Archieven

 

Uw zoekacties: Humoristisch Weekblad, 1875-12-11; p. 6

Humoristisch Weekblad

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Humoristisch Weekblad, 1875-12-11; p. 6
Naam tijdschrift:
Humoristisch Weekblad
Pagina:
6
Datum:
1875-12-11
Jaargang:
1875
Is onderdeel van:
PAG. 398.
HUMORISTISCH WEEKBLAD.
HET ONDERAARDSCHE LONDEN
OF
DE LIJKENROOVERS.
Ontwerp van een thisiorischen roman met twee premie-platen in kleurendruk."
DE GEHEIMZINNIGE RUITERS.
't Was in den herfst van het jaar 1..9 des avonds tusschen 5 en 6 uren. Door de toenmaals nog niet geplaveide straten
van de voorstad St. G.....te Londen, draafden twee mannen
in diep stilzwijgen voort, waarvan de een ouder was dan de jongere. Even verschillend was ook de uitdrukking van hun gelaatstrekken, die door het gesloten vizier van hunne helmen geheel onzichtbaar waren.
?En zij willen heden komen?" brak hij die eene zware baard droeg het stilzwijgen af.
»Zij willen!" antwoordde op doffen toon de ander, wiens klankvol geluid duidelijk de man in de eerste helft van zijn 24ste levensjaar deed erkennen.
Weder volgde een kleine pauze, doch de heftige gebaren van de beide ruiters toonden duidelijk, dat het onderhoud daarom nog niet was geëindigd.
II.
DE VOGELS ZIJN GEVLOGEN.
Wij voeren onze lezers thans in een van de toenmaals zeer ter slechter faam bekende matrozenkroegen aan den oever van de Teems — maar aan de andere zijde. Reeds in de verte kondigde een woest gehuil den toestand der aanwezige gasten aan. Bij het binnentreden werd deze overtuiging nog versterkt. In een laag vertrek, dat geheel met stinkende rabaksrook was gevuld, bevond zich ongeveer een twaalftal baardige, of schrikwekkende gestalten, die ieder minstens bestemd schenen een moord te begaan. De waardin, een van die schandelijke vrouwen, die reeds bij hare geboorte in alle kwaad bedreven zijn , reikte links en rechts warme brandewijn in groote glazen over, die door de woeste gezellen zonder er eenig water bij te voegen naar binnen werd geslagen.
Eindelijk scheen het tijd te zijn om te vertrekken. Zonder eenig geluid opende zich in een hoek de lambrizeering en gaf toegang tot een nauwen flauw verlichten gang, waarin de een na den ander van de pas zoo luidruchtige schaar ver¬ dween. Het was hoog tijd, want ternauwernood was de deur achter den laatsten gesloten , toen een krachtige mannenstem in naam der wet toegang eischte; daar de waardin nog eenige oogenblikken talmde werd de zwakke deur door eenige krachtige kolfstooten geopend en directeur van politie Bulks met zijne manschappen trad binnen.
«Vervloekt!" riep Bulks, toen hij het nest leeg vond. »Waar heb je ze verborgen, oude heks?"
Het valsche wijf hield zich doof, lachte zeer vriendelijk en verzocht de heeren beleefd plaats te nemen. Intusschen hadden de agenten te vergeefs met hunne hellebaarden tegen den wand geklopt; de deur was te goed verborgen dan dat zelfs een sluw politieman als Bulk iets bijzonders kon ont¬ dekken.
III.
DE ROOF DER JONKVROUW.
Hedwig, de eenige dochter van den rijken koopman Joh. van Maren, die ongeveer 10 jaren geleden uit Nederland naar Londen was verhuisd, zat in de hoog gewelfde , gothische kamer van haars vaders huis en dacht aan den jongen schil¬ der Ralf, die zij den vorigen dag op een groot bal van een der aldermen had leeren kennen. Eensklaps hoorde zij eenig geritsel achter zich , keerde zich om en zag een in een grooten mantel gehulde gestalte, in hetzelfde oogenblik gevoelde zij zich aangegrepen, gekneveld en aan handen en voeten ge¬ bonden.
sAls ze zich vervoert, sla ik haar de hersens in, Jack!" fluisterde de eerste gestalte tot een tweede, die eveneens als een geest uit de diepte scheen te zijn opgerezen. Maar zij verroerde zich niet; zij was bewusteloos.
Acht dagen lang was het plotseling verdwijnen der dochter van den rijken van Maren het voornaamste onderwerp tot gesprek in alle gezelschappen, en weldra waren allerlei avontuurlijke geruchten in omloop. Niemand gevoelde zich meer veilig; iedereen wilde spookachtige gestalten hebben gezien , enz.
IV.
DE SCHILDER.
In een van de elegantste café's van Oxford-street zaten verscheidene officieren kaart en domino te spelen.
»Dat zal ook wel een lief poetje zijn!" zeide een hunner op sarrenden toon, adat zich zoo maar zonder eenig verzet uit haar eigen kamer naar die van den eersten den besten dolenden ridder laat brengen !"
»Schurk!" donderde dezelfde heldere, klankvolle stem, die in den aanvang van ons verhaal »zij willen!" zeide, en in hetzelfde oogenblik vloog de zooevenbedoelde krijgsman zoo onzacht tegen den grond, dat men zijn ribben hoorde kraken.
-•>Waag het nog eens, mannetje, den goeden naam eener dame aan te randen," donderde Ralf, »hier hebt ge mijn kaartje !"
Hierop verliet de schilder, wien het bruine Spaansche buis, bij het lange goudblonde haar uitstekend stond met dreunenden tred het locaal.
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer