Archieven

 

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1899-05-04; p. 2
Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1899-05-04; p. 2
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
2
Datum:
1899-05-04
Jaargang:
1899
Is onderdeel van:
althans — dat met hen. Gevoelen
w
T-
'S
IngezoiKleii.
Sïslj»,
den., raakt zij uit haar humeur. Zij voelt het: zij is niet meer
drin-
H. W. S.
J) Jakobs oPilgerleben.”
derde eerst
*) »Jakobs Pilgerleben”, oder Menschliche Sünde und Gottes Erbarmen von C. Wagner—Groben.
ringend en met vrijmoedigheid bevelen wij derhalve de lezing an, en hopen dat het boek als kerstgeschenk of bij de aanne- img, in het bezit zal komen van menig jong meisje, terwijl het ^fcadeau op verjaardagen voor anderen niet minder geschikt is. , Aan H. W. S. onzen dank voor de schoone vrije bewerking; an den uitgever eveneens dank voor het vriendelijk gewaad hÉarin hij dit boek deed verschijnen. Mevr. W.
vraagt hetzelfde werk haar aandacht, nog minder voor kinder-juffrouw, ( kinderjuffrouw, ) want dan heeft zij het ook te druk en kleine kinderen begrijpen even veel van Vondel, of van de eeuw van Lodewijk XIV als de dienstboden. Zoo zagen wij dan, dat meerdere kennis en ontwikkeling lang niet altijd tot goede resultaten leiden en dat zouden wij zeker met vele voorbeelden kunnen aantoonen. Cursussen, die men in ’t leven wil roepen om dienstbaren te veredelen en te verheffen, zullen de harten niet verbeteren. Edel en goed wordt men slechts in de school van den Waren Meester, die allereerst leert: zachtmoedig en nederig van hart te zijn. Laat mij hier iets uit een Duitsch boekje *) voor u vertalen. Het is zoo duidelijk uitgelegd, dat iedereen het begrijpen moet, en ik weet zeker, dat ik het met mijn eigen woorden niet zoo goed zou kunnen zeggen. „Het is een oude ervaring, dat meestal in de eerste weken „de verhouding tusschen de heeren en de dienstknechten beter „is dan later. Men heeft dit door een spreekwoordelijk geworden „vergelijking vereeuwigd: „Nieuwe bezems vegen het best!” „Maar waarom? of liever, waarom zijn zij zoo spoedig afgestompt „en versleten? Ik geloof, dat ons Bijbelwoord hier een ver- „klaring van geeft. Het komt, omdat men handelt, met oogen- „diensten, als menschenbehagers, en niet met eenvoudigheid „des harten, vreezende God. (Zie Col. 3 : 22), en dit dikwijls „onbewust. Maar menschenbehagen is een stroovuurtje, dat „niet lang brandt, en bij het eerste misverstand reeds dreigt „uit te dooven. Wie zijn werk doet om de menschen te behagen, „zal geen blijvende bevrediging vinden, ook niet bij goede men- „schen. Menschen zijn nu eenmaal geen engelen. Wie slechts
In een mijner oude kinderboeken is een plaat te zien, een dienstmaagd voorstellende, die het linnengoed van het gezin opvouwt, en terwijl zij dit doet gaat de deur van haar kamer open en haar meester, die lange jaren op reis was geweest, komt binnen en vindt haar, evenals bij zijn vertrek, getrouw aan den arbeid, hare taak met lust volbrengende. Die plaat staat mij menigmaal voor den geest, en ik wenschte wel, dat alle dienstboden gelijk waren aan zulk eene, die vol toewijding de belangen van het gezin haars meesters behartigt, . zijn kinderen met liefde omringt, en in het huishouden or<je, regel en netheid handhaaft. Die des avonds, als zij de kleinen naar bed heeft gebracht, hunne kleeding herstelt, en eiken däg stil, geduldig en ootmoedig hetzelfde werk verricht. Als de Meester onverwacht verschijnen zal, zeker zal Zijn woord ook tot haar gericht worden: „Wel, gij goede en getrouwe dienstmaagd, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u zetten; ga in in de vreugde uws Heeren.” B Ignatia.
*De nieuwe maatregel, waarbij de meeste abonnees ons zeer geholpen hebben, om begin van den jaarg. te betalen, is mij gebleken hoog noodig te zijn. Op zeer onbetamelijke wijze hebben vele jonge abonnées de N 08 1—3 in ontvangst genomen en toch de quitantie onbetaald teruggezonden. Veel dubbele moeite en onnoodige kosten heb ik ook gehad door talrijke verhuizingen van abonnées, die de moeite niet genomen hadden dat te berichten. Anderen wederom gaven blijk hoe weinig oplettend ons Blad hier en daar gelezen wordt, daar zij mij doodeenvoudig een abonnementsgeld van 60 cent overmaakten. Zelfs deden dit eenige onzer Correspondenten. — Op ’t oogen- blik dat ik dit schrijf, 20 Dec., ben ik nog wachtend de toezending uit: Appingedam, Brussel, 3 uit Breukelen, Deventer, Enk- huizen, Hattem, Heemstede, Leeuwarden, Meteren, Medemblik, Oudewater, Oosterbeek, Oldebroek, Spannum, Zwartsluis. Ik verzoek dringend om spoedige toezending.
zichzelve van het voetstuk richt waarop God haar plaatste, zoodra zij zichzelve een voetstuk verkiest en dingt naar wereld heerschappij ? ’ Storm zullen zij oogsten van het daarginds gezaaide, storm ook van hetgeen zij voortgaan te kweeken onder het jonge geslacht, omdat — en dat is het oordeel over deze dingen —» zij haar heilig voorrecht om priesteressen der reinheid, der hoogheid, en van het heilig vuur des huiselijken altaars te zijn, welbewust met voeten treden en als het verwaten Israël der oudheid ons toeroepen: dit zijn onze góden, o jonge toe- komstvrouwen: onvoorw’aardelijke gelijkheid van man en vrouw, gelijke vrijheid om te zondigen, gelijke vrijheid om mee te spreken over al wat den van God vervreemden mensch in de onreine gedachte en over de bezoedelde lippen kan komen, gelijkheid in het nederhalen van het menschelijk ideaal, ge-lijkheid ( gelijkheid ) ook in'onreinheid, en dat alles onder de leuze: gelijkheid in rechten, omdat zij, tegen de natuur en tegen de goddelijke wet in, gelijkheid in aard en wezen met den man verkondigen. Storm zullen zij oogsten van den aldus gezaaiden wind in de verbittering van eigen geestelijk leven, in de vermannelij-king ( vermannelijking ) van een onder dezen verzengenden adem opgegroeid nieuw geslacht, dat der menschheid heiligst ideaal prijs geeft in het prijsgeven harer vrouwelijkheid. Laat ons deze dingen wèl onder de oogen zien, mijn jonge toekomstvrouwen die dit leest. Laat ons de banier van voor-uitgang ( vooruitgang ) en ontwikkeling niet in het slijk laten sleuren door dezen ongoddelijken tijdstroom. Laat ons wel willen voort-trekken, ( voorttrekken, ) wel voorwaarts streven, maar tegenover den hoonenden strijdkreet: „Ziehier uwe góden” het woord des ootmoeds en des hoogste menschelijke wijsheid overnemen: „Zoo Gij o Heer niet met ons gaat, doe ons van hier niet optrekken.” Ik weet het — en het doet mij leed genoeg, dat er tot zelfs
onder onze Bondsleden die zich zeer beslist tot Christus be-kennen, ( bekennen, ) zijn die voorstandsters zijn van deze gelijkheid van man en vrouw, en dit waar de gelegenheid haar gegeven wordt zoo luide verkondigen, dat er geen twijfel aan is of zij zijn volkomen te goeder trouw in het aldus afbreken van de god-delijke ( goddelijke ) en eeuwig-blijvende natuurwetten. Niet ernstig genoeg kan ik het dezulken en allen voorhouden, dat wie alzoo leert en gelooft buiten God en Zijn heiligen wil en ook buiten Zijn wijs daargestelde elkander-aanvullende verhoudingen treedt, en ten tweede dat zij afbreuk doen aan het rechtmatige der goede zaak die zij voorstaan, n.1. vrije ontwikkeling der vrouw, verbreede banen tot haar zelfonderhoud, helderder inzicht in hare levens verantwoordelijkheid. Och, dat ze het gelooven wilden dat zij zonder het zelve te weten op deze wijze afwijken van de rechte paden, een weg volgen buiten God, en doen wat zij allerminst willen doen, heulen met de vijanden van het Godsrijk. Het vrouwelijk Jong-Holland heeft een hooge roeping en dure verantwoordelijkheid; wegen staan haar open, vrijheid is haar gegeven, gelegenheid wordt haar geschonken, licht is voor haar opgegaan, waaraan ons voorgeslacht niet heeft durven denken. Wee harer als ze met meerder vrijheid den ernst harer verantwoordelijkheid niet beseft; -wee harer als de geest der ongoddelijke wetteloosheid die in onzen tijd het menschdom teistert, haar aantast; wee harer als zij de banier harer van God gegeven hoogheid naar omlaag haalt. Wee der menschheid als het eeuwig-vrouwelijke zou ondergaan in eene valschelijk- nagebootste mannelijkheid die zoowel man als vrouw verlaagt. ,Tonge toekomst-vrouwen die u ook christen-vrouwen wilt noemen, duldt het niet. Laat ons te samen optrekken het nieuv' licht tegemoet, dat naar het raadsbesluit Gods een nieuw "'WvSdmensdhl^dsstadium zal verlichten, maar: 'i. H® Laat ons niet optrekken zonder God! ■L H. W. 8.
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer