Archieven

 

Uw zoekacties: Humoristisch Weekblad, 1875-12-25; p. 1

Humoristisch Weekblad

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Humoristisch Weekblad, 1875-12-25; p. 1
Naam tijdschrift:
Humoristisch Weekblad
Pagina:
1
Datum:
1875-12-25
Jaargang:
1875
Is onderdeel van:
N°. 52.
1875.
Dit blad verschijnt des Zaterdags. Prijs per jaargang van 32 Nommers f 5.20, franco per post f 6.00. — Bijdragen enz. worden franco
ingewacht aan 't adres van den uitgever.
VERLOREN ILLUSIE.
Wie nog nooit gapend voor een venster de voorbijgangers heeft zitten tellen, die onder een natte parapluie naar de kerk gaan, kent de verveling niet die het bijzondere ken¬ merk van een Zondagmorgen in het kleine stadje G. is.
»Alweer Zondag!" geeuwt een vervelende matone, terwijl zij nieuwsgierig over de gordijntjes kijkt om te zien wat weer het is. 't Is nevelachtig en koud. Dunne sneeuwvlok¬ ken warrelen slaapdronken door de lucht, en over het ruime marktplein ligt.....Zondagsrust.
Het klokgelui, dat anders zoo liefelijk over de daken weergalmt, klinkt heden afschuwelijk; »het is ook Zondag!" Zoo spreekt de schoenmakersjongen, die een paar fonkel¬ nieuwe laarzen naar huis brengt, terwijl hij een aria van Verdi fluit; dat verkondigen al de helderwitte stijf gestreken rokken, die Mie heeft aangetrokken en waarmee ze zoo goed kan pronken, nu de straat zóo vuil is, dat ze haar japon wel flink moet opnemen.
Van den hoogen stadstoren verkondigen twaalf slagen het middaguur. Uit de woningen geurt de koffiedamp u tegen; hier en daar ook die van versch gebraden vleesch of gebak.
Al deze bijzonderheden brachten de heer Bol, die peinzend over de markt slenterde, tot de bewustheid, dat het Zondag was. Bol was een jong mensch , garcon in den volsten zin van het woord, die zich te G. in den dokterstitel verheugde. In zijn aangeboren gemakzucht berustte hij daarin zonder tegenspraak, hoewel hij er volstrekt geen recht op had. Hij had een blaauwen Maandag in de medicijnen gestudeerd, en in het Stadskoffiehuis en op de sociëteit had men hem daarom den titel, eigenlijk den bijnaam van dokter ver¬ leend. Weldra kende men hem in de stad niet anders dan als »de dokter." Bol was dus nolens volens tot dokter gepromoveerd.
Een kleine rente, die hij sedert zijn eerste studiejaren genoot, voorzag in zijn dringendste behoeften, doch ver¬ hinderde hem niet wel eens op middelen te peinzen om in 't vervolg zijne positie te verbeteren.
Hij deed aan muziek , zong op concerten in het koor,
fabriceerde tegen geringe vergoeding volmachten en adres¬ sen — en wist vooral menig dubbeltje te slaan door kaart¬ en dominospel in het koffiehuis. Hij was een autoriteit in whisten en domineeren, van top tot teen, een man van eer en slechts de booze wereld maakte er aanmerking op, dat hij in het spel bijna nooit verloor.
De secretaris der stad, die eenige weken met hem had gewhist en zich niet kon herinneren ooit te hebben gewonnen, was dan ook van opinie, dat het met den quasi-dokter niet recht in den haak moest wezen. Telkens als hij tegenover den dokter kwam te zitten en deze met de behendigheid van een prestidigitateur de kaarten begon te schudden, overviel hem eene huivering.
Op den bedoelden Zondag nu — het was in den Carna¬ valstijd — peinsde Bol er ernstig over hoe hij zijn dag op de aangenaamste wijze zou doorbrengen, daar het kleine stadje niet veel vermakelijkheden opleverde.
Er zou des avonds ja eene tooneelvoorstelling plaats hebben, goed voor het mindere volkje , het plebs, maar voor hem was dat niets! Maar wacht! In het Casino zou een concert door liefhebbers worden gegeven en eene tombola worden gehouden voor .een liefdadig doel. Ook al niets! Hij wist vooruit wat er zou geschieden.
De kleine zoon van een grutter, lid van den gemeente¬ raad, zou op de viool het vervelende algemeen bekende «Carnaval de Venedig" met eindelooze variaties spelen; een jeugdig rederijker, die altijd zijn gaven ten beste gaf, zou sEliza's vlucht" declameeren. Juffrouw Berghuis zou het publiek . op een symphonie van Schumann op de piano vergasten.
Ja wel! Hij hoort de brommige majoor al schellen. Na een korte, pijnlijke stilte staat de rijzige blondine van haar stoel op, de witte, geelachtige sorti om de schouders. Zij komt op. Na een nonchalante buiging trekt zij haar hand¬ schoenen uit en neemt voor de piano plaats.
De vervelende gemeente-secretaris, die aan alle dames het hof maakt, neemt de sorti der gevierde schoone aan, legt de muziek goed — en vat eindelijk tot kalmeering van de ongeduldig wachtenden aan de linkerzijde van de pianiste post.
Een ruischend akkoord — het spel begint. De roode armen bewegen zich links en rechts; machtige tonen weer-
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer