Archieven

 

Uw zoekacties: Humoristisch Weekblad, 1875-12-18; p. 7

Humoristisch Weekblad

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Humoristisch Weekblad, 1875-12-18; p. 7
Naam tijdschrift:
Humoristisch Weekblad
Pagina:
7
Datum:
1875-12-18
Jaargang:
1875
Is onderdeel van:
HUMORISTISCH WEEKBLAD.
PAG. 407.
Snel greep Cromwell het hem aangeboden voorwerp — een blik op de beulen was voldoende om den schilder (die vooruit van alles onderricht was) in vrijheid te stellen; de Spaansehe bedekte bij de gedachte, dat zij voor een enkele het leven van drie millioen anderen had opgeofferd, hare oogen met de hand; de dictator had onhoorbaar liet ver¬ trek verlaten.
X.
DE WAANZINNIGE MOORDENAAR.
Een avontuurlijke gestalte sloop door den dichten herfst- nevel langs de dokken en was juist voornemens een zware ijzeren kist in eene van de vele aan den wal liggende boo¬ ten te werpen, toen een paar krachtige armen zich van de kist meester maakte en er mede in de duisternis verdwenen.
De zooeven bedoelde gestalte stiet een afschuwelijker! vloek uit en wendde zich om, ten einde den dief der casette, want dat was het geweest, te vervolgen, doch deze was niet meer te vinden. Toen begon Jinkins, de kassier en moordenaar van den Hollander, die, — zooals de aan¬ dachtige lezer reeds zal hebben begrepen — een en dezelfde persoon als de commissaris van politie Bulks was, luide te lachen — de ongelukkige had, toen hem zijn Mammon was ontroofd, tevens van het verstand verloren.
»Casette — moord — geworgd — hahaha! — lijken- roovers — cloaken !"
Onder het uiten van deze onsamenhangende en toch zoo beteekenisvolle woorden was hij een van die openingen ge¬ naderd , die den Teems toegang gaven tot het onderaardschc labyrint; met de bovenmenschelijke kracht van den waanzin wrong Jinkins zijn lichaam door het ijzeren traliewerk — een schaar van ratten viel terstond op hem aan en weldra stond nog slechts het kaal afgevretcn geraamte van den on¬ gelukkige in een hoek met de ledige oogholten gekeerd naar de richting waarin de vergelder met de schat van den Hollander was verdwenen.
Deze vergelder was echter niemand anders dan de ons reeds bekenden schilder Ralf, die van het eerste oogen- blik na zijne vrijlating gebruik had gemaakt, om zijne ge¬ liefde Hedwig op te sporen, welke hij ook spoedig met be¬ hulp van Cromwell, in een van de sluipholen der lijken- roovers had gevonden. Zoodra hij haar in een comfortable
kamer van het Hotel de B___ in veiligheid had gebracht,
volbracht hij ook zijne aan haar gedane belofte tot ver-, volging van den moordenaar haars vaders en wij weten reeds met welk gevolg.
XI.
DE GUILLOTINE IN WERKING.
ment, dat gedurende dien tijd onafgebroken zitting hield (vandaar de naam : het lange parlement) was steeds met het uitspreken van doodvonnissen bezig, die de onvermoeide dictator zonder eenige afkeer onderteekende, of als hij daarin door de schrijfkramp, waarvan bejaarde lieden dikwijls last hebben , werd verhinderd, door zijn secretaris liet onder¬ teekenen.
De doffe slagen van het uurwerk op den Westminster- toren hadden juist het uur van middernacht aangekondigd toen de vleugeldeuren van het hoogerhuis werden geopend en een man van middelbare lengte in een eenvoudigen grijzen mantel gehuld, met een driekanten hoed op, die diep op het gezicht was gedrukt, de zaal binnentrad.
Cromwell, die door zijn secretaris op den binnenkomende opmerkzaam was gemaakt, sprong zoo snel zijn hoogen leef¬ tijd het hem veroorloofde op en liep den bezoeker met open armen te gemoet. Deze wierp hoed en mantel aan een dienstdoenden kamerheer toe —het was Napoleon Bonaparte!
Geruimen tijd lagen de beide mannen met tranen in de oogen aan elkanders borst; eindelijk brak de keizer het stilzwijgen af, terwijl hij op zijn korte, maar hartelijke manier zcidc :
vEh bien! Ik kom maar eens zelf om antwoord op mijn vraag betreffende de dochter van den ouden van der Maren en het einde der lijkenroovers te halen.
Cromwell geleidde den keizer naar het venster, waar hij het in den helderen maneschijn voortwerkende, doodaan- brengende werktuig zijn offers kon zien verslinden; een waarlijk pittoresk tafereel. Met een vleiend lachje zeide de dictator: »sir, uw wensch is mij een bevel!"
i>Ah^ merci, mon cher.'" antwoordde de keizer den dictator nogmaals de hand drukkende, »en de kleine Hollandsche?"
»Kan uwe majesteit zelve medenemen! Zij is bereid in haar eigen naam en in dien van haar echtgenoot u om deze gunst te verzoeken."
De keizer beet zich op de lippen en een bijna onmerk¬ baar spotachtig lachje zweefde over Cromwell's gebruinde trekken. Eindelijk maakte de eerste bonne mine au mauvais jen: een deur ging open en Ralf trad binnen met de blozende Hedwig aan zijn arm; beide vielen voor den keizer te voet.
»Hij is mijn hofschilder", zeide Napoleon vriendelijk, 3en zal voortaan den naam Rafael Sanzio voeren!" — Hiermede draaide de keizer zich om , het jeugdige paar aan zijne verbazing overlatende.
XII.
VEREENIGING EN VERGELDING.
Reeds drie weken achtereen werkte de stoomguillotine van 97 beulskracht dag en nacht door, en nog altijd waren alle lijkenroovers niet uit de wereld geholpen. Het parlc-
In den voormiddag van den volgenden dag verkondigden dreunende kanonschoten het vertrek van de stoomkorvet »Austerlitz" die het anker had geligt. De boot, die den keizer, Rafael en zijne jonge vrouw naar boord van het schip zou brengen , was met de oude garde bemand ; Cromwell had reeds zijn zakdoek in de hand om de reizigers het laatste vaarwel toe te zwaaien , toen eensklaps een lange vrouwelijke gestalte door de menigte drong en eveneens in de boot wilde springen.
»Houdt die krankzinnige vast!" donderde de dictator.
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer