag Benjamin er ook uit, doch éénen trek in zijn gelaat zocht men tevergeefs bij de Israëlieten — neen, die herinnerde aan den heideboer en zijne zonen: het was dezelfde vriendelijkheid, dezelfde trouw en dezelfde open-hartigheid, ( openhartigheid, ) die op de aangezichten der drie Christenen was te lezen. Benjamins oogen waren even donker als die der hem omgevende Joden. Doch één blik straalde voortdurend uit zijne oogen, die niet uit alle donkere oogen scheen; ook vond men dien in de blauwe oogen van den heideboer en zijne zonen — het was een blik van volkomen vrede. Zoo zijn zij heengegaan om den overledene te begraven. Terwijl de Adventsklokken der Christengemeente luiden, hebben zij hem naar zijn laatste rustplaats gebracht. Zijn graf ligt echter buiten de stadspoort in de lange rij tusschen gedenk-steenen, ( gedenksteenen, ) waarop geen kruis mag worden geplaatst, — op het kerkhof der Joden. Naar het hoogduitsch door Hermanna.
TEHUIZEN VOOR MEISJES.
Amsterdam, Prinsengracht bij de Beerenst. 439. Amersfoort, Volksheil. Muurhuizen. Arnhem, Roermondsplein 33. Deventer, Veemarkt 12. Dordrecht, Kromhout 76a. , I Westeinde 27. S a ® e I Nieuwe Schoolstraat 59. Groningen, Pelsterstraat 27. Haarlem, Parklaan 8.
Harlingen, Vijverstraat. Helder, Nieuwstraat 15. Leeuwarden, Voorstreek 348. Middelburg, Lange Noordstraat. Nijmegen, v. Welderenstraat 9. Rotterdam, [ r I Mej. Kasselmg, Raam- poortstr. 27. Utrecht, Oude Gr. Smeebrug 131' Zwolle, Schoutensteeg b/d Sassenstr.
Opgaaf van dagelijksche Bijbellezing gedurende de maand Februari.
Febr. 1. Het geloof van Job. Job 13 : 6-16. » 2. Het geloof van Gideon. Richt. 7 : 9-15. » 3. Geloofsoogen. 2 Kon. 6 : 8-17. » 4. Het geloof van Habakuk. Hab. 3 : 11-19. » 5. Het geloof van Paulus. Hand. 27 : 18-25. » 6. Des christens geloof. 2 Sam. 22 : 1-4, 29-32. 1 Petr. 1 : 3-9. Onze Roeping. » 7. Roeping van Abraham. Gen. 12 : 1-7. » 8. Roeping van Mozes. Ex. 3 : 9-10; 4 : 10-17. » 9. Roeping van Gideon. Richt. 6 : 11-16. » 10. Roeping van Jeremia. J er. 1 : 4-10, 17-19. » 11. Geroepen heiligen. 1 Cor. 1 : 1-9. » 12. Geroepen getuigen. Hand. 2 : 1-9. » 13. Hoe en waartoe de Heei’ ons roept. Jes. 6 : 1-8. Mark. 1 : 16-20. Zendingswerk. » 14. In eigen omgeving. Mark. 5 : 14-20.
Febr. 15. Onder andere volken. Matth. 28 : 16-20. » 16. Onder onze medearbei-ders. ( medearbeiders. ) Hand. 18 : 1-6. » 17. Overal. Hand. 8 : 1-8. » 18. Onder oprechten van hart. Hand. 10 : 30-44. » 19. Onder goddeloozen. Luk. 23 : 39-43. » 20. Ieder christen een zen-deling. ( zendeling. ) Hand. 1 : 1-11.
De Nabijheid van Christus. Febr. 21. Geeft licht. Joh. 8 :12-19. » 22. Zekerheid. Joh. 10 : 1-15. » 23. Leert zelfverloochening. Mark. 10 : 17-22. » 24. Gemeenschap Zijns lij- dens. Phil. 3 : 7-14. » 25. Vruchten dragen. Joh. 15 : 1-8. » 26. Geeft invloed in wijden kring. Hand. 4 : 13-17. » 27. Innige verbinding tnet Christus. Luk. 10 : 38-42. Joh. 17 : 20-26. Sabbathsrust. » 28. In de schaduw der wet. Ex. 16 : 23-30; 20 : 8-11 ; 31 : 12-17. Num. 28 : 1-10.
A. van Loon. — Tiel.

Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer

laatste wijziging 19-05-2023

1 gedigitaliseerd