Archieven

 

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1899-05-05; p. 4

Onze Jonge Meisjes

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1899-05-05; p. 4
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
4
Datum:
1899-05-05
Jaargang:
1899
Is onderdeel van:
b
o
■J ‘ii %
%!
VAN OVER DE GRENZEN. Van 15 Dce. 1898 — 15 Jan. 1899. Van groote gebeurtenissen die machtigen invloed uitoefenen op landen en volken werd in de afgeloopen maand weinig vernomen. De heerlijke boodschap die het Kerstfeest, en de ernstige prediking die de Oudejaarsavond deden hooren, werden uitwendig althans niet overstemd door de kreten van oorlog en opstand, en als het suizen eener zachte koelte ging daardoor de tijding over het rond der aard: „U, o mensch is de Heiland geboren; God heeft een welbehagen in u! Hoe ook de tijd vervliegt de Eeuwig onveranderlijke blijft voor u dezelfde, in leven en in sterven.” Voorwaar! ’t was de oude, aloude tijding, maar vol van vrede, genade en waarheid voor elk, die „bij deze dingen leeft, en daarin het leven vindt voor zijn geest.” Toch ging men te midden van dit alles wel voort om groote gebeurtenissen voor te bereiden. Of geschieden zal, wat slechts enkele jaren geleden eens een predikant ons verkondigde, die mij en anderen rillen deed door zijn nauwkeurige beschrijving van het ontzettend bloedbad dat onze oogen vóór het einde van 1899 zouden aanschouwen, weten wij niet! Menschelijke berekeningen omtrent den tijd der gebeurtenissen kunnen vaak falen. Voor het oogenblik echter spreekt men over vrede en de a.s. Vrede s-C onferentie is het onderwerp van den dag. Onlangs zag ik daarvan een spotprent, die mij grootelijks ergerde, maar tevens een openbaring was van bestaande feiten: De Czaar van Rusland, in de gedaante van een engel vloog door het luchtruim met een bazuin in de hand ; en onder die voor-stelling ( voorstelling ) waren de woorden geschreven „vrede op aarde!” ’t Was inderdaad een afschuwelijke plaat! Doch tevens was er iets waars in. Die mensch in engelvorm, als ik het zóó mag noemen, droeg een uniform en herinnerde daardoor aan het feit, dat, wat de mond van den Czaar ook moge spreken, zijn daden er mee in tegenspraak waren. Zoo is het ook! Wij zullen eerstdaags worden uitgenoodigd om den Engelschman William Ste
Mevrouw Dreyfus. Van verschillende zijden is de vraag tot mij gekomen of ik in ons „Blaadje” ook eens een en ander omtrent de Dreyfus- zaak aan onze jonge meisjes wilde vertellen. Afgescheiden van het feit dat ik voor de rubriek „van over de grenzen” en „van eigen bodem” slechts over een beperkte ruimte beschikken kan, zoo geef ik de verzekering dat dag aan dag zich op de hoogte te stellen van die ingewikkelde knoeierij, meer is dan men van een gewoon mensch vergen mag. Wat den persoon van Dreyfus betreft, de menschen hebben uit de negens waaruit het jaartal 1899 bestaat besloten, dat het een gelukkig jaar zal zijn. Welnu, als het den gevangene op het Duivelseiland maar de vrijheid bezorgt, dan zal het jaar die meening reeds goed gehandhaafd hebben. Iets anders is het of ik iets wil mededeelen omtrent mevrouw Dreyfus. Zij toch verdient onze belangstelling zeker in ruime mate, en alles wel beschouwt, dan blijkt uit al haar handelingen dat zij rijk bedeeld is met de goede eigenschappen aan de vrouwen van haar voorgeslacht eigen. Met moed en volharding heeft zij, steeds aan de onschuld van haar echtgenoot geloo- vende, al haar leed gedragen, en zich inmiddels aangegord en opgemaakt om zijn vrijstelling te bewerken. Wat moet die langzame gang van zaken haar martelen! Als die vrouw onder dat alles staande blijft, verdient zij onze hechte en blijvende bewondering. Men zegt dat de buitengewone liefde voor haren man haar kracht schenkt te dulden en te dragen. Met hare twee kinderen een knaapje en een meisje, waarvan het oudste acht jaar is, leeft zij rustig en stil te Parijs bij hare ouders die van een rijke en aanzienlijke joodsche familie afstammen. Zij zelve is groot en slank en over het geheel een voorname verschijning. Aan de opvoeding barer kinderen wijdt zij groote zorg. Men meent te weten dat de kleinen onkundig worden gehouden van het lot huns vaders, die voor hen slechts door een lange reis afwezig is. Zij schrijven hem menigmaal een brief waarin het verzoek: „Bli
VAN EIGEN BODEM.
H. M. de K o n i n g i n-M o e d e r. De Koningin-moeder schijnt weder hersteld te zijn van het ongeval aan haar voet, en volgens de berichten is zij weder in staat afstanden te voet af te leggen, waartoe het Haagsche bosch H. M. ruime gelegenheid biedt. Onze vorstinnen hebben zich onder meer, in den laatsten tijd bezig gehouden met op verschillende wijzen in de behoeften en nooden barer onder-danen ( onderdanen ) te voorzien en waar het voorkwam rampen te lenigen. Als wij bedenken hoe bereidvaardig onze edele vorstinnen rijke geschenken afstaan om die te doen besteden aan het welzijn van haar volk, dan treft ons te meer wat wij dezer dagen lazen omtrent den rijkdom en de schatten, die de Paus van Rome bezit, en waarvoor spoedig een museum verrijzen zal dat den naam van Leo XIII zal dragen. Wanneer men slechts eenigermate bekend is met den gees-
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer