Archieven

 

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1898-05-03; p. 1

Onze Jonge Meisjes

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1898-05-03; p. 1
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
1
Datum:
1898-05-03
Jaargang:
1898
Is onderdeel van:
I I I I I I I I < I 11 I I I U I I I I I I I H I I I I 1 I I I I I 1 I I I I I I I I I U I I I I I I I I I I I I I I I I I I > I I I I I I I I 1 I I I I > I I I I in . ■ I I —— _____
Onze Jongß Meisjes
®WW® ©©©©©©©©©©©© @> ©©©©©©©© ©©©©©© © t © © © © © © © ©’©'©©©© ©©©©©©©©©©©©©© © ©‘© , I < 11 <. I in rTiTTïTTi 1111111111111111111111111111111111111111 n 11111 1111! I It 11111111 III II11IIII III 1111111111111111 u 11111111111111111111II; 11111111111111111111111111111111111II1111111111111111111111 in 111111111111111111 I m III Tl li
Fereenipg
dactrice: Mej. H. W. SPIEBING te Tiel. Met medewerking van Mevr. WILDEIJOEl LUITINGH en Mej. H. SWAYING. 'll Al wat rein is, al wat liefelijk «_ is en welluidt, bedenkt dat.
MAANDBLAD 4 Äl „ n r mm ,,. , UITGEGEVEN DOOR
Alles wat de Administratie van dit Blad Ï ±> Alles wat de Redactie betreft, ook adver- betreft: abonnemerrten enz. op te geven san T p r jj s per ja > £ ƒ0.72. 1 tentiën, benevens opgaaf van nieuwe Bonds- Mevr. de Wede. WILD EBOÜR—Buitingti, t , f j eden a an Mej. H. W. SPIERING te Tiel. Haarlem, Barteljonsstraat lö. t t
© © @ © © © © © ©
© © @ © © © © © © ©
© © ©
© © © ©
Ziet, uw Koning 1 komt tot u.
Zachtmoedig en Hij is een Heiland. S einakkelijk is het een stichtelijk woord neer te schrijven over het telken jare wederkeerend gedachtenisfeest der geboorte van onzen Heiland. Gemakkelijk ook, door een aandoénlijk of ernstig woord de snaren der ziel te doen trillen bij onze jonge lezeressen. — Aan godsdienstige woorden is onze arme eeuw rijker dan aan iets anders; en met hooge geloofsverklaringen tegenover vele ongeloofsuitingen maar al te vlug. Niet gemakkelijk is het echter het woord der profetie, dat hier boven staat, zóó te vertolken dat het tot de harten komt zooals Gods Woord het bedoelt. Immers, de komst des grooten Konings te bezingen in kerkgezang en lied; te bespreken in Zondagsschool, te herdenken bij feestviering en uitdeeling, dat alles valt licht in en voor het drukke christendom onzer dagen. Maar — ernst te maken met de eischen die deze goddelijke boodschap ons stelt, dat is nog heel iets anders. „Ziet, uw Koning komt tot u”. Wij niet tot Hem, maar Hij tot ons. Wij zoeken niet Hem, Hij zoekt ons. De hemel der hemelen kan Hem, de vleesch geworden Godsgedachte, niet bevatten en de nederige kribbe in T onaanzienlijk Beth-lehem ( Bethlehem ) wordt Zijn uitgangspunt, van waar Hij tot de Zijnen komt. — Hij staat niet af te wachten onze hulde, naar der ko- ningen wijs in deze aardsche bedoeling! Hij staat en wacht of wij Hem binnenlaten, binnenlaten in ons hart, toelaten tot ons leven. Te midden van de zangen des lofs — hoe gepast die op zichzelf ook zijn; te midden van de eigenaardige drukte en feestvieringen der Kerstdagen — welke goede, zonnige zijde ze op zichzelf mogen hebben, wordt echter de thermometer der zelfkennis zoo zelden — indien al — aangelegd, worden de eischen zoo zelden verstaan die de komst des grooten Konings, die nog steeds komt tot een menschenwereld die Hem verwerpt, tot harten die, soms ondanks zichzelf, vragen naar de spijze die niet vergaat, der wereld stelt. Toen ettelijke weken geleden onze geëerbiedigde Koningin kwam t
:ljkswet, en Zijn hart is meer dan eenig koningshart voor Lijn volk, — ook Zijn Koningswoord klinkt door wereldsteden en residentiën, komt tot alle natiën, in alle tongvallen, en doet élk hart dat het verstaat, ook in het afgelegenste hutje, ook n het meest vergeten hoekje, tot aan de verste stranden, trillen ran de zaligste vreugde, van den diepstgevoelden dank, maar — egt ook aan ieder de dure verplichting op om Zijn rijkswet ■n eigen leven over te planten en te gehoorzamen. „Ziet, uw Koning komt tot u. Zachtmoedig en Hij is een Heiland”. Hoort het, alle verslagenen van geest, die treurt »m uwe zonden, alle zwaarmoedigen, over wie de schaduwen van T leven somber neerhangen, allen gij, die, ’t zij door wer-kelijke, ( werkelijke, ) ’t zij door ingebeelde levenssmart, de zon niet ziet die t)ch ook op uw levenspad wel eens stralen werpt, uw Koning omt tot u om uwe zonden te vergeven, om de schaduwen weg te vagen, om de zon Zijner onuitputtelijke liefde'en Zijner heilige blijdschap in uw hart te doen schijnen. Hoort het, alle verbitterde harten, vergramd en vervallen van aangezicht over de teleurstellingen des levens, wrevelig omdat de stok of staf, waarop gij geleund hebt, bleek een rietstaf te zijn die u de hand doorboorde, omdat menschen- trouw bleek te zijn wisselvallig als al het aardsche, opstandig omdat uw levenspad niet de richting ging die gij wenschtet, niet de rozen bood die gij verwachtet, niet de effen baan bood die gij eischtet; en die door dit alles de bitterheid de overhand liet nemen tegen leven, lot en medemensch. Uw Koning komt óók tot u. Zachtmoedig en Hij is een Heiland ! Dat wil zeggen : geduldig en gaarne vergevende, en een groot Geneesmeester van alle wonden in hart en ziel en leven. Laat Hem toe in uw hart, laat Hem heerschen over uw leven, en de bitterheid maakt plaats voor geduldige berusting, en de wrevel voor een zachtmoedigen geest, en de vragen der onzekerheid voor een rustig en geloovig omhoog zien, en de onvrede der opstandig-he
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer