Archieven

 

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1898-04-05; p. 3
Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1898-04-05; p. 3
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
3
Datum:
1898-04-05
Jaargang:
1898
Is onderdeel van:
— 4 —
nog vast aan de moedertwijg. Toen echter de windvlagen dagelijks heviger werden, liet ook het blaadje onwillekeurig los; de wind nam het op zijne vleugelen en droeg het zachtkens weg om het neder te leggen in het hart des wouds, waar het met vele duizende bladeren zijn laatsten slaap kon slapen. Deze kleine gelijkenis schreef ik neder voor een jonge vriendin, die mij vaak op deze wijze geschreven had: „Ik ben dikwijls zoo vreesachtig en ontrust, en ik vrees zoo, dat ik ten slotte toch niet tot de kinderen Gods zal be- hooren. Daar ik dikwijls ziek en lijdend ben, denk ik veel aan den dood, maar ik vrees dat ik nooit blijmoedig sterven zal. Eigenlijk moest ik mij toch verheugen dat Jesus, dien ik toch waarlijk liefheb, mij eenmaal naar Huis zal halen; alle vrome menschen zijn daarover toch blijde. Maar ik ben het niet en altijd bezorgd dat ik geen kind van God ben.” Misschien, ja zeker zijn er wel meer die als deze denken en voelen; mocht ook haar de geschiedenis van het eiken-blaadje ( eikenblaadje ) iets leeren. Gods leidingen met Zijne kinderen zijn van dien aard, dat Hij zelf ze toebereidt tot het leven der eeuwigheid. — Wij hebben ons niet te kwellen over den dag van morgen, niet van te voren ons te bekommeren over een toekomst, die de hoogste Wijsheid voor ons verborgen houdt; ons niet mogelijke toestanden en moeielijkheden en bezwaren in te denken, die wellicht nooit ons deel zullen zijn. Alles wat wij te doen hebben is eiken dag nabij den Heer te leven, meer en meer de leuze van ons hart te laten worden, wat zoo vaak het lied onzer lippen is: Slechts met Jesus wil ik voorwaarts treden, Slechts met Hem draag ’k willig alle kruis. Hij, de Leidsman mijner zwakke schreden, Hij alleen brengt heil in hart en huis. Doen wij dat, doen wij het waarlijk, dan zullen wij evenals ’t eikenblaadje dagelijks losser gemaakt worden; losser van de bezwaren van dit aardsche leven, losser van de pijn en de beproevingen, die ons deel zijn, losser van de zondemacht binnen i
Bondsmededeelingen. Het Bestuur der Bondsafdeeling van Utrecht verzoekt mij mede te deelen, dat ook daar maandelijks een Bondsavond is vastgesteld en wel op denzelfden dag als te Rotterdam, iederen eersten Woensdag der maand van half acht tot half tien in het bekende lokaal van het Vrouwen-Tehuis Oude gracht, Smeebrug 131. Evenmin als te R. worden voor deze avonden uitnoodigingen gezonden. Het is de Bondsavond, en alle leden hebben daar vrijen toegang. Het is eene sympathieke gedachte, dat aldus twee van onze grootste afdeelingen tegelijkertijd vergaderen en elkander ook in het gebed kunnen herdenken. Wij hopen zeer, dat deze maatregel den ouderlingen band zal versterken en zal mede-werken ( medewerken ) om onze leus meer praktisch te beoefenen.
De ingekomen brochures voor de Tentoonstelling zullen in Februari beoordeeld worden. Onze keuze maak ik in’t volgend Blaadje bekend. Van tijd tot tijd worden postwissels afgezonden voor abon-nementsgelden. ( abonnementsgelden. ) Hoewel ik dit gaarne beschouw als eene op-welling ( opwelling ) van belangstelling, zoo verzoek ik toch dringend daarvan verschoond te blijven tot den bestemden tijd. En daar waar eene agentesse van het Blaadje woont, niet aan mij, maar alleen op kwitantie door die dame gezonden. In geen geval verzoek ik dat men gelden aan Mevr. W. toezendt, dit is eene onregelmatigheid die ons beiden last bezorgt. Mijne abonnees te Curasao en te Gent hebben den Ben jaarg. nog niet betaald. Ik verzoek dringend om toezending, nu liefst ook tegelijk van den 4 en jaargang. Allen die door mij de Uniebode ontvangen, verzoek ik ten spoedigste toezending van het abonnementsgeld. H. W. S.
ADVERTENTIE N. K ent ook eene van onze abonnees een DITITSCH MEISJE, dat goed kan koken en in Mei als Meid-alleen bij eene Hollandsche Dame zou willen gaan dienen in eene stille dorps-pastorie ( dorpspastorie ) in Westfalen? Wie voor deze betrekking een bekwaam, fatsoenlijk meisje kan aanwijzen, bewijst aan de Redactrice van dit Blad een persoonlijken dienst. Bij de Redactrice zijn alle inlichtingen te verkrijgen.
E en net Burger Meisje, P.G., 18 jaar, zoekt eene plaats ter assistentie in de huishouding; zij kan netjes naaien, mazen, met de wasch omgaan, stijven en strijken. Nadere inlichtingen geeft gaarne Mejuffr. SICKENGA te Wolvega, Westeinde.
Er zijn nog circa 140 gebruikte LIEDERENBUNDELS van den 2en druk in linnen rug, van binnen gaaf, van buiten nog al geschaafd, a 25 cts. per stuk; voor wie er mij ineens van af helpt a 22 5 ct. Te bevragen bij de Redactrice.
WIE KAN MIJ HELPEN? Voor de Tentoonstelling van Vrouwenarbeid ontbreken mij van den len Jaargang van ons Blaadje No. 3, 5, 7 en 8, en van den 2en No. 6. Ik wilde de compleete jaargangen voor de expositie netjes laten inbinden. Mag ik van een der oudere abonnées op toezending rekenen? Bij mij zijn nog verkrijgbaar, gratis ter verspreiding, com-pleete ( compleete ) Be jaargangen.
W ordt verlangd tegen Mei of vroeger: eene fatsoenlijke DIENSTBODE, P. G., als Meid-alleen ; niet onder de de 20 jaar. Franco brieven aan Mej. O. VAN DER SPIEGEL, Huize „Rooswijk”, Velsen.
Mijn welgemeenden dank aan allen, die mij met het nieuwe jaar in een of anderen vorm een groet deden toekomen. H. W. S.
Correspondentie. Aan Mej. A. v. H. Hoe gaarne ik aan uw verzoek zou voldoen, het komt mij ten eenenmale overbodig en »mosterd na den maaltijd” voor om in ons BI. eene recensie van »Heimwee” te schrijven. Het is reeds zoo afdoend besproken door Ds. H. P. in de Bode: wat zal ik daarna nog iets zeggen? Neen, een uoZAsboek is het niet naar mijn meening; als gij het uitleent aan menschen met oordeel des onderscheids kan het ook geen slechten invloed hebben. Als u de Heldringbode niet leest, zie dan eens die van 15 Dec. te krijgen en mee uit te leenen met het boek. Aan J. J. B. Het adres van den Heer F. W. Egeling is Singel, dat is voldoende. Mijn bezoek aan Middelburg is nog wat uitgesteld. Aan A. B. C. Blijde dat gij iets gehad hebt aan die stukjes over het Avondmaal; mij dunkt, als ge weer eens aarzelt over ’t gaan daar-heen, ( daarheen, ) lees ze dan weer eens over, dan zult ge zeker niet terugblijven. Mijn boek hebt ge zeker in orde ontvangen; het was heel goed zoo, in postzegels. Meen toch nooit dat ge een dood lid van den M. B. zijt omdat ge niet naar buiten kunt werken. Lees nog eens over in n°. 8 3en jaargang dat stukje »Lichten in de wereld” dat toont zoo uit-stekend ( uitstekend ) aan hoe wij ieder in ons eigen aangewezen hoekje ons werk moeten doen, zoo goed mogelijk. Dit geldt ook van onze leden; laten wij maar ieder in ons kleine hoekje doen wat ons voor de hand ligt, omdat God het ons voor de hand legde, dan zijn wij daardoor trouw aan onze leus, en zullen het zeker ook zijn als ons buiten onzen kring iets voorkomt. Aan M. de H. 11. Dank voor uw uitvoerig schrijven; ik vind uwe wijze van beschouwing omtrent geh. onth. en het blauwe lint zeer begrijpelijk, en eerbiedig dat van uw standpunt volkomen; wij zijn het in hoofdzaak en in den diepsten grond eens. Aan M. te H. Hartelijk dank voor uw schrijven, voor uwe goede wenschen, voor uw ijver voor de Uniebode en voor uwe mededeelingen omtrent uzelve. Ik denk dikwijls aan u en verblijd mij steeds
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer