Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 26

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 26
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
26
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
2
DE OLIJFTAK .
later tijd meermalen voor het verdrukte I en benarde Vaderland optrad .
Door de moedige Watergeuzen bestookt , en door het indringende water in gevaar gebracht , begaven de Spanjaarden zich naar den dijk , en geene andere kans van lijfsbehoud ziende , beproefden zij door een aanval op de Zuidpoort de stad binnen te dringen ; doch toen zij deze naderden voelden zij zich zoo onzacht door het ge-schut ( geschut ) van de wallen bestookt , dat zij dit voornemen spoedig opgaven . In verwarring zocht nu elk zijn behoud in de vlucht , eenigen bereikten half wadende en half zwemmende de gespaard gebleven en los daarheen drijvende schepen in de Bernisse ; doch velen vonden ook hun dood in ' t water of de moerassen . Vele Spanjaarden sneu-velden ( sneuvelden ) bij dezen strijd , luttel weinig Geu-zen ( Geuzen ) . Twee Spaansche bevelhebbers en zestien soldaten waren gevangen gemaakt , en werden zonder vorm van proces aan den molen opgehangen . Doellooze wreed-heid ( wreedheid ) , niet waar lezers ? Maar vergeten wij niel , dat dit slechts wederwraak was voor zoo menige onmenschelijke daad door den Spanjaard bedreven , en bedenken wij daarbij wel in welken tijd men toen leefde , een tijd , waarin eene menschelijke behan-deling ( behandeling ) van den vijand , helaas ! zelden of niet gekend werd .
Den avond voor Paschen , den 5 April , weergalmde den Briel andermaal van de vreugdekreten der Geuzen , die in zoo kor-ten ( korten ) tijd een tweede zege hadden bevochten . Dat in die algemeene vreugde vooral de huisgezinnen vanKappelstokenMeeuwssen deelden , zal ieder begrijpen.Vol erkentelijk-heid ( erkentelijk-heid ) voor het vele , door Treslong tot ver-meestering ( ver-meestering ) der stad , en tot hel verslaan der Spaansche aanvallers verricht , benoem-den ( benoemden ) de Briellenaars hem tot stadsvoogd en algemeen bevelhebber , en den 7J e » April , tweeden Paaschdag , legden zij , benevens de ingezetenen des eilands , in handen von Lumey delPeed af , dat zij stad en eiland voor i den prins van Oranje zouden bewaren .
Bossu , die in der haast zonder geschut vertrokken was , meenende dat zijne na - i dering , als stadhouder van Holland , aan het hoofd van een leger krijgsknechten , voldoende zou wezen om de Geuzen te verdrijven , zag zich buiten staat de neder-laag ( nederlaag ) zijner voorhoede te wreken of iets tegen « Ie stad te ondernemen .
Wat de verovering van den Briel door de Watergeuzen uitwerkte , hoe binnen weinige maanden de meeste steden van Holland en Zeeland het Spaansche juk af-wierpen ( afwierpen ) ; hoe zij daarin door de steden in Gelderland gevolgd werden ; hoe , eindelijk , de Staten van Holland te Dordrecht in naam van Oranje bijeenkwamen , dit alles is onzen lezers bekend , en wij zouden dus de pen hier kunnen nederleggen . Maar onzen lezers en lezeressen zouden hierbij niet tevreden zijn . Daarom nog dit .
Roobol werd met zijne Maria Kappelstok en Lievensz met Anna Meeuwssen in den echt vereenigd . Wakkere zonen zijn uit deze vereenigingen voortgesproten , die zeker naderhand onder de heldenvanen van Maurits dienende , de voorloopige algeheele verlossing van Nederland van de Spaansche heerschappij aanschouwden . Vader Kappei-stok ( Kappei-stok ) bleef door allen geëerd en geacht nog eenige jaren veerman , en genoot toen eene welverdiende rust , ook na het overlijden van zijne Lijsbet , in het gelukkig huisge-zin ( huisgezin ) zijner dochter . Meeuwssen kwam bij zijn gilde meer en meer in aanzien , en werd eindelijk in de vroedschap der slad opgenomen . Onder Treslongs bestuur bleef den Briel bewaard voor eene herovering door de Spanjaarden en een hecht bolwerk van Neèilands Vrijheid .
MISS PIITCH ,
ö E ARME BLÏMGE . Een verhaal uit het dagelijksch leven ,
DOOR
WILKIE COLLINS .
TWEEDE GEDEELTE . VIJF EN DERTIGSTE HOOFDSTUK .
LUCILLA PROBEERT HAAR GEZICHT .
Zij zat alleen in de schemering met het verband op haar oogen , met haar fraaie handjes geduldig in haar schoot gelegd . Mijn hart voelde zich beklemd toen ik haar aanzag , en de vrceselijke ontdekking die ik had gedaan vervulde meer dan ooit mijn geest . // Vergeef mij dat ik u alleen heb gelaten ," zeidc ik met zulk een vaste stem als ik op dat oogenblik kon aannemen — terwijl ik haar een kus gaf .
Zij ontdekte dadelijk dat ik zenuwachtig was , hoewel I ik ' t zoo zorgvuldig had getracht te verbergen .
" Gij zijt ook angstig !" riep zij uit , terwijl zij mijn j handen in de hare nam .
" Angstig , lieveling ?" herhaalde ik . ( Ik was ge'.ieel uit ' t veld geslagen , en ik wist waarlijk niet wat ik zou zeggen .)
" Ja . Nu de tijd nadert . voel ik mij den moed ont-zinken ( ontzinken ) . Ik voorzie allerlei akelige dingen . Ach , wanneer zal ' t voorbij zijn ? Hoe zal ik Oscar vinden als ik hem kan zien ?"
Op de eerste vraag gaf ik haar een antwoord . Wat kun ik op de tweede antwoorden ?
" Mijnheer Grosse komt van daag bij ons met den ochtendtrein ," zeide ik . "' t Zal dus spoedig voorbij zijn ."
" Waar is Oscar ?"
" Op weg hierheen , daar valt niet aan te twijfelen ."
" Geef mij noc eens eene beschrijving van hem ,» zeide zij op leveiidigen toon . " Voor de laatste , maal eer ik hem zie . Zijn oogen , zijn haar , zijn gelaatskleur — alles !"
Ik wil er liever niet aan denken hoe ik de pijnlijke taak zou hebben vervuld die zij mij in haar onnoozelheid oplegde , indien ik getracht had haar wensch te voldoen . Tot mijn onuitsprekelijke Iroo'st werd ik reeds bij't eerste woord gestoord door ' t opengaan van de deur en de verschijning van een gedeelte der familie in de kamer .
Vooraan met afgemeten piechiigeii tred , met de eene hand aandoenlijk op de borst van zijn kerkelijk gewaad gelegd , verscheen de eerwaarde heer Finch . Achter hem volgde zijn vrouw , ontdaan van al haar gewone begeleiding — behalve den zuigeling . Zonder haar roman , zonder haar jakje , zonder rok of shawl , zelfs zonder den zakdoek dien zij altijd verloor — voor ' t eerst sedert ik haar kende in een volmaakte japon gekleed — de gedaantever-wisseling ( gedaanteverwisseling ) van de klamme mevrouw Finch was volkomen . Had zij de zuigeling niet bij zich gehad , dan geloof ik stellig dat ik haar in de schemering voor een vreemde zou hebben aangezien ! Zij stond ( naar ' t scheen in twijfel of zij ' t zou wagen binnen te komen ) aarzelend op den drempel en verborg zoodoende een derde lid van ' t gezantschap - -die ( -die ) met een piepend stemmetje , dat mij wel bekend was , op deerniswaardigen toon de algemeene aandacht tot zich trok .
" Jicks wil binnen komen ."
De predikant liet de hand van zijn vest los en hief haar afwerend op tegen het binnendringen van het derde familielid . Mevrouw Finch stapte wxrktuigelijk de kamer binnen . Daar verscheen Jicks met haar smerige pop in den arm , en met de bewijzen van haar omzwervingen in het witte stoffige zand , dat uit haar rokjes en laarzen op den grond viel , toen zij vooruit stapte naar de plaats
waar ik zat . Tegenover mij gekomen , keek zij mij vrien-delijk ( vriendelijk ) aan , nam haar pop bij de beenen , gaf mij met den kop een tikje op mijn knie , en zeide :
« Jicks wil hier zitten ."
Ik streek mijn rokken glad en zette Jicks waar zij
! verlangde . Op hetzelfde oogenblik stapte mijnheer Finch
| plechtig naar zijn dochter toe , legde zijn handen op haar
hoofd , sloeg zijn oogen naar de zoldering en zeide met
een basstem die van vaderlijke aandoening trilde : « Wees
gezegend , mijn kind !"
Op ' t geluid van de machtige stem van haar echtgenoot , kwam mevrouw Finch weer tot bezinning . Zij zeide deelnemend : " Hoe gaat ' t , Lucilla ?" — en zette zich in een hoek neder om het kind te laten zuigen .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer