Archieven

 

Uw zoekacties: Onze Jonge Meisjes, 1897-03-12; p. 1
Bibliotheek en documentatie

Zoeken in de bibliotheek

Voordat je gaat zoeken in de bibliotheek, raden wij je aan om de pagina te lezen over bronnen in de bibliotheek: https://regionaalarchiefrivierenland.nl/boeken.

Uitgebreide hulp bij het zoeken, vind je op https://regionaalarchiefrivierenland.nl/hulp-bij-zoeken   

Eenvoudig zoeken
In de bovenste groene balk zie je een zoekveld ‘Alle velden’. Hier kun je trefwoorden invullen waarop je zoekt in alle beschrijvingsvelden in de bibliotheek en documentatiecollectie. Je kunt hier bijvoorbeeld zoeken op titel, auteur of trefwoord. 

Wildcards kunnen het zoeken makkelijker maken. De meest gebruikte wildcards zijn:

  • Een ? (vraagteken) vervangt een letter
  • Een * (sterretje) vervangt een aantal letters
  • Door een $ (dollarteken) voor een zoekterm te zetten, zoek je naar woorden die op elkaar lijken.

Kun je niet vinden wat je zoekt, dan betekent dat nog niet altijd dat we het niet hebben. Neem dan contact op met onze studiezaal! 0344 612 230 of https://regionaalarchiefrivierenland.nl/vraag-over-archiefonderzoek

Uitgebreid zoeken
Klik op de knop ‘Uitgebreid zoeken’ aan de rechterkant en er opent een extra zoekvenster. In dit venster vind je de velden ‘Titel’, ‘Auteur’, ‘Plaats’ en ’Periode’.

Filters
Je kunt de zoekresultaten ook beperken door de filters te gebruiken in de groene balk onder het zoekveld ‘Alle Velden’. De filters zijn: ‘Soort’, ‘Collectie’ en ‘Gedigitaliseerde publicatie’.

Zoekresultaten
Als je alle zoekcriteria hebt bepaald, klik je op de knop ‘Zoek’. Je kunt de zoekresultaten oplopend of aflopend sorteren op titel, auteur of laatste wijziging.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Onze Jonge Meisjes, 1897-03-12; p. 1
Naam tijdschrift:
Onze Jonge Meisjes
Pagina:
1
Datum:
1897-03-12
Jaargang:
1897
Is onderdeel van:
.3 ' ■
September i S9 7.
!>. 12.
© ©©©©©©©© ©©© ig>©l)©©i@)(gi©<g)(S>g)®<8><g)<6><S)®®©®®®C. é ® ® ® ® ® @> ® ® ® ® ® ® @> @> ® ® ®
Onze Jonge Meisjes
UITGEGEVEN DOOR
■TH
ReGiorice: Mej. H. W. SPIERING te Tiel. Met medewerking van Mevr. WILDEBOER—T fJITINGH en Mej. H. SWAVING.
jaarg.
Alle stukken de Redactie betreffende, alsmede alle | wa | re i 3l k gl wat liefelÜÏ IS 611 WßllUlät, brieven en vragen, in te zenden aan het adres van T Prjjs pei jaai z :j.bO. , , , , , . ! y 1 Mej. H. W. SPIE» te 'fiel. | (( | “KL ddl.
© © © © © ©
© © © © © ©
© © ©
© © ©
©I; ©; ©: ©: © ©I'
Aaa Ix-ulsE.. S roene weiden, roode kusten, Blauwe golven, hooge zee! Wat kan oog en hart meer lusten?.... .... Breede golfslag, voer mij mee! Voer mij mee naar beter stranden, Leid mij naar de Eeuw’ge Kust, Maak mij los van d’aardsche banden, Breng, o breng mijn hart tot rust! ,G-.raoae....w'oi.dan, MAdi’.L’SStfc.n,. Blauwe golven, hooge zee! Zelfs bij u kan ’t hart niet rusten, ’t Hart dat dorst naar eeuw’gen vreê. ’t Lied der eeuwen eeuwigheden Ruischt wel door u, blauwe zee.... .... God van heden en verleden, Gij alleen geeft duurzaam vree. H. W. S.
REISVAARDIGHEID. De lendenen omgord, de kaarsen brandende. Luc. XXII : 35. I oen de Heiland daarvan sprak, hield Hij aan zijne discipelen r hunne roeping voor in verband met hunne en Zijne toe-komst. ( toekomst. ) Hij bedoelde daarmede nog veel meer dan enkel dit, dat zij bereid zouden zijn als de ure des doods voor hen sloeg. In het verband van de rede, waarin die woorden voorkomen, hebben zij dezen zin: „Aanmerkt de eeuwige heilgoederen van het Koninkrijk Gods als uw hoogste goed, en laat uw hart niet afgeleid worden door te vervallen in de macht der begeer-lijkheden. ( begeerlijkheden. ) Er is u een tijd gesteld tot voorbereiding van eene toekomst, waarin gij de openbaring van mijne heerlijkheid als Koning en Rechter te wachten hebt en in die voorbereiding zult gij moeten leeren mij te volgen en te dienen, en op te staan en aan te nemen hetgeen u te wachten staat in gehoor-zaamheid ( gehoorzaamheid ) aan Mij.” Dit stelt de Heer vóór onder het beeld van hetgeen de dienstknecht te doen had, die in zijne oostersche kleeding bereid zou zijn om zijn meester te volgen, als hij onverwachts kwam. Die dienstknecht moest het lange, neder- hangende kleed met den gordel opgeschort hebben aan de lendenen en hij behoorde den fakkel brandende te hebben om in het nachtelijk uur zonder aanstoot te kunnen voorttreden. Een getrouw beeld van hetgeen den discipel van Jesus wacht en hem voegt. De Heer wil van zijne volgelingen verwacht en gediend worden. Hij is om hunnentwil gekomen, in hunne nooden geboren, voor hunne zonden gestorven, om hunne recht-vaardiging ( rechtvaardiging ) opgewekt uit de dooden, en nu leeft Hij voor de volvoering van het groote Godsplan, dat is de vergadering van
eenegemeente door Zijnen Geest, eene gemeente die Hem in gees , >en waarheid aanhangt, gehoorzaamt en bereid is Hem te y.olgen op den weg, waarop Hij hun is voorgegaan. Aan het U.nde van dien weg ligt de openbaring van Zijne heerlijk- Eeid. anneer Hij Zijne gemeente, Zijn Koninkrijk, aan God den Vader zal overgeven, en in die verheerlijking deelen dan al Zjm jj. verlosten. Hij is heengegaan, om door Zijn Geest Zijn werk, te .-'olvoeren en allen, die Hem kennen, verwachten Hem tot si Jigheid. Ii; dat verwachten worden de discipelen des Heeren op de vuurproef gesteld. Niet slechts in de ure des doods, wanneer de - 'isterfelijke ziel heengaat naar de plaats waar zij te huis b o1 ': rt; telk.en.s boprnpft, de Hoer de zijnen in het volgen van Hem, telkens wanneer Hij hen roept om hun lust en hun leven te verzaken. Daarin hebben zij hunne zaligheid te wer-ken ( werken ) met een heilig vreezen en beven. Want in dien lust en dat leven heerscht de zonde; die daarin blijft, hij wikkelt zich zóó in hare macht, die hem aankleeft als een gemakkelijk gewaad, dat hij den Koning van het Godsrijk niet volgen kan. Daarom is in dat Koninkrijk deze wet gesteld: „Die zijn eigen zondig leven vindt en behoudt, zal het ware leven verliezen; maar die zijn leven zal verloren hebben om den naam en bij de verschijning van zijn Heer, hij eerst zal helleven voor zijne ziel vinden.” Het vinden, het verkrijgen van de zaligheid, het ware leven, is gelegen in het verzaken van het leven voor de wereld, en die den Heiland volgen zal, moet reisvaardig zijn. De geheele_ praktijk van het ware christendom is in deze rechtvaardigheid opgesloten. Immers, ieder die God heeft leeren kennen als zijn hoogste goed, zal met woord en daad betuigen : „Wien heb ik nevens U, (d.i. aan U gelijk) in den hemel, nevens U lust mij ook niets op aarde.” Dat is het bewijs dat Hij God waarlijk heeft leeren kennen als een genadig God en Vader in Christus, Zijn eeniggeboren Zoon. Wat is het komen van den zondaar tot die
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer