Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 48

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 48
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
48
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
8
DE OLIJFTAK .
BINNEIMLANDSCH OVERZICHT .
den haag , 28 Jan . 1872 .
De teerling is geworpen : het heeft den Koning behaagd de drie tractaten met Engeland te bekrachtigen ; de afstand van de kust van Guinea , gedurende meer dan twee eeuwen aan Nederland gehecht , is een voldongen zaak . Wat was anders te verwachten dan dat de Koning die bekrachtiging zou schenken ? Door het niet te doen , ware hij in strijd geraakt met zich zelven , met zijne Ministers en met eene bevriende mogendheid . Metzich-zelven ( Metzich-zelven ) , want voor eene weigering van bekrachtiging bestaat alleen dan grond , wanneer in het door den Koning oorspronkelijk aangeboden wetsontwerp door de Tweede Kamer eene wijziging is gebracht . Een tractaat kan niet gewijzigd worden . Met zijne Ministers , want zijne weigering zou een conflict hebben doen geboren worden , waarvan het gevolg zou zijn de aftreding van het Ministerie , dat door de optreding van den heer Delprat op het punt staat van te worden versterkt . Met Engeland eindelijk , dat toen ten vorigen jare het Siak-tractaat ( Siak-tractaat ) in de Tweede Kamer werd verworpen , terwijl dat van de Kust was aangenomen , zich niet gevoelig toonde , ja zelfs een schijn van welwillendheid aannam ; maar dat , indien de Koning de nieuwe tractaten niet had bekrachtigd , zeer zeker zijn misnoegen zou hebben kenbaar gemaakt . De goede betrekkingen tusschen Enge-land ( Engeland ) en Nederland zouden zeker verstoord zijn geworden .
De Koning kon dus niet anders hebben gehandeld dan hij deed ; de constitutioneele vorst is van zijne ministers niet te scheiden . En daarom zullen weinigen hebben gedweept met het ter elfder ure beraamd plan van den ütrechtschen hoogleeraar Vreede , om den Koning te verzoeken , nadat het Guinea-tractaat door de beide Kamers was aangenomen , dat nogmaals te onderwerpen
aan een buitengewoon collegie , bestaande uit de Ministers van Staat , die aan de handelingen over dit tractaat vreemd zijn gebleven , en de gewone en buitengewone leden van den Raad van State . Hoe het mogelijk is , dat zoodanig voorstel bij een constitutioneel publicist kan opkomen , laat zich misschien alleen verklaren door den wrevel , dien het denkbeeld van den afstand der Kust bij den hoogleeraar heeft opgewekt . De hartstocht vat ieder denkbeeld aan , zelfs het ongerijmdste , om een doel te bereiken , en is des te onweerstaanbaarder ', naarmate hij in meerdere of mindere mate door nationali-teitsgevoel ( nationali-teitsgevoel ) is opgewekt . Professor Vreede meent het goed , maar hij laat dikwijls zijn verstand door zijn gevoel beheerschen . Waar is in onze Grondwet eene bepaling te vinden die den Koning het recht verleent om bij een extraordinair collegie de besluiten der Wet-gevende ( Wetgevende ) Macht op nieuw ter toets te brengen ? Kent de hoogleeraar in het Staatsrecht niet den regel : dat de gewijsde zaak voor waarheid moet gehouden worden , en ziet hij niet in tot welke gevolgen dit precedent zou hebben geleid , waar in de toekomst soms met geringe meerderheid van stemmen de gewichtigste beslissingen kuunen genomen worden'r En kon men van den hoogleeraar in de diplomatie verwachten , dat hij het voorstel zou doen om , hetgeen de diplomatie na langdurig overleg gewrocht heeft , door een politieken kunstgreep te ontrafelen P Mag hij leeren een systeem , dat tot niets anders zou leiden dan tot bespotting van onze grondwet en tot het in verdenking brengen van onze goede trouw en loyauteit ?
De Koning heeft dus const itutioneeler , vredelievender gehandeld dan de Utrechtsche hoogleeraar ; hij deed , wat het oogenblik eischte . Maar welk oordeel moet de Eerste Kamer treffen , die , met groote meerderheid van stemmen , de beslissing der Tweede Kamer heeft ge-handhaafd ( gehandhaafd ) ?
Dit oordeel kan niet zoo gunstig zijn . Er is bij de beraadslagingen in de Eerste Kamer veel gesproken over
een strijd tusschen rede en gevoel . Inderdaad die strijd schijnt aan de beslissing den doorslag te hebben gegeven . Niet de rede , maar het gevoel heeft gezegepraald : het gevoel van moedeloosheid over het verval van Neerlands grootheid , dat tot lijdelijk aanzien van dezen verne-derenden ( vernederenden ) afstand van de Kust heeft gedreven ; het gevoel van onmacht om , met een kleine vermeerdering van het subsidie van misschien een of twee ton ' sjaars , de bezwaren van ankerplaats en klimaat te herstellen ; het gevoel eindelijk van vrees om , nadat men eenmaal door een treurig voorval , dat zich eenige jaren geleden ter Kust had voorgedaan , met Engeland over den afstand was gaan onderhandelen , daarop terug te komen en misschien de verbolgenheid der machtige mogendheid op te wekken ,
Het gevoel van onze kleinheid heeft gezegevierd . Wat heeft men vooral aangevoerd om het tractaat nopens den afstand te doen doorgaan ? Men heeft vooral dit gezegd , dat wij ons moeten inkrimpen ! en dat wij leven op te grooten voet ; dat we ons door het beheer van te veel koloniën uitputten ; dat het ons aan de kracht ontbreekt om al die schoone erfgoederen van de nalaten -/ schap onzer voorouderen te besturen .
Wij zijn zoo klein , omdat wij het willen zijn . Als wij wilden doen wat onze voorouders twee eeuwen ge-leden ( geleden ) hebben gedaan en wat nu de Duitschers doen , niet in een afgesloten hoekje van het land gebrek lijden , maar de wijde wereld ingaan , wilden emigreeren naar onze koloniën en niet naar die van anderen , dan zou het anders zijn . Wat ons ontbreekt , is noch de leger-kracht ( legerkracht ) , noch de kracht van het geld , beiden onmisbaar om onze koloniën te handhaven , — maar de veerkracht ontbreekt ons , en zij die tot den afstand der Kust hebben medegewerkt hebben dubbel kwaad gesticht : zij hebben vooreerst de begeerlijkheid van Engeland , ja van Duitsch-land ( Duitsch-land ) zelfs opgewekt , en zij hebben in de tweede plaats het volk in zijne moedeloosheid gestijfd .
G .
oor Inrtusmeeien
Advertentiën per regel 15 ets .; groote letters en vignetten naar plaatsruimte . AnnnnommterrT
1000 regels a 1 \ et .; 500 regels a 10 et .; 250 regels a 12 .] et .
ADVERTENTIËN .
p RACH7lHTSftVE ,
FIGUIER : De Wonderen der Wetenschap .
Deel 1 , 2 en 3 gebonden ƒ 18.75
n 1,2 en '-\ ingenaaid 15.60
Geïllustreerde Dames — Mode Journale
Bij GEBH . BEL1NEANTE , te ' sHage ,
is verschenen :
¥ A KEKOTIS
Prijs ƒ 1,50 .
ROTTERDAM Leuvehaven .
' SGRAVENHAGE , Spuistraat n '. 19 .
J . L . PRINS Dz .,
Hofleveranoier van Z . K . den Koning der Nederlanden
MAGAZIJNEN
VAN
SMIRNA - EN ANDERE TAPIJTEN 7 ,
MEUBKLSTOFFEN ,
BEDDEN , MATRASSEN EN DEKENS ;
Ale soorten Tan Behangseluarieren .
BEHANGER EN STOFFEERDER .
Dernier Nouveauté ' de Paris .
Cols en Toile pour Uauies . Mancliettes en Toile et Percale pour
■ tames . Cols pour Knfauts . Cols et Mancliettes en Itentelte . Handles pour Uames .
Chemisettes — Gimps — Kouaves pour
■ tames .
Chemises pour Messieurs .
Faux Cols , Toile ou Percale , pour
Hi-.üii'iirs .
Mancliettes , Toile ou l'ercale pour
Messieurs . C .' r urates . Vouu-mhIc pour Messieurs .
Maison Ve . C . HAUAU ,
Fournisseurs tie S . M . la Reine ,
22 , Schoolstraat , 22 .
Sn elpers A ru k va » Glbr . Belinfante , ' e s ' Gravenhagi
PIBEEENII groot f 5,000.000 .
Verdeeld in 5,000 Series , uit te geven in Aandeelen van EEN GULDEN , .
Tot Aankoop van Gronden en den Bouw van
a
TE AMSTERDAM .
Geoorloofd ingevolge Ministerieele Resolutie , dd . 13 Oct . 1871 , No . 64 .
imo ü D E N D E :
EenDjizena Drie Haalsrd en Vijftig Hooge Prijzen .
Al de overigen met een hooger bedrag dan den inleg UITLOTENDE , en dus
De prijzen bestaan in DUIZEND BURGER-WOONHUIZEN ( BURGERWOONHUIZEN ) , elk ter waaide van VIJF DUIZEND GULDEN , met inbegrip van Grond en Erf .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer