Archieven

 

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1898-04-04; p. 1
Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1898-04-04; p. 1
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
1
Datum:
1898-04-04
Jaargang:
1898
Is onderdeel van:
N°. 4.
Januari 1R98.
jaarg.
<§>® © © © © ® © ©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©© © ® ©©©©©©©'r © © © © © © © © © © © © © © © © © © ©©
Onze Jonge Meisjes
o>© ©©©©©©©©©©©©©©©©©©©© ©©©©©©©©©©© ©©©©©© © © © © © © © © © © © © © © © © © © © © © © ©'©
Alles wat de Red actie betreft, ook adver- tentiën, benevens opgaaf van nieuwe Bonds-leden, ( Bondsleden, ) aan Mej. H. W. SPIERING te Tiel.
Alles wat de Administratie van dit Blad Ij 1; betreft: abonnementen enz. op te g-even aan J p,,;:« „„„ f. ipn i Mevr, de Wede WILD EBOH3R—Buitingli, * 1 1 J* 141 /'»-OV. J: Haarlem, Fieterkiesstraat 48. p t!
MAANDBLAD AI „„ r nnn , n .. , UITGEGEVEN DOOR Ï Fereeniffing o o Re, Actrice: Mej. H. W. SPIERING te Tiel. Met medewerking van Mevr. WILDEBOER—1 ITINGH en Mej. H. SWAVTNG. Al wat rein is, al wat liefelijk is en wëlluidt, bedenkt dat.
© © ©
© © ©
© © © .© © ©
© © © © ©
© © © ©
© © © ©
© © © © © © © © © © ©
Oudejaarsavondgedachten, H et Kerstfeest met al zijn heilige vreugde voor oud en jong is voorbij. Onuitsprekelijke blijdschap heeft het opnieuw medegebracht voor allen, die geloovig het feit hebben aan-vaard ( aanvaard ) dat voor achttien eeuwen in het arm en nederig kindeke van Bethlehem de Verlosser der wereld, de Zaligmaker der zondaren was verschenen, Wiens komst heil en vrede bracht aan een verloren menschengeslacht. De schare dergenen die dit heerlijk feit bezongen, was grooter en machtiger dan te oren, en „het Lied dat nimmer eindigt” werd in ontelbare mélodieën herhaald tot verheerlijking van Hem, Wien te kennen is te hebben het eeuwige leven. De geestdrift der kinderen was niet verflauwd, en wij ouders voelden ons in deze kerststemming weder als kinderen gezind en waren daardoor des te gelukkiger, des te blijder. Het onge-loof ( ongeloof ) dat geen lofliederen heeft, overstemde dientengevolge onze feestvreugde niet en toonde door deze armoede ons duidelijker dan ooit, dat het niet het leven maar den dood met zich voert. Van Hem die leeft en regeert tot in eeuwigheid mochten wij zingen, en een voorsmaak genieten van de vreugde, die het deel zal zijn dergenen, die uitzien naar den dag waarop allen één zullen zijn, eene kudde onder één Herder. Maar thans aan het einde des jaars zwijgt voor een oogen- blik de lofverheffing. Straks als we het jaar zijn begonnen en de Driekoningendag weder de aandacht vraagt, zal de feest-tooi! ( feesttooi! ) voor den Hoogsten Koning worden hervat. Thans echter vraagt de vergankelijkheid het woord. Zij dwingt ons tot luisteren naar haar solo, het is haar dag, het is hare ure zoo aanstonds bij de wisseling des jaars. Welk een ernstig lied doet zij hooren! Vergis ik mij niet, dan dringen verschillende tonen daar tot ons door en wekken ook even verschillende aandoeningen in onze harten. Laat mij een enkele daarvan noemen. Het kan niet anders, wij zullen het met elkander eens zijn, dat de weemoed zich het eers
die donker en dreigend zich verheft, en een diep schuldgevoel doet ons andermaal het hoofd buigen, en een diep gevoel van onze geringheid en onbekwaamheid de bede stamelen : „Wees mij genadig, o God, naar de grootheid Uwer barmhartigheid.” Maar juist nu we ons zeer klein, gering en zwak gevoelen, en o s hart opheffen naar boven, nu gevoelen we ook dat wij zoo doende nabij gekomen zijn aan den Vriend, die ten allen tijde liefheeft. Wij zien nu niet alleen meer ons gemis, en onze monden, wij zien thans ook onze voorrechten en zegeningen en een luid maar jubelend: Desniettegenstaande, o Heer, hebt Gij mij niet verlaten, dreigt alle andere tonen te overstemmen. ■O,-?vo -lezaraoson van oas- blaadje, la^j oir» op dezen Oude-jaarsavond ( Oudejaarsavond ) toch ruime uiting geven aan onze dankbaarheid. „Niet waar,” zal zij zeggen, „gij hebt het niet kunnen denken dat gij heden avond nog zooveel stof zoudt hebben tot loven en tot danken. Toen gij zoo ernstig krank waart en niet wist of gij u in het volgende uur nog wel in het land der levenden zoudt bevinden: — of toen uwe zorgen en bezwaren zoo vele waren en gij geen uitkomst zaagt; toen uw weg zoo donker was en zich geen klein sterretje zelfs aan den hemel vertoonde; toen de strijd zoo bang, de last zoo zwaar was; toen uwe zonden bergen hoog voor uw oog stonden, en het scheen alsof het licht nimmer dagen zou; ja, toen erkenden wij allen op onze beurt de waarheid van het woord: Vele zijn de tegen-spoeden ( tegenspoeden ) des rechtvaardigen”, en wij durfden er niet bij voegen : „maar uit alle die redt hem de Heer.” Thans is het oudejaarsavond, en terugziende ontdekken wij ook de waarheid van dat woord. Wat waren onze zegeningen, onze voorrechten onschatbaar groot. Hoe klein en nederig het hoekske ook was. Ons hier door Gods wijsheid beschikt, Ook daar heeft Zijn liefde en ontferming Ons harte vertroost en verkwikt. O, gewis, nu de dankbaarheid aan het woord komt wil menig-een ( menigeen ) óók een solo
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer