Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 67

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 67
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
67
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
3
Hij bevatte een telegram , meldende dat mijn arme lieve vader gevaarlijk gekwetst te Marseille lag . Mijn zusters waren reeds naar hem toe gegaan : zij smeekten mij haar zouder verwijl daarheen te volgen . Heb ik wel noodig de geschiedenis van die vreeselijke ramp te verhalen ? Natuurlijk begint zij met eene vrouw en eene schaking . Natuurlijk eindigt zij met een jongen man en een duel . Heb ik ' t u niet reeds gezegd ?— Papa was zoo gevoelig ; papa was zoo dapper . Och lieve hemel ! alweer het oude liedje . Er is een spreekwoord : de vos verliest wel zijn haren , enz . enz . Laten wij er een sluier over werpen , of met andere woorden , laat ons hiermede het hoofdstuk besluiten .
EEN EN VEERTIGSTE HOOFDSTUK .
EEN AKELIGE TIJD VOOK MEVROUW PATROLUNGO .
Had ik moeten voorbereid zijn op de ramp , die mij en mijne zusters nu had getroffen ? Had ik niet , wanneer ik slechts mijne eigene ervaring van mijn armen vader had geraadpleegd , duidelijk moeten inzien , dat men de ge-woonte ( gewoonte ) vaneen geheel leven niet plotseling aflegt ? Indien ik met mijn verstand te rade was gegaan , had ik immers moeten begrijpen dat hoe langer zijn bekeering duurde , hoe meer waarschijnlijkheid er bestond , dat hij weer in zijn kwaal zou vervallen , en in gebreke zou blijven de hoop-volle ( hoopvolle ) verwachtingen te vervullen , die ik van zijn gedrag in de toekomst had gekoesterd . Ik geef dit alles volgaarne toe . Maar waar zijn de voorbeeldige lieden die in alle zaken hun verstand raadplegen — vooral wanneer hun verstand hen tot dit besluit , en hunne belangen hen tot een ander doen komen ? Och , lieve heeren en dames , als wij maar wisten , hoeveel domheid er in ons alledaagsche menschen schuilt !
Zoodra ik van den eersten schrik was bekomen , stond ' t . bij mij uitgemaakt wat nu mijn plicht was te doen . Mijn plicht was bij tijds uit Dimchurch te vertrekken om de mailboot te halen die ' s avonds om acht uur van [ jonden naar het vasteland vertrok .
En liucilla verlaten ?
Ja ! zelfs niet Lmcilla's belangen — hoe veel ik ook van haar hield , hoe angstig ik mij ook over haar maakte — waren zoo heilig als die , welke mij naar de legerstede van mijn vader riepen . Ik had nog eenigc uren tijd eer ik haar moest verlaten . Al wat ik doen kon was van deze uren gebruik te maken om de strengste voorzorgs-maatregelen ( voorzorgsmaatregelen ) te nemen , die ik kon bedenken , om haar gedurende mijne afwezigheid te beschermen . Ik kon niet lang van haar weg blijven . De akelige onzekerheid of mijn vader zou sterven of blijven leven , zou op zijn leeftijd niet van zoo langen duur zijn .
Ik liet haar bij mij in mijn kamer roepen en liet haar mijn brief zien .
Zij was er werkelijk door getroffen toen zij hem las . Voor een oogenblik — toen zij eenige woorden van deelneming tot mij sprak — verdween de pijnlijke terug-houdendheid ( terughoudendheid ) in haar manieren tegenover mij . Die zelfde gedwongenheid keerde echter terug toen ik haar mijn voornemen te kennen gaf om nog dienzelfden dag naar Erankrijk te vertrekken , en haar mijn spijt uitdrukte , dat ik mij genoodzaakt zag onze reis naar llamsgate voor ' t oogenblik uit te stellen . Zij antwoordde mij niet alleen gedwongen ( terwijl zij , naar ' t mij voorkwam , tegelijker-tijd ( tegelijkertijd ) over iets nadacht ) — maar verliet mij zelfs onder ' t een of andere voorwendsel . // Gij hebt zeker veel te denken in die treurige omstandigheden ; ik wil u niet langer lastig vallen . Als ge mij mocht noodig hebben , dan weet gij immers waar u mij kunt vinden .» Met deze woorden ging zij de kamer uit .
Ik herinner mij niet ooit zulk een gevoel van hulpe-loosheid ( hulpeloosheid ) en verwardheid te hebben ondervonden , als zich nu van mij meester maakte toen zij de deur sloot . Ik begon ijverig de benoodigdheden voor mijne reis in te pakken ; daar ik instinktmatig gevoelde dat , als ik mij niet met ' t een of ander bezig hield , ik mij door mijn verdriet geheel zou laten ter neer slaan . Gewoon als ik was in alle andere omstandigheden van ' t leven
schielijk tot een besluit te komen , was mi)n brein zelfs nog niet helder genoeg om de zaken in te zien zooals zij werkelijk stonden . En wat het nemen van een besluit aangaat , ik was daartoe juist zooveel geschikt als de zuigeling op den arm van mevrouw Finch .
De zorg voor ' t pakken van mijn goed hield mij wel is waar op , maar hielp mij niet om mijn gewoon humeur terug te krijgen .
Toen ik daarmede klaar was , wist ik niet recht wat ik nu beginnen zou . Ik gevoelde de ernstige noodzake-lijkheid ( noodzakelijkheid ) om voor mijn vertrek tot eene opheldering met Lucilla te komen , maar ik kon ' t niet met mij zelve eens worden hoe ik dat zou aanleggen . Tot mijn eigen onbeschrijfelijk misnoegen voelde ik de tranen in mijn oogen opwellen ! Er was juist nog genoeg van Patrolungo's weduwe in mij overgebleven , om er mij hartelijk over te schamen . De lotwisselingen en gevaren in de dagen van mijn republikeinsch leven met mijn echtgenoot , hadden mij tot eene onvermoeibare wandelaarster gemaakt — met een onbedwingbaren lust ( even als onze kleine Jicks ) voor de open lucht . Ik nam mijn hoed en ging uit om te zien of de beweging mij soms goed zou doen .
Ik probeerde ' t in den tuin . Neen ! De tuin was mij ( onbegrijpelijkerwijs ) niet ruim genoeg . Ik had nog eenige uren den tijd , en begaf mij dus naar de heuvelen .
Links afgaande , voorbij de kerk , hoorde ik door de openstaande vensters de dreunende stem van onzen eer-waarden ( eerwaarden ) Finch , die de dorpsjeugd in den godsdienst onderwees . Den Hemel zij dank , dat hij mij in ieder geval uit den weg was ! Ik klom de heuvelen op en spoedde mij voort zoo gauw ik kon . De lucht en de beweging deden mij goed aan mijn hoofd , en na meer dan een uur flink te hebben doorgewandeld , keerde ik weer , geheel de oude , naar de pastorij terug .
Misschien waren er nog eenige overblijfselen van be-sluiteloosheid ( besluiteloosheid ) bij mij overgebleven , of misschien oefende mijn verdriet een ontzenuwenden invloed op mij uit , die mij sterker dan ooit de verandering in de verhouding tusschen Lucilla en mij deed gevoelen . Daar ik ditmaal echter had besloten tot eene duidelijke opheldering te komen , voordat ik haar onbeschermd op de pastorij achterliet , deinsde ik er zelfs nu nog voor terug eene mogelijke onheusche bejegening te ondervinden , wanneer ik mondeling met haar sprak . Ik scheurde dus een blad uit het boek van den armen Oscar en schreef daarop wat ik haar wenschte te zeggen .
Ik schelde eens — tweemaal . Er kwam niemand . Ik ging naar de keuken . Zillah was er niet . Ik klopte aan de deur van haar slaapkamer . Geen antwoord . Ik opende de deur — de kamer was ledig . Hoe stuitend ' t ook mocht zijn , zag ik mij genoodzaakt met eigen hand aan Lucilla mijn briefje over te geven of er toe te besluiten haar ondanks alles toch zelve te spreken . Ik kon ' t niet over mij verkrijgen haar te gaan spreken . Ik begaf mij dus naar haar kamer met mijn briefje en klopte aan de deur .
Alweder kreeg ik geen antwoord . Ik klopte nog eens — maar ' t bleef stil . Ik keek naar binnen , er was niemand in de kamer . Op de kleine tafel aan ' t voeten-einde ( voeteneinde ) van het bed lag een brief aan mijn adres . Ik her-kende ( herkende ) Zillah's handschrift . Maar Lucilla had , op de gewone manier , haar naam in den hoek geschreven , om te toonen dat zij den brief aan Zillah had gedicteerd . Ik voelde mij een last van ' t hart afwentelen toen ik den brief opnam . Dezelfde gedachte die mij door ' t hoofd was gegaan , was ook bij haar opgekomen . Zij was ook teruggedeinsd voor de moeielijkheid van eene mondelinge opheldering . Zij had ook geschreven — en ontweek mij totdat haar brief voor haar zou . hebben gesproken en de vriendschap tusschen ons weer zou zijn hersteld eer ik het huis verliet .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer